- Ontwikkel je fotografische visie
- 9 tips voor betere fotografie in 2009
- 5 goede fotografie voornemens voor 2010
- Stel vragen aan jezelf
Het nieuwe jaar is altijd een goed moment voor verandering, een natuurlijke afsluiting van een tijdsperiode met nieuwe kansen om het in het nieuwe jaar beter/mooier/leuker te hebben. Misschien heb je afgelopen Sinterklaas of Kerst wel een nieuwe (spiegelreflex)camera gekregen? Of misschien ben je overgestapt van een compactcamera naar een spiegelreflexcamera? Of heb je het voornemen in het nieuwe jaar meer met fotografie te doen of wil je in 2009 simpelweg betere foto’s nemen. Naast dat er op deze site al veel tips staan om technisch en qua compositie je fotograferen te verbeteren wil ik je onderstaande 9 tips om in 2009 (nog) betere foto’s te nemen niet onthouden.
1. Begin bij de basis
Leer je eigen camera kennen, lees de handleiding (jawel) en experimenteer met de instellingen. Leer welke instellingen het meest bruikbaar zijn voor jouw type fotografie zodat als het moment zich voordoet je zonder nadenken de juiste instelling kunt kiezen om het moment vast te leggen. Dit betekent ook dat je moet leren om handmatig met je camera te werken om het beste uit de camera te halen. Je hoeft niet meteen in het diepe, je kunt de volgende stappen gebruiken om naar volledig handmatig werken met je camera toe te werken.
Haal je camera van de volledig automatische stand af, absolute beginners kunnen met de motiefprogramma’s beginnen. Dit zijn de knopjes op je camera met het icoontje van het landschap, gezicht, sporter, etc. Hierin staan een aantal voorgeprogrammeerde standen waarmee je de camera in ieder geval al meer vertelt over je bedoelingen dan in de automatische stand. Kies je voor landschap dan geeft de camera de voorkeur aan hogere diafragma waarden voor meer scherptediepte, kies je voor de sporter dan kiest de camera voor hogere sluitertijden om de beweging scherp vast te leggen, etc. Dit is vooral handig als je nog moet leren composities te maken die werken en je niet teveel bezig wilt houden met de technische instellingen.
Volgende stap is te werken met een voorkeur stand zoals Av (diafragma voorkeur) of Tv (sluitertijd voorkeur). Kies je eigen diafragma, de camera zoekt er de correcte sluitertijd bij, die je vervolgens met de belichtingscompensatie van je camera ook weer kunt bijstellen. Hiermee heb je al veel meer creatieve controle. Kijk in deze semi automatische standen wat de camera doet, welke instellingen worden gebruikt in specifieke omstandigheden. Op het moment dat je dit overzichtelijk hebt, kun je toewerken naar het volledig handmatig werken met de camera. Je zult steeds vaker gaan merken dat de camera de lichtmeting niet in alle omstandigheden altijd correct uitvoert, op den duur leer je inschatten welke correcties nodig zijn om toch een goed belichte foto te krijgen die aansluit op jouw visie van de scène.
Je zit niet vast in de handmatige stand als je er eenmaal mee hebt leren omgaan, sommige omstandigheden vereisen snelle reacties en juist daarvoor werken de voorkeur standen weer uitstekend. Het gaat er om dat je opties voor jezelf creëert en leert omgaan met je camera om het maximale er uit te halen.
2. Neem veel foto’s
Veruit de beste manier om beter te worden in compositie en camerabeheersing is door het nemen van veel foto’s. Ik merkte dat ik met sprongen vooruit ging op het moment dat ik meer dan 10.000 foto’s per jaar ging maken. Dit aantal betekent dat je minimaal een dagdeel per week aan het fotograferen bent, hierdoor krijg je een regelmaat in het fotograferen en zul je merken dat het steeds makkelijker wordt de juiste belichting en compositie te bepalen. Hierdoor heb je meer tijd over om te experimenteren. Voor de kosten hoef je het ook niet te laten, met digitale fotografie is een extra foto nemen zo goed als gratis.
Digitale fotografie stelt je daarbij ook nog eens in staat om veel sneller te leren. Meestal heb je vlak na het moment van opname nog steeds de kans om je foto te bekijken, correcties te maken en de foto opnieuw te nemen. Experimenteren met instellingen, veel verschillende hoeken uitproberen en direct het resultaat kunnen bekijken op de LCD, ideaal voor het leerproces. Maar probeer ook weer niet te veel op de LCD te kijken, je kunt daardoor net een mooi moment missen.
Op den duur zul je gaan merken dat je je omgeving veel meer in je op gaat nemen, dingen gaat zien waar niet-fotograferende mensen makkelijk aan voorbij lopen en als normaal zien. Je ziet gezichten en uitdrukkingen, samenspel van lijnen of patronen, mooie lichtvallen, grappige tegenstellingen, etc. Dingen die er elke dag zijn, die je overal kunt tegenkomen, je moet je er alleen voor openstellen en ‘het zien’. Ondanks dat ik al ruim 3,5 jaar hetzelfde traject afleg met bus, trein en tram blijf ik toch de omgeving in mij opnemen, zie de dagelijkse veranderingen en nieuwe mogelijkheden.
3. Neem je camera overal mee naar toe
Hieruit volgt het advies om je camera overal mee naar toe te nemen en zo gereed als mogelijk te houden. Misschien gebruik je hem vervolgens de hele dag niet, maar hoe vaak komt het niet voor dat je van en naar je werk/school/supermarkt een mooie lichtval ziet, een interessant onderwerp of een bijzondere gebeurtenis en je voor je hoofd moet slaan omdat je geen camera bij je hebt. Ik kan zo drie momenten opnoemen in 2008 van foto’s die ik hierdoor heb gemist. Je moet geluk hebben om de mooie momenten te vinden, je kunt het geluk een handje helpen door overal je camera bij je te hebben.
Daarom heb ik besloten te investeren in een fotorugzak waarin ik zowel mijn camera als laptop mee kan nemen. Met twee lenzen en een spiegelreflexcamera op pad voegt niet zoveel gewicht toe dat het ongemakkelijk wordt en zo heb je toch de kans die mooie momenten te pakken. Je kunt ook denken aan het aanschaffen van een compactcamera. Deze neemt minder ruimte in dan een spiegelreflexcamera waardoor je die makkelijker in je jaszak of broekzak kunt houden voor die momenten waarop je hem nodig hebt.
4. Oefen met compositie, overal en altijd
Ondanks dat ik dit wel adviseer hebben de meeste mensen toch niet elke dag een camera bij zich, zeker niet zo’n zware en logge spiegelreflexcamera. Dit komt vaak praktisch niet uit. Toch hoeft dat je niet tegen te houden om te oefenen met het maken van composities. Je kunt dit namelijk ook heel goed in je hoofd doen. Je kunt proberen te bedenken hoe je het beste zo’n moment kunt vastleggen en hoe dit er dan komt uit te zien als 2D plaatje.
Ik vergelijk het vaak met het halen van een rijbewijs. Als je gewend bent tot je achttiende je hele leven te fietsen en op deze snelheid naar het verkeer te kijken moet je je blikveld verruimen als je rijles neemt. De instructeur legt de nadruk op het verder weg kijken door de hogere snelheid van een auto. Na enkele rijlessen ga je dit automatisch op je fiets ook toepassen, je gaat verder weg kijken om het verkeer in te schatten. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor fotograferen. Als je je camera niet bij je hebt kun je toch composities maken en nadenken over belichting op het moment dat een onderwerp zich aandient. Zo ben ik eigenlijk de hele tijd aan het speuren naar composities, ik doe het zonder nadenken. Zie ik iets aardigs, dan doe ik in mijn hoofd *KLIK*. Zo heb ik de foto niet echt gemist, ik heb hem gezien en bedacht hoe de compositie zou kunnen werken. Ik kan hem alleen niet aan anderen laten zien.
’s Ochtends kan ik genieten van het ochtendlicht (en balen dat ik mijn camera niet bij me heb) tijdens het wachten bij de bushalte, wolkenluchten hebben veel meer mijn interesse, altijd op zoek naar de mist boven de weilanden in de wintermaanden, die grote maan die opkomt, genieten van vliegjes die in het zonlicht vliegen wanneer je dat anders irritant zou vinden, etc. Er zijn duizenden en duizenden onderwerpen, elk weer even uitdagend om goed in beeld te krijgen.
5. Wissel af
Als je vaak hetzelfde type onderwerp fotografeert zul je soms merken dat de uitdaging of motivatie om op stap te gaan afneemt. Het lijkt bijna te veranderen in een sleur, dat kan niet de bedoeling zijn van een hobby. Wissel daarom af en toe van onderwerp voor zover je een favoriet onderwerp hebt. Als je veel landschappen fotografeert, doe dan ook eens een portretsessie. Je zult zien dat als je jezelf uit je element haalt en een uitdaging te verwerken krijgt dat je daar heel veel van leert. Kennis die je ook prima kunt inzetten voor het fotograferen van je hoofdonderwerp.
Een andere manier om af te wisselen is door jezelf te beperken. Fotografeer je graag met een groothoeklens, ga ook eens op stap met een telelens en probeer zo eens een hele ochtend tot interessante foto’s te komen. Of kies voor een lens met een vaste brandpuntafstand, bijvoorbeeld een <€100 50mm lens, waardoor je met je voeten moet in- en uitzoomen. Je zult zien dat door de beperking de creativiteit gaat stromen. Haal jezelf uit je element, daag jezelf uit.
Het mooie van fotografie vind ik dat er zo enorm veel onderwerpen zijn en dat er zoveel te leren valt. Zelfs als je al redelijk op pad bent, is het ook een uitdaging toch steeds weer die verdieping te vinden waardoor je voldoening kunt halen uit je hobby.
6. Bekijk foto’s van andere fotografen
Naast het zelf maken van foto’s is het ook een goed idee om veel foto’s van andere fotografen te bekijken. Wat maakt dat de oude meesters als Henri Cartier-Bresson en Ansel Adams nu nog steeds zo gevierd worden. Wat maakt hun composities of lichtbehandeling zo speciaal en hoe kun je deze lessen inzetten in het huidige digitale tijdperk. Maar ditzelfde geldt ook voor moderne fotografie.
Veel foto tijdschriften publiceren instellingen bij de foto’s en (korte) verhaaltjes hoe de fotograaf tot een bepaalde compositie is gekomen. Daar valt veel uit op te maken om te proberen net zo’n goede foto te bereiken. Wees ook niet bang te proberen een foto te kopiëren. Van het namaken van een foto kun je veel leren over de belichting en misschien zelfs wel een betere compositie uitwerken. Vaak is zo’n kopie slechts de start voor een nog veel betere foto of een hele andere invalshoek voor het onderwerp.
Dankzij het internet is het erg makkelijk om fotografie van anderen te bekijken en aan nieuwe ideeën en inspiratie te komen. Via weblogs en fotoblogs krijg ik veel ideeën voor onderwerpen, mooie locaties en interessante tips en trucs. Ik beperk me hierbij ook niet tot een specifiek onderwerp, ik volg weblogs van landschapsfotografen, portretfotografen, bruiloftsfotografen, mensen die veel met losse flitsers werken, etc. Elk type fotografie en elke fotograaf heeft zijn/haar eigen stijl, elementen die ook bij andere typen fotografie prima te gebruiken zijn.
Op Flickr volg ik verschillende groepen waarin fotografen hun beste foto’s plaatsen en heb ik bijvoorbeeld een abonnement op de zoekwoorden ‘Almere’ en ‘Dordrecht’. Twee steden waar ik heb gewoond en dus veel plekjes ken. Hoe zien andere fotografen deze steden, welke elementen pikken zij eruit en hoe zijn zij er in geslaagd de sfeer van die stad vast te leggen. Dat zijn erg nuttige dingen om te bedenken en daar te proberen van te leren. Flickr heeft de RSS feed niet meer publiek staan, maar als je “http://api.flickr.com/services/feeds/photos_public.gne?tags=TAGNAMEHERE&lang=en-us&format=rss_200” in een feed reader opslaat (en TAGNAMEHERE vervangt door de zoekterm) krijg je automatisch de updates binnen. Een andere aanrader is The Big Picture, een fotoblog van de Boston Globe, met waanzinnig goede groot afgebeelde foto’s.
Het doel is te komen tot inspiratie om er op uit te trekken en nieuwe dingen te proberen.
7. Fotografeer in het RAW formaat
Standaard staan alle digitale camera’s op het JPEG formaat ingesteld. De bestanden zijn relatief klein, waardoor er veel foto’s op een geheugenkaartje passen. Ook neemt de camera je aardig wat werk uit handen door zelf al allerlei corrigerende bewerkingen op de foto toe te passen. Meestal gaat dit erg goed en kun je resultaten bijna print-klaar uit de camera halen als je de belichting en compositie helemaal 100% rond hebt. Hiervoor betaal je echter wel een prijs op het moment dat er toch nog wat bewerkingen nodig zijn. Om het bestand kleiner te maken gooit de camera namelijk een deel van de beeldinformatie meteen weer weg. Meestal merk je daar niet veel van, camera’s zijn best goed in het bepalen van wat weg moet, maar je merkt het wel op het moment dat je een foto wilt gaan bewerken. De aanpassingen die je kunt doen zonder dat de foto er slechter uit komt te zien zijn beperkt en kunnen leiden tot extra ruis of minder mooie resultaten.
Met het RAW formaat hef je voor een belangrijk deel deze nadelen op. De RAW data is de data zoals hij direct door de sensor van de camera is vastgelegd, er zijn geen bewerkingen door de camera op gedaan. Je hebt de beschikking over de complete data. Dit stelt je in staat om de belichting en correctie achteraf nog behoorlijk te wijzigen zonder dat dit meteen nadelige gevolgen heeft voor de foto. Dit betekent ook dat RAW foto’s er in eerste instantie mogelijk minder mooi uit zien dan het JPEG bestand, je moet weer werk verzetten om de foto toonbaar te maken. Dit vereist dus meer werk aan de bewerkingkant.
Gelukkig zijn er een aantal applicaties die hierbij kunnen helpen, bijvoorbeeld doordat ze het makkelijk maken om snel bewerkingen op meerdere foto’s toe te passen, instellingen op te slaan in een profiel en bij import te laten toepassen. Voorbeelden van programma’s die hierbij kunnen helpen zijn Camera Raw voor Adobe Photoshop en Adobe Photoshop Elements (PC en Mac), Adobe Photoshop Lightroom (PC en Mac) of Apple’s Aperture (alleen Mac). In Lightroom is het zelfs mogelijk om met de nieuwe Camera Profiles de RAW foto dezelfde bewerking te geven als de JPEG foto zodat je hetzelfde startpunt hebt als met JPEG, maar dan wel met de veel grotere mogelijkheden van RAW.
Natuurlijk is het zaak om zo veel mogelijk al in de camera de juiste instellingen gereed te hebben, maar met RAW heb je de mogelijkheid om achteraf nog zaken te corrigeren waardoor een OK foto toch nog de moeite waard kan worden.
8. Neem je fotografie serieus
Jezelf verbeteren komt niet zomaar, je moet er hard voor werken. Zeker als je al een redelijke basis hebt zullen de stappen waarmee je jezelf kunt verbeteren steeds kleiner worden. Neem jezelf en je fotografie daarom serieus. Als het de moeite waard is om te doen, dan kun je het net zo goed ook maar meteen goed doen. Doe het beste wat je kunt en je zou zomaar een bijna gemiste kans in een meesterwerk kunnen omzetten.
Ik probeer er zeker elk weekend op uit te trekken om een onderwerp te fotograferen. Hiervoor doe ik vaak eerst onderzoek op internet, ik probeer te bedenken welke onderwerpen ik graag zou fotograferen, welke lichtomstandigheden hier het beste bij passen en of ik hierdoor in de ochtend of juist in de avond op stap moet. Planning is erg belangrijk. Professionele fotografen laten het lijken alsof ze heel veel geluk hadden, op het juiste moment op de juiste locatie. Wat je niet ziet is dat er heel veel werk aan vooraf is gegaan, wat er uiteindelijk toe heeft geleid dat ze geluk kunnen afdwingen. Op het moment dat die mooie lichtval zich voordoet zijn ze al op een locatie en hebben ze hun camera al gereed staan. Op deze manier kunnen ze optimaal profiteren van de omstandigheden. Kies je momenten, houd rekening met de weersomstandigheden en seizoenen en trek er vooral op uit.
En om het meteen maar weer te nuanceren, neem jezelf ook weer niet te serieus. Geniet van je hobby en de omstandigheden. Je bent (hopelijk) iets aan het doen wat je leuk vind, vergeet dan niet om tijd over te houden om ook te beseffen hoe leuk het is.
9. Deel je foto’s met anderen
Laat je werk ergens zien, niemand heeft er wat aan als je foto’s ergens in een hoekje op de harde schijf blijven staan. Het tonen van je foto’s is een motivatie om te leren en te verbeteren. En je kunt later terugkijken en zien waar je beter in bent geworden. Gebruik gratis internet foto albums, forums, begin een weblog, maak prints en doe ze cadeau, verwerk je foto’s in een presentatie of een filmpje. Maakt niet uit wat, zolang je maar probeert je foto’s aan andere mensen te tonen.
Laat je foto’s vooral ook aan andere mensen dan alleen je familie zien. Het klinkt misschien wat cru, maar bekenden zijn meer genegen positief te spreken over een foto, ondanks dat ze het misschien helemaal niet aanspreekt. Onbekenden staan hier neutraler tegenover en zullen je vaker ‘eerlijker’ commentaar geven. Dit doet soms pijn, kritiek krijgen is nooit leuk, maar als het opbouwende kritiek is met aandacht voor plus- en minpunten dan is daar helemaal niets mis mee en zul je er als fotograaf van groeien.
Probeer bovenstaande tips eens uit en zie of het je fotografie in 2009 kan verbeteren. Niemand van ons is perfect, zelfs de top professionals zullen beamen dat ook zij nog steeds continu bijleren. Met kleine stapjes tegelijk moet het toch mogelijk zijn om van 2009 een heel mooi fotografisch jaar te maken. Veel succes!
Beste Kenneth, allereerst; alvast een gelukkig nieuwjaar!
Ten tweede; je noemt hier het schieten van fotos in het RAW formaat.
Ik heb een tijdje steeds in RAW gefotografeerd en zodra ik de fotos op de computer importeerde werden ze gauw heel donker. Met name in Lightroom, want hiermee open ik meestal mijn foto’s. Je ziet eerst de foto’s zoals je verwacht dat ze zijn en dan komt er iets te staan van ‘renderising preview’ ofzo… En vervolgens vallen ze heel donker uit. Als ik dan vervolgens de brightness ga aanpassen krijg je toch niet het effect van de foto’s zoals ze zijn…
Weet jij hoe dit komt?
Met vriendelijke groet,
Marco
Hoi Marco,
Dankjewel, jij natuurlijk ook :)
Als je de foto’s importeert, heb je dan niet per ongeluk een Develop profiel aan staan? Bij Develop Settings in het Import Photos scherm zou in principe “None” moeten staan.
Gebruik je Windows of Mac OS X? Ik heb eerder een aantal meldingen in forums gezien van gebruikers op Windows waarbij hun monitor profiel corrupt was geraakt waardoor de foto’s donkerder uitvielen in Lightroom. Zodra ze die foto’s als JPEG exporteerden vanuit Lightroom waren de kleuren weer zoals verwacht. Je kunt dan het monitor profiel weggooien, Lightroom gaat dan weer uit van sRGB en dat zou het probleem dan moeten oplossen.
Het is trouwens niet raar dat JPEG en RAW afwijken, de camera corrigeert al veel zoals gezegd, maar dit klinkt extreem.
Beste Kenneth,
Na een second opinion stuit ik toch op hetzelfde probleem. Ik heb ‘none’ geactiveerd tijdens het importeren. Ook als ik de foto'(zonder te bewerken) exporteer verschilt deze erg met de foto die ik te zien krijg voordat ‘rendering preview’ verschijnt.
Ik maak trouwens gebruik van een windows besturingsprogramma. Het is gewoon erg jammer dat ik hierdoor heb gekozen om foto’s te schieten in ‘fine jpeg’ formaat. Ik heb de mogelijkheid om de brightness aan te passen met lighroom en photoshop, alleen is dit effect nooit zo natuurlijk als gewenst.
Toch wil ik je heel erg bedanken voor je hulp.
Met vriendelijke groet,
Marco
Hoi Kenneth,
Je hebt een geweldige site. Heb sinds kort een canon 450D en dankzij je site is er een hoop duidelijk geworden.
Je hebt erg leuke onderwerpen. Ook bovenstaande ga ik proberen.
Keep up the good work.
Groeten,
Hans
Gelukkig nieuwjaar!
Leuke tip van flickr! (RSS-feed) een goede inspiratiebron voor de luie medemens! ;)
Hallo
Ik heb een sony a200 met een 18-70mm lens nu ben ik van plan om een andere lens te kopen, een 70-300mm lens van sigma ik heb er twee gezien maar er staat iets verschillend bij de een staat APO DG en bij de ander alleen DG mijn vraag is nu wat het verschil is en wat jullie ervaring is met een sigma lens.
Hoi Kees,
APO is een indicatie van Sigma dat er glas wordt gebruikt met een speciale coating om een beter contrast, scherpte en kleuren te bereiken in vergelijking met de niet-APO lens.
Ik heb zelf geen ervaring met de lens, maar hij staat best goed aangeschreven vanwege de prijs-prestatie verhouding. Sigma lenzen worden in vergelijking met bijvoorbeeld Tamron lenzen vaak beter beoordeeld. Als nadeel voor deze specifieke lens geldt dat de voorkant van de lens meedraait bij het focussen, lastiger als je een polarisatiefilter wilt gebruike, maar daardoor niet meteen minder interessant.
Ik heb laatst ook deze lens willen aanschaffen voor mijn Sony A300 en daardoor ook opgezocht waar “APO” voor staat. APO staat voor “apochromatische lens”, wat inhoudt dat er andere soorten glas gebruikt worden die anders geslepen zijn. Dat zorgt ervoor dat de chromatische abberatie die weleens voorkomt wordt gecorrigeerd.
Beide lenzen heb ik geprobeerd (de niet-APO en APO lens) en, zeker bij verder inzoomen, bewijst de apochromatische lens z’n nut. Die is dan wel iets duurder. De lenzen hebben ook een macrofunctie op 200-300mm, waardoor je tot 95cm dichtbij kan komen in plaats van de 150cm aangegeven. Zelf heb ik er geen polarisatiefilter op gebruikt, daar kan ik jammergenoeg geen uitspraak over doen.