- 10 veel gemaakte fotografie fouten voorkomen
- Licht meetmethodes optimaal toepassen
- Hoe het histogram te gebruiken voor betere foto’s
- Prioriteitstanden, voor creatief gebruik
- Lange sluitertijden gebruiken
- Hoe beweging te fotograferen
- Omgaan met digitale ruis
- Let op de achtergrond van je foto
- Betere resultaten met aandacht voor schietdiscipline
Digitale fotocamera’s worden steeds geavanceerder en bieden steeds meer functionaliteit. Toch kan al deze technologie niet voorkomen dat er een aantal veel gemaakte fouten zijn die door ervaring en goed op te letten te voorkomen zijn. In dit artikel geef ik een overzicht van voorkomende fouten en wat er aan te doen.
Oeps! Foto: Martin McCarthy, iStockPhoto
Slechte voorbereiding
Investeer in geheugen, zodat je op de hoogste kwaliteit kunt fotograferen. Dit kan in het JPEG formaat zijn, maar wil je zo veel mogelijk detail vastleggen dan kun je het beste in RAW formaat fotograferen (vereist meer nabewerking dan met JPEG fotograferen). Dit geeft je de kans om achteraf kleine foutjes te corrigeren zonder dat dit meteen ten koste gaat van de beeldkwaliteit.
Zorg er ook voor dat je kaartjes met een schrijfsnelheid kiest die past bij de snelheid van de camera zodat je zo snel mogelijk door kunt gaan met fotograferen. Als je op vakantie bent, neem dan voldoende kaartjes mee voor de hele vakantie of zorg er voor dat je de kaartjes kunt ontladen op een laptop of kleine harde schijf, zodat je door kunt blijven gaan met fotograferen.
Extra (lege) geheugenkaartjes zorgen er ook voor dat je er niet op locatie achter komt dat het kaartje vol is en dat je foto’s moet verwijderen. Op een LCD scherm is het sowieso lastig inschatten of een foto goed scherp is, ik probeer de keuze voor het verwijderen altijd uit te stellen totdat ik de foto op een groot scherm kan bekijken. Probeer te voorkomen dat je een foto in de camera verwijdert, je zult niet de eerste zijn die per ongeluk een compleet kaartje wist (wat dan te doen).
Zorg voor voldoende stroom, neem een reservebatterij mee en controleer de avond voor je op stap gaat of je nog genoeg volle batterijen hebt. Denk ook aan de batterijen van je flitser.
Zorg er voor dat de voorkant van je lens goed stofvrij is en dat er geen druppels op zitten. Het beste kun je de voorkant schoon maken met een microvezel doekje dat je voor een paar euro bij een camerawinkel kunt kopen. Gebruik niet je zakdoek of een brillendoekje, dit kan de coating van de lens beschadigen doordat (fijne) stofdeeltjes over de lens krassen. Als je gebruik maakt van een polarisatiefilter of een ander filter, zorg er dan ook voor dat deze goed schoon is. Het schoonhouden voorkomt dat er lensflare ontstaat als licht in een hoek in de lens valt.
Een andere methode om dat tegen te gaan is om een zonnekap op de lens te plaatsen. Een zonnekap heb ik er eigenlijk standaard altijd op zitten, ook als het niet heel zonnig is, om toch te voorkomen dat licht uit een rare hoek het beeld binnen valt. Daarnaast helpt het ook bij het voorkomen van schade aan de voorkant van de lens mocht je ergens tegenaan stoten. De zonnekap vangt de klap op. Lensflare is trouwens niet altijd negatief, je kunt het ook als creatief middel inzetten.
Vergeet ook niet de sensor van de camera. Hierop verzamelen zich na verloop van tijd stofdeeltjes – zeker als je vaak van lens wisselt – die zichtbaar worden in de foto, vooral bij een dichter diafragma (hogere f-waarde).
ISO niet terugzetten
Het verhogen van de ISO waarde is een veelgebruikt middel om in een kerk of andere donkere plek nog net wat extra licht op de sensor vast te kunnen leggen zodat de sluitertijd net hoog genoeg kan worden zodat de foto scherp wordt. Beter iets meer ruis in de foto dan een onscherpe foto. Vervolgens stap je naar buiten en ga je door met fotograferen en blijkt achteraf dat je de ISO niet terug hebt gezet. Oeps.
Hoge ISO waarde leidt tot ruis
Ik probeer constant de ISO waarde aan te passen, zelfs als ik in dezelfde ruimte ben probeer ik constant of ik de ISO weer naar beneden kan stellen voor een zo goed mogelijke kwaliteit. Let ook goed op de sluitertijd die de camera voorstelt, als deze buiten opeens 1/1000s of 1/2000s is waar deze daarvoor 1/125s was, dan zit er dus iets mis. Voordat ik op een nieuwe plek ga fotograferen zet ik mijn camera altijd terug naar een vaste standaard instelling om dit soort fouten te voorkomen. ISO altijd terug naar 100 (200 als je een Nikon hebt) en het diafragma naar f/8.
Vaak kun je in nabewerking nog wel ruisreductie toepassen om het negatieve effect van een hoge ISO waarde tegen te gaan. Als je de foto’s niet gebruikt voor publicatie en ze zijn wel scherp, gooi ze dan absoluut niet weg. De algoritmes in fotobewerkingssoftware die ruis tegen gaan verbeteren continu. Daarnaast wordt de camera technologie ook beter, de nieuwste camera’s leveren ongekende prestaties met hoge ISO waarden. En je kunt er altijd nog een zwartwit foto maken zoals de foto hierboven.
Scheve horizon
Een andere veelgemaakte fout is een horizon waarbij het lijkt of het water van de zee links het beeld uit loopt. Tijdens het fotograferen concentreer je je op een specifiek onderwerp en wordt vaak vergeten het hele beeld door te kijken. Deze fout komt ook relatief vaak voor als je de camera in portretstand houdt, je hoofd is dan gebogen waardoor het lastig te zien is of alles recht staat. Ikzelf maak de fout ook nog regelmatig, in je enthousiasme vergeet je soms een aantal zaken te controleren.
Nieuwe camera’s (zoals bijvoorbeeld de Canon 7D, Nikon D300s, Olympus E-3 of de Pentax K7) bieden functies om te tonen of de camera recht worden gehouden. In sommige camera’s kun je ook hulplijnen op de LCD laten weergeven. Heb je deze functies niet, dan kun je ook gebruikmaken van de twee focuspunten die het verst uit elkaar staan horizontaal of verticaal. Controleer of deze beide op dezelfde lijn in de compositie vallen, dan staat het beeld recht.
Schuine horizon wordt soms juist expres toegepast
om extra dynamiek aan een foto te geven
Een ander goed hulpmiddel is een statief, deze gebruik ik voor vrijwel al mijn landschapsfoto’s. Deze dwingt je om iets langzamer te werken en de compositie van iets meer afstand te bekijken op het LCD scherm, waardoor je ook sneller ziet dat de horizon scheef is.
Gelukkig is deze fout achteraf ook eenvoudig te herstellen door in een fotobewerkingsapplicatie de horizon weer recht te trekken. Vaak biedt software een aantal hulplijnen aan de hand waarvan je kunt beoordelen of de horizon recht staat. Houd er wel rekening mee dat, afhankelijk van hoe schuin de horizon staat, er een gedeelte van de foto af valt.
Geen duidelijk onderwerp
Voor composities geldt vaak hoe simpeler hoe beter. Hoe meer elementen concurreren met je eigenlijke onderwerp, hoe lastiger het voor de kijker te zien is waar deze op moet letten. Het oog gaat over de scène heen zonder een rustpunt te vinden. Neem daarom alleen de belangrijke elementen in de foto op en probeer onbelangrijke elementen zo veel mogelijk uit de compositie weg te laten. Let bijvoorbeeld op felgekleurde zaken in de achtergrond of aan de randen van de foto die het oog kunnen afleiden van je eigenlijk onderwerp. Het menselijk oog negeert zelf onbewust storende elementen, maar een cameralens kan die keuze niet maken.
Een manier om een compositie simpeler te maken is door dichter bij te komen. Dit kan door een zoomlens te gebruiken, maar ook door een paar stappen naar voren te zetten. Er kan dan geen twijfel zijn wat het onderwerp is. De kijker kijkt minder afstandelijk naar de foto en wordt meer betrokken. Je kunt ook gebruik maken van lijnen en paden of van een doorkijk om het oog naar het uiteindelijke onderwerp te leiden.
Het huis is een duidelijk onderwerp, geplaatst op 1/3e van de foto.
De weg en de lichtstrepen van de auto leiden het oog op een natuurlijke wijze
verder naar de bergen in de achtergrond
Door je standpunt af te wisselen kun je foto’s ook interessanter maken. Bekijk je onderwerp eens vanaf een lage positie of zoek het juist hogerop. Let ook op de achtergrond, het onderwerp valt soms weg in een donkere achtergrond of je ziet opeens een boomtak of een lantaarnpaal uit iemand’s hoofd groeien. Door je standpunt iets te wijzigen kun je dit soort problemen makkelijk voorkomen.
Wijk ook vooral af van “de regels”. Elk onderwerp vraagt zijn eigen aanpak en soms is het juist weer beter om een onderwerp midden in het beeld te zetten, de horizon schuin te laten lopen of een gek scherpstelpunt toe te passen. Het belangrijkste is dat je lol hebt in je hobby/werk. Ga op pad, een foto die je wel neemt is oneindig veel beter dan een foto die je niet neemt. Met veel oefening en experimenteren krijg je het vanzelf in de vingers, neem het niet te serieus en geniet van het proces. Goed en fout bestaat niet, een compositie die werkt is per definitie een goede compositie.
Niet scherp
Hoe vaak komt het niet voor dat een foto er op kleine weergave prima uit ziet, maar dat zodra je de foto groot weergeeft deze niet scherp is. Onscherpe foto’s kunnen verschillende oorzaken hebben.
In veel gevallen is de benodigde sluitertijd te langzaam zodat er bewegingsonscherpte wordt geïntroduceerd, hoe langzamer de sluitertijd hoe groter de kans op bewegingsonscherpte. Een veilige sluitertijd voor een scherpe foto met de camera in de hand is minimaal 1/60s, maar dit hangt ook af van de gebruikte lens en hoe stil je de camera kunt houden.
Een ezelsbruggetje is dat de sluitertijd minimaal zo snel moet zijn als de focale lengte van de lens, fotografeer je op 100mm, dan moet de sluitertijd minimaal 1/100s zijn, fotografeer je op 200mm dan moet de minimale sluitertijd 1/200s zijn, etc. Dit geldt zowel voor camera’s met een crop sensor (met een verlengingsfactor van de focale lengte van 1.5x, 1.6x of 2x) als voor camera’s met een full-frame sensor. Hulpmiddelen als Image Stabilisation (IS, Canon) of Vibration Reduction (VR, Nikon) kunnen helpen om toch iets af te wijken van dit ezelsbruggetje.
Door een relatief snelle sluitertijd te kiezen is de fietser scherp vastgelegd,
zijn ogen zijn zelfs te zien
Een goed hulpmiddel om toch scherpe foto’s te krijgen onder minder goede lichtomstandigheden is gebruik maken van een statief en een afstandsbediening. Combineer je statief met een afstandsbediening voor de camera. Dit kan een draadontspanner zijn, maar ook een afstandsbediening zonder draad. Als je met je vinger de sluiterknop indrukt loop je nog altijd kans op beweging, met een afstandsbediening sluit je dit volledig uit. Daarnaast kun je iets meer afstand tot je camera nemen zodat je makkelijker het resultaat op het LCD scherm kunt bekijken als dit verschijnt.
In sommige omstandigheden is het echter praktisch niet mogelijk met een statief te werken of het onderwerp leent zich er niet voor. Hoe je je camera vast houdt kan ook van wezenlijk belang zijn. Je bewust zijn van je houding kan soms al het verschil betekenen tussen een mislukte of geslaagde foto. Je kunt er voor zorgen dat met een relatief langzame sluitertijd de foto’s toch scherp worden door jezelf of de camera tegen een muur aan te drukken of de camera op een muurtje of een prullenbak te plaatsen. Als je snel drie foto’s achter elkaar neemt door de sluiter ingedrukt te houden is de middelste foto vaak scherp.
Foto: TheBlowfishInc, iStockPhoto
Je moet proberen altijd de camera met twee handen vast te houden. Twee handen zijn veel stabieler dan één hand. De lens ondersteun je met één hand, de camera houd je vast met de andere hand. Daarnaast moet je proberen je camera dicht bij je gezicht te brengen en te houden. Hoe dichter je de camera bij je lichaam houdt, des te minder kans op bewogen foto’s doordat je armen bewogen. Hoe compacter je jezelf kunt maken, des te beter. Je lichaam wordt je statief.
In dit artikel heb ik nog veel meer tips staan voor scherpere foto’s.
Focus op verkeerde plek
Een andere reden waarom een foto of het gewenste deel niet scherp is kan liggen in waar de camera op heeft scherp gesteld. Het meest sprekende voorbeeld van verkeerde focus is als de focus op de neus van je model ligt en niet op de ogen. Een regel in de modelfotografie (mensen, dieren) is dat de ogen altijd in focus moeten zijn, mensen zijn ingesteld om daar als eerste naar te kijken omdat in ogen veel valt af te lezen over de stemming van een persoon of dier.
Veel fotografen vertrouwen op de autofocus mogelijkheden van de camera en over het algemeen gaat dat ook prima. Belangrijk is om een goed focuspunt te kiezen. Het middelste focuspunt is het meest gevoelig. Over het algemeen worden composities gemaakt met de ‘regel van derden‘ in het achterhoofd. Het hoofdonderwerp staat op 1/3 of 2/3 van het beeld. Dat betekent dus dat het middelste focuspunt niet op het hoofdonderwerp ligt. Je kunt er dan voor kiezen om het middelste focuspunt eerst op de ogen te richten en vervolgens, terwijl je de sluiterknop ingedrukt houdt, de uiteindelijke compositie te maken en af te drukken.
Heb je je camera helemaal vastgeankerd staan, ligt het focuspunt op de correcte plek en neem je alle ezelsbruggetjes qua sluitertijd in acht, dan kan het nog dat de foto (subtiel) onscherp is, vooral in de voorgrond en/of achtergrond van de foto. Dit heeft te maken met de scherptediepte, het deel van de foto dat scherp wordt weergegeven. Het punt waarop je focust is het scherpst, een deel voor dit punt (minimale focusafstand) en een deel achter dit punt (maximale focusafstand) is ook scherp. Afhankelijk van de focale lengte van de lens (gekozen mm) en de diafragma instelling is dit ‘scherptegebied’ groter of kleiner en gaat het verloop naar onscherpte sneller of verloopt dit geleidelijker.
Door het wijd open diafragma is de scherptediepte zo beperkt, dat een kleine aanpassing van de focus al kan betekenen dat er op het verkeerde deel wordt gefocused
Als je gebruik maakt van een relatief open diafragma (lage f-waarden zoals f/2.8, f/2, f/1.4) dan is er een beperkte scherptediepte. Het wordt met een grote diafragma opening extra belangrijk om op de goede plek scherp te stellen, het deel dat onscherp is wordt namelijk bepaald door het punt waarop je focust. Door de beperkte scherptediepte is er soms (vooral bij macrofotografie) sprake van slechts enkele millimeters die scherp in beeld zijn, zit je dicht op je onderwerp dan kan een verschuiving van enkele millimeters al genoeg zijn om een heel ander deel van het onderwerp scherp in beeld te brengen. Goed focussen is dan dus erg belangrijk.
Bah, slecht weer
Er is geen slecht weer in fotografie, juist in de omstandigheden waarin veel mensen de spullen inpakken en vertrekken kun je mooie foto’s maken. Een blauwe lucht zonder wolken is saai en voegt niets toe aan een foto. Donkere regenwolken met de voorgrond verlicht door zonnestralen, dichte mist, harde wind die de zee opzweept, allemaal ingrediënten om een aparte foto met impact te maken.
Ik maak me hier natuurlijk ook schuldig aan, het is lekkerder om nog even in bed te liggen dan op stap te gaan zonder garantie op mooi licht. Vooral op vakantie merk ik dat het ook anders kan. Het heeft geen zin de hele dag in het huisje te blijven zitten, ik trek er dan toch gewoon op uit. Door gebruik te maken van een statief en een paraplu is het prima mogelijk om toch mooie foto’s te maken. Het wordt alleen echt lastig als de regen horizontaal richting lens komt.
Het was verschrikkelijk weer, harde regen, maar als ik er niet op uit was gegaan met regenjas, regenbroek en paraplu en de wandeling van een half uur had ondernomen had ik nooit deze foto kunnen maken:
Herfst(weer) in oktober in Glen Affric, Schotland
Is het een grijze dag, dan is dit ideaal om macrofoto’s van bloemen en planten te maken en de echte kleuren van de natuur te tonen. Zonder het felle licht van de zon kun je meer details vastleggen en zijn de kleuren echter.
Geduld speelt hierbij ook een rol, als je een tijdje het weer observeert en probeert in te schatten of het nog gaat opklaren kun je op het juiste moment profiteren van een tijdelijke opleving in het weer. Het kan soms om enkele seconden gaan, je moet er dus voor zorgen dat je er dan klaar voor staat.
Onder- of overbelichte foto’s
Op het moment dat je de foto maakt ziet het licht er prima uit, het gezicht is duidelijk zichtbaar en er is ook voldoende detail in de achtergrond. Maar als je later de foto op de computer bekijkt is alleen de achtergrond goed belicht en de persoon die je wilde fotograferen bijna een silhouet. In dit geval is het licht op het verkeerde deel van de foto gemeten, de camera heeft de belichting op de fellere achtergrond bepaald in plaats van op het gezicht.
De camera heeft verschillende methoden om het aanwezige licht in een scène te meten, de camera laat het omgevingslicht juist meer of minder meewegen. In het geval van het voorbeeld van het een portret kun je het beste gebruik maken van de gedeeltelijke/partial metering. Deze gedeeltelijke meting meet het middelste gedeelte van de scène, ongeveer 9%.
De gedeeltelijke metering is vooral een goede keuze als het omgevingslicht donkerder of lichter is dan het hoofdonderwerp, zo lang je onderwerp zelf niet heel licht of heel donker is. Als de camera geen spot meter heeft, dan is dit vaak de stand waarop je het dichtst op je onderwerp kunt meten. Door nu met het middelste focuspunt op je onderwerp te richten en hierop de belichting af te stellen en vervolgens een nieuwe compositie te maken, krijg je wel een juiste belichting.
Door expres met 2 stops onder te belichten komen de lichtstralen van de zon er beter uit dan als ik de belichtingssuggestie van de camera had gevolgd
De juiste belichting vaststellen is één van de moeilijkste onderdelen van fotografie, niet onder standaard omstandigheden, maar wel als de situatie net even anders, interessanter, wordt zoals bijvoorbeeld bij tegenlicht situaties. Een camera kan minder contrastverschil (dynamisch bereik) zien dan het menselijk oog, in situaties waarbij er veel contrastverschil is ga je detail verliezen, lastig in situaties met een groot contrastverschil zoals bij het fotograferen op een zomerse dag.
Op het LCD scherm ziet de foto er vaak anders uit dan als je hem op je computer thuis bekijkt. Daar blijkt dan dat hij te donker of juist lichter is dan verwacht. Hoe een foto er op het LCD scherm uit ziet hangt namelijk voor een groot deel af van het omgevingslicht, maar ook of je met JPEG of RAW formaat fotografeert.
Een goed hulpmiddel om de belichting te controleren is het histogram. Deze grafiek is ingedeeld van donker naar licht, hoe hoger de lijn die links het beeld uit loopt, hoe minder detail zichtbaar is in donkere delen. Hetzelfde geldt voor de rechterkant, waarbij dan geldt dat er detail verloren gaat in lichte delen, waarbij je het risico loopt dat hele delen van de foto geen detail meer hebben en wit worden weergegeven. Een correct histogram bestaat niet, maar probeer er voor te zorgen dat het histogram zo veel mogelijk van links tot rechts loopt en dat de lijnen uiterst links en rechts zo dicht mogelijk bij de 0 liggen.
In veel gevallen schat de camera de belichting juist in, maar soms is het nodig om de camera bij te sturen, je moet dan juist meer of minder licht op de sensor laten vallen dan de camera voorstelt om een correcte belichting te krijgen. Je moet dan bij onderbelichting (relatief donkere foto) een langere sluitertijd kiezen of het diafragma verder openen om een +1 of +2 belichting te krijgen en meer detail in de schaduwen te tonen. Bij een overbelichte foto moet je juist een kortere sluitertijd kiezen dan de camera aangeeft of het diafragma verder sluiten om een -1 of -2 belichting te krijgen waardoor de lichte delen meer detail laten zien en niet volledig wit zijn.
Geen selectie
Het mooie van digitale fotografie is dat je veel foto’s kunt nemen zonder dat de kosten meteen toenemen zoals bij film. Hier maken veel mensen gretig gebruik van, alles wat los en vast zit wordt gefotografeerd en op internet getoond. Je loopt het risico dat de kijker dan afhaakt, er zit te weinig afwisseling in de serie. Zeker als de kijker verder geen emotionele band heeft met het onderwerp, omdat het een familiefeest betreft, etc.
Veel foto’s nemen is geen enkel probleem, als dit vergezeld gaat met het verkennen van het onderwerp, er omheen lopen en te onderzoeken wat de beste compositie is, dan is hier helemaal niets mis mee en is het zelfs aan te raden. Door uit te proberen kom je tot de beste compositie, de uiteindelijke compositie kan compleet afwijken van wat je eerst in gedachte had. Het probleem ontstaat als je niet goed kunt kiezen tussen verschillende foto’s en ze daarom maar allemaal plaatst of laat zien. Je moet soms rigoureus zijn en uit een sessie die één of twee foto’s kiezen die het onderwerp het beste tonen.
Wat daarvoor goed helpt is als je een tijdje niet naar de foto’s kijkt en bijvoorbeeld een paar dagen of een week later nog eens kijkt. De emotie van het moment, de enthousiasme van het maken van de foto of de teleurstelling van wat had kunnen zijn is dan minder aanwezig. Je kunt je foto’s meer van een afstand bekijken en wellicht is het makkelijker een keuze te maken. En misschien zie je opeens een nog veel betere versie van een foto die je daarvoor niet had opgemerkt.
Ik heb een paar honderd foto’s van dit gebied en deze omstandigheden, toch springen er maar een paar echt uit. Door je te beperken maak je het geheel sterker.
Meestal als je de foto’s in een kleine weergave ziet springen er een paar uit, ondanks dat er veel andere foto’s tussen zitten met ongeveer dezelfde hoek, dat zijn de foto’s die je op groter formaat nader moet bekijken of deze scherp zijn en of de kleuren naar wens zijn. Maak een mix van landschap en portretstand, verschillende hoeken, etc. Op deze manier houd je de serie afwisselend en de kijker geïnteresseerd.
Let hier zeker op als je een portfolio maakt van je beste foto’s, probeer veel verschillende onderwerpen en composities te tonen zodat de kijker een goed beeld krijgt van je kunnen. Probeer het plaatsen van meerdere foto’s met hetzelfde model, met dezelfde kleding op dezelfde locatie zo veel mogelijk te voorkomen.
Ook professionals maken minder geslaagde foto’s. Het verschil is dat ze herkennen welke foto’s goed zijn en daar een nog strengere selectie uit maken. Een fotosessie met 200 foto’s kan zo uiteindelijk 2 gepubliceerde foto’s opleveren. De slechte foto’s krijgt behalve de fotograaf zelf niemand meer te zien.
Ik heb ‘slecht’ materiaal
De camera kan je helpen om een betere foto te maken, maar het is absoluut niet zo dat als je een spiegelreflexcamera koopt dat je fotografie dan overnacht ten goede verbetert. Je moet gebruik kunnen maken van de gereedschappen die je krijgt/koopt. Iedereen kan met een sportauto hard in een rechte lijn rijden, maar met de rem- en bochtentechniek maakt de coureur het verschil. Een goede fotograaf kan met alle apparatuur uit de voeten en mooie resultaten bereiken. Bedenk waarvoor je de camera wilt gebruiken en bepaal welke functionaliteit voor jou het belangrijkst is.
“Rookpaal” – Ook met een cameratelefoon kun je een geslaagd plaatje maken,
mits je rekening houdt met de beperkingen.
Door diafragma, sluitertijd (voor zover je daar invloed op hebt) en compositie goed toe te passen kan zelfs een foto uit de meest simpele compactcamera of een mobieltje (je kunt daar minder doen met instellingen, maar compositie geldt nog steeds) nog een meesterwerk opleveren die het prima doet op het internet of een kleine kleurenafdruk. Het is niet de camera die een goede foto maakt, het is nog steeds de fotograaf die hierop de grootste invloed heeft. De camera biedt je natuurlijk wel de mogelijkheden om (sneller) te bereiken wat je wilt en sommige camera’s zijn geschikter voor een bepaald type fotografie dan andere camera’s.
De beste camera is de camera die je bij je hebt op het moment dat je een foto wilt maken – Chase Jarvis
Met fotografie ben je nooit klaar met leren. Een fout maken is menselijk, leer er van en probeer hem een volgende keer te voorkomen. Laat de angst voor het maken van een fout je niet weerhouden om te experimenteren. Alleen door dingen uit te proberen en te zien wat wel en wat niet werkt leer je de juiste keuzes te maken en steeds betere foto’s af te leveren.
Welke fout heb jij wel eens gemaakt?
Joh, wat zul jij je opgelaten hebben gevoeld, vraag; doe je nog steeds bruidsreportages
Goed artikel,
Ik zelf mis het gesprek met het model en de overige voorbereiding in de vorm van een moodboard. Ik ben benieuwd wat jullie hierover zeggen in de context. Beroepsfotograaf of amateurfotograaf.
Johan
Interessante site met veel tips in mensentaal.
Misschien kunnen jullie me helpen met hetvolgende: Ik plaatste mijn toestel op een statief achter het raam om met de 300mm vogels te fotograferen. Als ik dichter kwam om af te drukken, schrokken de vogels al op en bovendien was op 1/60 hoe dan ook de foto niet scherp. Dus ik kocht een overigens niet dure draadloze ontspanner voor mijn Nikon D90. Maar wat blijkt? Ge moet voor de camera gaan staan wil je contact leggen tussen afstandsbediening en camera. Dat sensoroogje zou toch beter achteraan staan, niet. Is dat bij alle camera’s zo? Of is er een betere oplossing? Graag advies.
Marc D
Bij het onderwerp Niet Scherp is het misschien goed om te vermelden, dat je als je een stabilisator op je toestel hebt, die uit moet zetten, als je op een statief fotografeert. Anders werkt de stabilisator juist onscherpte in de hand.
Marc: Door de sensor vooraan te plaatsen, kunnen fotografen zelf op de foto ;-) Als je er achter wilt staan kun je een radio-trigger gebruiken: PIXEL Wireless remote control RW-221/N3
Bovenstaande heb ik zelf ook (haha..kuch) en werkt prima. De afstand heb ik nog niet getest maar volgens de specificaties kan je op 100 meter afstand gaan staan. Dit is afhankelijk van obstakels maar 80 meter in de buitenlucht is zeker haalbaar.
Ik kom mijn fout niet tegen. Ik heb een serie van 16 foto’s gemaakt op mijn samsung galaxy II De helft is goed en de andere helft is als negatief opgeslagen. Hoe kan ik dit omzetten in normaal beeld. Ik kan bij de foto applicatie van Samsung noch in algemene zin een oplossing vinden. WSie kan mij helpen
hallo ik heb modelbouw 1.78 alleen ik krijg er geen mooie foto van ?
wat kan ik hier aan doen heb de camera op 1600 iso. en gaat om een canon 500D
Ik heb gisteren foto’s gemaakt op een geestje waar heel mooi sfeerverlichting aanwezig was. Echter bij het fotograveren zie ik deze sfeer verlichting niet meer terug, maar gewoon de kleur van een goed verlichte zaal. Dit komt denk ik door mijn flits.
Hoe kan ik dit in het vervolg oplossen?
Grotere lensopening gebruiken en iso waarde verhogen.
Frans
ik heb strepen na dat ik een foto heb genomen met mijn kodak samsung iso 1600
ik heb sinds vandaag een focus foutje in mijn Huawei P8 lite ontdekt. De voorbeeldscherm foto wijkt af van het resultaat, bij zowel selfie als gewone foto. Wat kan er mis zijn? Dat wil zetten als ik een drank pak volledig in beeld neem, maakt de camera een foto met meer omgeving rechts en onder…
Mijn fouten kwam meestal achteraf… Dure foutjes ook nog eens
Goede tips, zal er zeker gebruik van maken.
Vraag:
Ik heb de Canon 1200D met een 18-200mm lens. Ik was super goed bezig met fotograferen in de M stand maar nu loop ik toch echt tegen een probleem aan. Bij de instellingen is er een balkje waarmee je de foto lichter en donkerder kan maken. Deze gaat bij mij automatisch op -5 en daardoor is elke foto die ik maak gewoon helemaal zwart. Ik snap niet hoe dit is gekomen en hoe ik het weer kan fixen.
Marie
Als je omschakelt van P of A naar M staan diafragma en sluitertijd automatisch op de stand die je het laatst gebruikt hebt in de M-modus. Wanneer dat toen een heel heldere situatie was en nu zeg maar bewolkt, geeft het “balkje” een -5 ofwel een stevige onderbelichting aan. Met de desbetreffende “wieltjes” op je camera kan je diafragma en sluitertijd (eventueel ISO) zodanig aanpassen dat je weer een goed belichte foto maakt.