Als je de afzonderlijke hoofdstukken over diafragma, sluitertijd en ISO hebt gelezen zul je je misschien hebben gerealiseerd dat deze drie instellingen direct met elkaar zijn verbonden. Bij gelijkblijvende belichting betekent de wijziging van het één de ene kant op, een correctie van het ander de andere kant op. Dit opent de mogelijkheid om verschillende creatieve keuzes te maken.
De uiteindelijke belichting op de foto van een scène, hoe donker of licht, wordt bepaald door een samenspel van het diafragma, de sluitertijd en de ISO lichtgevoeligheid. Denk aan een driehoek waarbij elk element een hoek inneemt en een gelijk effect heeft op de uiteindelijke belichting.
Het diafragma bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Hoe groter het getal achter f/, hoe kleiner de diafragma opening en hoe minder licht de sensor kan bereiken. De sluitertijd bepaalt hoe lang het licht op de sensor valt. Hoe langer de sluitertijd, hoe groter de kans op bewegingsonscherpte door trillingen in camera en lens. De laatste component, de ISO lichtgevoeligheid, bepaalt hoeveel invloed het licht dat op de sensor valt heeft voor de uiteindelijke belichting. Hoe groter de ISO waarde, hoe groter de kans op nadelige ruis in de foto.
Een wijziging van één van de instellingen heeft direct gevolgen voor de weergave van de scène op de sensor. Elke wijziging betekent minder belichting, een halvering van de hoeveelheid licht die op de sensor valt, of meer belichting, een verdubbeling van de hoeveelheid licht dat op de sensor valt. Het verschil in de hoeveelheid licht die op de sensor valt naar aanleiding van een wijziging in deze instelling wordt uitgedrukt in ‘stops‘ of ‘exposure value (EV)’.
Het duidelijkst is dit te zien als je kijkt naar de lichtmeter op de camera, weergegeven als een balk met vijf streepjes. Bij de streepjes staan de waarden -2, -1, 0, +1 en +2. Elke stap naar links of naar rechts op deze balk wordt een ‘stop’ genoemd.
We hebben net gezien dat elke stop een verdubbeling of halvering van het licht dat op de sensor valt tot gevolg heeft. Dus van 0 naar -1 geeft een halvering van het licht dat op de sensor valt en omgekeerd van -1 naar 0 geeft een verdubbeling van het licht op de sensor. Van +2 naar +1 geeft weer een halvering van het licht op de sensor, van 0 naar +1 is weer een verdubbeling van het licht dat op de sensor valt.
Dit geldt voor de afzonderlijke wijzigingen in het diafragma (van f/4 naar f/2.8 is één stop meer licht, van f/4 naar f/5.6 is één stop minder licht), maar ook voor sluitertijd (van 1/125s naar 1/250s is één stop minder licht, van 1/250s naar 1/125s is één stop meer licht) en ISO (van ISO 100 naar ISO 200 is één stop meer licht, van ISO 800 naar 400 één stop minder licht).
De uiteindelijke belichting van de sensor wordt dus bepaald door de combinatie van het gekozen diafragma, de sluitertijd en de ISO waarde: de hoeveelheid licht, de duur van de belichting en de gevoeligheid voor het licht. Dit principe betekent dat bij een wijziging van één van deze drie instellingen, bij een gelijkblijvende belichting, één van de twee andere instellingen ook moeten worden gewijzigd om de belichting gelijk te houden.
Bijvoorbeeld
In een donkere kerk met een 50mm lens met de hand gehouden (een statief is vaak niet toegestaan) wil je minimaal een sluitertijd van 1/60s om onscherpte door beweging zo veel mogelijk uit te sluiten. De camera geeft in dit voorbeeld aan op de lichtmeter dat bij het gekozen diafragma van f/4 en de gekozen ISO waarde van 400 de belichting van de scène 1/30s is. Van 1/30s naar 1/60s vereist één stop meer licht om de sluitertijd korter te kunnen maken en de foto niet over te belichten. Aan de hand van de belichtingsdriehoek zijn er dan twee mogelijkheden. Je kunt het diafragma van f/4 naar f/2.8 aanpassen of de ISO waarde aanpassen van ISO 400 naar ISO 800.
Ander voorbeeld, bij een snelstromend riviertje in een landschap wil ik de sluitertijd zo lang maken dat de beweging van het water als een soort mist door het beeld gaat. Dan is een veel langere sluitertijd nodig, afhankelijk van de snelheid van de beweging van het water. De camera geeft aan dat de ideale belichting van de scène 1/125s is op diafragma f/4. Ik heb ook per ongeluk ISO 400 laten staan van een eerdere foto. Ik denk dat voor deze scène een sluitertijd van 1/2s nodig is.
Om daar te komen moet ik mijn sluitertijd naar 1/125s > 1/60s (1) > 1/30s (2) > 1/15s (3) > 1/8s (4) > 1/4s (5) > 1/2s (6) vertragen, wat betekent dat ik zes stops minder licht op de sensor moet laten vallen. Dit kan ik bereiken door in ieder geval de ISO waarde terug naar ISO 100 te schroeven, dit levert alvast 400 > 200 (1) > 100 (2) twee stops minder licht op. Dan heb ik er nog vier nodig. Dit betekent dat het diafragma van f/4 > f/5.6 (1) > f/8 (2) > f/11 (3) > f/16 (4) moet om het gekozen creatieve effect te bereiken onder deze omstandigheden.
Compenseren
Al deze voorbeelden zijn er op gebaseerd dat je de lichtmeter van de camera je laat voorschrijven wat de ideale belichting is in de gekozen scène, maar zoals gezegd staan er op de lichtmeter waarden als -2, -1, +1 en +2. Dit betekent dat je ook kunt afwijken van wat de camera voorstelt, je kunt spelen met de belichting, compenseren.
Ondanks dat camera lichtmeters heel erg veel verschillende omstandigheden goed kunnen herkennen en hierop een goed advies kunnen geven (ik heb wel eens gelezen dat in sommige camera’s 30.000 verschillende lichtmodellen zijn vastgelegd), heeft de camera het toch niet altijd correct.
De camera is altijd op zoek naar 18% grijs in een scène, de 18% grijswaarde komt overeen met een neutrale belichting. Dit heeft tot gevolg dat bij een scène die wordt gedomineerd door wit de camera de neiging heeft om onder te belichten zodat de witte delen meer naar 18% grijs gaan. Hetzelfde geldt bij scène met voornamelijk zwart, dan heeft de camera juist weer de neiging over te belichten om het zwart meer op grijs te laten lijken. Een uitgelezen moment voor een fotograaf om in te grijpen en bijvoorbeeld de sluitertijd of het diafragma zo aan te passen dat de scène wordt onderbelicht of juist overbelicht.
Ook kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om een stop onder te belichten om toch net wel de gewenste sluitertijd te kunnen halen. Zeker als je in RAW formaat fotografeert dan kun je verlies in de schaduwpartijen achteraf wel terug halen (hoewel er wel iets meer risico is op ruis). Veel fotografen kiezen er ook voor om standaard 1/3-2/3 onder te belichten zodat er minder risico is op verlies van detail in de lichte delen van de foto.
Aan de hand van de belichtingsdriehoek kun je bij een gekozen diafragma of sluitertijd beredenen wat je moet aanpassen om het gewenste effect te bereiken. Waarbij je moet bedenken dat ISO aanpassingen vaak als laatste worden gedaan omdat die, zeker op de minder professionele camera’s, sneller een nadelig effect op de foto hebben.
Elke verandering van één van de elementen moet een gevolg hebben voor één van de andere elementen, bij een gelijkblijvende belichting. Als je bewust op zoek bent naar een bepaald effect, dan kun je dit principe los laten en compenseren.
Hallo Kenneth.
Wat weer een geweldig artikel. Ondanks alle cijfertjes toch heel duidelijk en naar mijn mening voor iedereen begrijpbaar. Ga het zeer binnenkort uitproberen.
Bedankt,
groeten,
Brigitta
Hallo Kenneth,
Dank je wel voor het duidelijke artikel over de belichtingsdriehoek,
Ik heb verschillende cursussen gedaan, beginnend bij de basiscursus.
Dit artikel stijgt boven de basiscursus uit.Ik had vaak moeite met de onderdelen te combineren, maar nu valt alles op z’n plaats, net als de puzzelstukjes die je hebt “getekend”.
Ik bewaar al je artikelen en in m’n vrije tijd pik ik er zo nu en dan eentje uit. Ik hoop nog veel van je te kunnen leren.
Hartelijke groeten,
Margaretha
Super Kenneth, eindelijk eens een duidelijke uitleg en overzicht!
Dank,
groeten,
Els
Prima Artikel Kenneth,
Erg duidelijk en helder.
groet Martin
Een goed artikel. Maar over het fotograferen in een kerkgebouw gelden wel een aantal regels. Ten eerste is het zo dat het niet gewenst is dat er überhaupt wordt gefotografeerd (tenzij met uitdrukkelijke toestemming). Ook is er in een aantal gevallen sprake van een exclusief recht, waarbij alleen het Kerkbestuur gemachtigd is om foto’s te publiceren. Ik weet dat in de Onze Lieve Vrouwe Kerk in Maastricht het niet toegestaan is om een foto te maken en te publiceren van het Mariabeeld dat in de kapel staat. Mijn stelling is dan ook: vraag eerst vooraf aan het pastorale team voordat je iets doen gaat. Dat voorkomt misverstanden en ergernis.
Hallo,
Ik ben een jongen van 13 en ik wil mooie foto’s maken van natuur en zo maar ik heb een camera van 5 megapixel op mijn mobiel :P Heeft u misschien tips voor me om mooie foto’s te maken van bijvoorbeeld sneeuw of zon? zo ja, mijn e-mailadres is niels_zlatan@hotmail.com
Hi, Kenneth,
Dank je wel voor dit voor mij zeer verhelderend en duidelijk verhaal. Deze gedetailleerde uitleg van de belichtingsdriehoek zocht ik al een tijdje. Mijn complimenten aan jou, ga zo door! Groetjes.
Ik was op zoek naar info over fotografie. Ik vond vandaag deze site en heb jou artikel gelezen. Fantastische uitleg. Volgens mij begin ik het nu te begrijpen. Onlangs vewrtelde mij een semi vakfotograaf dat er een tabel is van deze 3 aspecten, waarin jew snel kunt zien welk effect het verstellen van een stop heeft op de andere twee aspecten. Ik kon hem niet vinden op internet.
Overigens kan ik zeker nog heel veel nuttige info van deze site afhalen.
Bedankt.
Dag Kenneth,
Complimenten voor je site! Sinds een aantal weken koop ik elke zaterdag dagblad Trouw voor de bijlage “Succesvol fotograferen” Als ik je site eerder had ontdekt had ik daar niet aan hoeven te beginnen. Jouw uitleg is beduidend leerzamer dan de foto’s van Tom Ang. Die overigens wel mooi zijn.
Je site leent zich uitstekend om weggezakte kennis op te halen. Naar jarenlang gesjouw met een tas vol lenzen en een Canon A1 ben ik rigoureus overgestapt op een Canon Ixus 60. Sinds kort lonkt de oude hobby weer en heb ik een Nikon P100 gekocht want het gesjouw met lenzen ambieer ik nog steeds niet.
Toch nog een vraag over de belichtingsdriehoek; de combinatie sluitertijd, diafragma en ISO is mij duidelijk. Maar waar grijp de belichtingscompensatie op in? Of is dat een vierde dimensie?
Hoi Andre,
De belichtingscompensatie gebruik je om het beeld donkerder of lichter te maken dan de camera voorstelt. Met elk element van de driehoek kun je deze compensatie instellen, afhankelijk van het beoogde effect.
Je kunt er dus voor kiezen het diafragma een stop te sluiten (hoger f-getal) als je een stop wilt onderbelichten OF je kunt de sluitertijd een stop versnellen voor een stop onderbelichting OF (als je de ISO hebt verhoogd) de ISO een stop terugdraaien.
Hallo Kenneth,
Ook van mij de complimenten voor de site, geweldig. Ik ben zelf een beginner, begrijp de theorie van de driehoek volkomen, veel op je site gelezen. Waar ik zelf nog tegen aanloop , is het feit, dat wanneer je in de praktijk bezig bent, het lijkt of je alles weer even vergeten bent. Kom ik dan weer thuis en lees weer op je site, denk ik, ja zo zit het , eigenlijk heel eenvoudig. Ik neem voorlopig maar even voor mezelf aan, dat dit nog de onervarenheid is.
Groet Peter Mol,
Hallo Peter,
Ik heb ook vaak dat ik niet meer weet wat en hoe het ook alweer ging.
Daarom noteer ik alle belangrijke punten zoals instellen en standen op een klein blokje , en heb dit altijd bij de hand.
Mischien een handige tip voor de vergeetachtigen onder ons.
Succes.
Hoi Kenneth,
Bedankt voor deze duidelijke uitleg, begin het nu eindelijk te snappen.
Heb je nog tips voor in een studio, heb een canon 350 en fotografeer veel kinderen. Waar ik steeds tegen aanloop is als ik van achtergrondkleur zwart/wit varander. En wat voor stand zou je aanraden voor gebruik in studio…
Alvast bedankt,
Simone
De belichtingsdriehoek is een duidelijke en begrijpelijke uitleg
van hoe het zit met de verschillende getallen van het afstellen
van je kamera om te komen tot mooie foto’s.
Bedankt voor deze uitleg.
Hoi,
Duidelijk verhaal over de 3-eenheid.
Maar wat ik me nog afvraag.
Waar begin je mee?
Ga je uit van een bepaalt diafragma en pas je dan de rest aan of kies je een sluitertijd en ga je daar vanuit?
groet, Richard-Canon EOS.
Dankjewel Richard. De eenheid waarmee je begint hangt af van wat belangrijker is voor de foto. Is de scherptediepte (of het gebrek eraan) belangrijk, kies dan eerst voor het diafragma, is de sluitertijd belangrijker (om het beeld stil te zetten of juist beweging te suggereren), stel deze dan eerst in en pas de rest daar aan. Met je startpunt maak je dus een creatieve keuze.
Okee, Kenneth.
Snelle reactie, zat je al klaar? ;)
En de laatste poot van de 3hoek, het iso getal.
Kan dit een uitgangspunt zijn volgens jou?
Hehe, je trof me op het juiste moment. Over het algemeen wil je ISO zo laag mogelijk houden om de kwaliteit niet negatief te beïnvloeden. Meestal pas je dit als laatste aan als blijkt dat diafragma of sluitertijd niet genoeg is om aan de benodigde sluitertijd te komen. Ik kan me voorstellen dat je er mee start als je inschat dat de omstandigheden te donker zijn.
Voordeel van de ISO waarde pas als laatste te veranderen en voor diafragma of sluitertijd te kiezen is dat je maar één variabele hoeft aan te passen, kies je eerst voor ISO dan heb je twee variabelen om aan te passen.
Helemaal duidelijk nu.
Het is alleen nog een beetje uitvogelen met welke diafragma-waarde je begint gezien het grote bereik, maar dit zal wel uitproberen zijn.
Ik neem aan dat je de meeste tijd in het middenbereik zit? Lees F4.
Hoi Richard,
Ik heb even in Lightroom gekeken en vorig jaar heb ik het meeste f/4, f/6.3 en f/8 gefotografeerd, maar dat komt ook omdat de meerderheid van de foto’s vorig jaar tijdens evenementen zijn genomen en minder landschapsfoto’s, anders zou het meer naar f/11-16 neigen.
Zoals Kenneth ook al een beetje aangaf is het afhankelijk van de soort foto’s die je maakt.
Je diafragma kies je aan de hand van de situatie en niet andersom ;) Houd de belichtingsdriehoek daarvoor goed in de gaten en maak keuzes. Elke keuze heeft weer meerdere kanten. Kleiner diafragma betekent meer scherpt maar ook weer minder licht en dus sneller beweging. Heeft weer invloed op sluitertijd etc etc.
Het is een kwestie van keuzes maken naar aanleiding van de situatie en het plaatje dat je wilt bereiken en dat maakt de keus al veel minder groot dan dat het lijkt ;)
Spreken we over onder, midden en bovenbereik? Wat mij betreft niet ;)
Beste Kenneth,
Als nieuwe gebuiker van deze website, wil ik even kwijt dat mij een hoop duidelijk is geworden m.b.t de samenhang van Diafragma, sluitertijd en ISO.
Hartelijk bedankt.