Bij fotografie staat of valt alles met licht en belichting. Per slot van rekening betekent fotograferen ‘schrijven met licht’. Te weinig licht betekent dat je detail verliest (verdwijnt in zwart), te veel licht ook (verdwijnt in wit). De sluitertijd van de camera bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt en dus ook hoeveel detail je in een foto ziet. Maar ook hoe scherp of onscherp de foto er uit komt te zien. Sluitertijd is daarmee één van de belangrijkste elementen in de belichtingsdriehoek.
Foto’s worden gemaakt door het aanwezige licht voor een vooraf bepaalde tijd op een lichtgevoelig oppervlak te laten vallen. Vroeger was dat oppervlak film (de ASA waarde van de film bepaalde hoe lichtgevoelig het oppervlak was), tegenwoordig is dat een sensor waarbij de ISO waarde bepaalt hoe lichtgevoelig het oppervlak is.
Deze opengewerkte camera laat goed zien hoe het licht via de lens en de spiegel naar de zoeker wordt gestuurd. Klapt de spiegel omhoog, dan valt het licht op de sensor.
Hoe lang het licht op dit oppervlak valt wordt bepaald door de sluitertijd. In een spiegelreflexcamera zit, zoals de naam al zegt, een spiegel. In eerste instantie dient deze om het licht dat door de lens valt in de zoeker te laten zien zodat je een compositie kunt maken en de belichting kunt instellen. Op het moment dat de foto zelf gemaakt moet worden wordt de spiegel omgeklapt voor de tijdsduur van de ingestelde sluitertijd, en vervolgens klapt deze weer terug. Dat is het typische klik-klak geluid wat je hoort.
Deze video van James Pearman laat goed zien wat er gebeurd als de sluiterknop wordt ingedrukt. De spiegel klapt op om het licht van de lens op de sensor te kunnen laten vallen, de twee lamellen die de echte sluitertijd bepalen schuiven razendsnel van boven naar beneden.
De sensor is erg lichtgevoelig, de sluitertijd is daarom vaak maar heel kort, fracties van seconden. Sluitertijd wordt uitgedrukt in waarden zoals 1000, 640, 250, 20 etc. Dit betekent eigenlijk 1/640 seconde, 1/250 seconde, etc. Hoe hoger het getal, hoe sneller de sluiter weer dicht gaat en hoe minder licht er op de sensor valt.
Lichtmeter
Er is niet één ‘juiste sluitertijd’, de benodigde sluitertijd – om een goed belichte en niet bewogen foto te krijgen – wordt bepaald door de hoeveelheid aanwezig licht in een scène, de opening van het diafragma en het gewenste effect. De sluitertijd hoef je niet te gokken, daar helpt de ingebouwde lichtmeter van de camera bij.
In bijna elke stand op de camera, behalve de automatische stand, zie je als je de sluiterknop half indrukt (er zit wat weerstand voordat je hem helemaal doordrukt en hij een foto maakt) een balkje met een verticaal streepje eronder (bij spiegelreflex in de lens, bij compact camera’s vaak op het scherm). Dit streepje geeft aan of de lichtmeter van de camera vindt dat de foto precies goed (gemiddeld 18% grijs in het beeld, streepje staat in het midden), onderbelicht (streepje aan de linkerkant van het midden) of overbelicht (aan de rechterkant van het midden) is. Over het algemeen geldt dat hoe duurder de camera is, hoe beter hij dit kan inschatten. Hoewel ook de toppers miskleunen afhankelijk van de omstandigheden en intentie van de fotograaf.
Omdat de camera altijd belicht op gemiddeld 18% grijs in de foto krijg je over het algemeen foto’s die redelijk wat details laten zien in de donkere delen en ook redelijk wat detail laten zien in de lichtere delen van de foto (wel afhankelijk van je onderwerp en het aanwezige contrast). Maar hierdoor loop je ook het risico’s dat de mooie kleuren (bijvoorbeeld bij een zonsondergang) wat onderdrukt worden. Dit betekent dat zwart minder zwart wordt en wit minder wit.
Dit is ook de reden waarom je bij foto’s met sneeuw bij perfecte belichting (volgens de lichtmeter van de camera) vaak ziet dat de sneeuw een beetje grijs wordt weergegeven (en blauw, maar dat is een onderwerp voor een volgende keer).
Oeps, deze foto was onderbelicht waardoor er een blauwe gloed over de foto kwam. Door de belichting +1,75 stop te doen en een wit punt in de foto te selecteren worden de kleuren weer zoals ze er in het echt uitzagen.
Op de automatische stand zal de camera altijd op zoek gaan naar gemiddeld 18% grijs in het beeld. Dit is in de meeste gevallen ook de juiste belichting, de camera heeft een uitgebreide database van voorkomende situaties en schat aan de hand daarvan de juiste belichting in. Maar het kan toch lonen om zelf de belichting in te stellen of bij te stellen om meer controle uit te oefenen over de foto. Dit kan door te kiezen om iets onder te belichten of juist over te belichten afhankelijk van de situatie. Controleer de handleiding van de camera om te zien hoe je dat voor jouw camera kunt doen.
Zelfs hiermee kun je al hele creatieve effecten bereiken. Bijvoorbeeld als je een zonsondergang fotografeert met een boom voor je in het beeld (een tegenlicht situatie) en je mikt eerst op de lucht om het licht te meten, je zorgt er voor dat hierop de sluitertijd wordt afgesteld en vervolgens maak je een compositie met de boom in beeld, dan zul je zien dat de boom sterk wordt onderbelicht (want je hebt de sluitertijd aangepast op fel licht) en krijg je een silhouet van de boom.
Belichting ingesteld op de lucht, zodat het onderwerp als silhouet wordt weergegeven
Onder-/overbelicht
Voor het meten van het licht maakt het dus wel uit waar je de lens op richt. Als je op een donker vlak richt om het licht te meten zal de camera het donkere deel naar het grijze midden willen halen, mik je op een licht stuk dan maakt hij juist het lichte deel neutraler grijs. Dit betekent dat als je een foto neemt waarin een groot donker vlak en een groot licht vlak voorkomt, zowel in de lichte als donkere delen minder details zichtbaar zullen zijn. Een camera kan minder contrastverschil vastleggen dan het menselijk oog kan waarnemen. Het dynamisch bereik is beperkt.
Drie foto’s met verschillende belichtingen
Dit krijg je bijvoorbeeld als je een kerk met een donkere kant in de schaduw en een felblauwe lucht op de foto wilt zetten. Het blauw trekt dan veel meer naar het wit, omdat er veel meer licht op de sensor moet vallen om het donkere deel met genoeg detail weer te geven. Er zit dan te veel verschil tussen donker en licht, dit verschil kan de (digitale) camera niet overbruggen, waar onze ogen dit wel kunnen.
Je kunt er dan voor kiezen om de foto te onder- of overbelichten. Je kiest hiermee dan voor het lichte (onderbelichten) of juist voor het donkere deel (overbelichten). Je kiest er dan voor om het donkere deel donkerder te maken of het lichte deel lichter. Dat is een artistieke keuze. Maar soms kan het ook helpen als je het licht meet op het lichte deel en vervolgens dat iets overbelicht zodat je donkere deel gedetailleerder wordt. Je kunt hiermee proberen om een zo goed mogelijk evenwicht in de foto te krijgen qua belichting.
Tenzij je natuurlijk juist veel contrast wilt hebben, zoals deze foto genomen in Leiden. Hier heb ik het licht gemeten in de lucht en omdat het stadhuis van Leiden vanaf deze kant helemaal in de schaduw lag zag je bijna geen detail meer in de originele foto. Door het contrast in een beeldbewerkingsprogramma nog net iets sterker te maken is zelfs al het detail verdwenen.
Door de belichting in te stellen op de lucht verdwijnt al het detail uit
het stadhuis van Leiden
Onder- of overbelichten wordt uitgedrukt in “stops”. Op de lichtmeter balk staat een -2, -1 0 +1 en +2 waarde. +1 Betekent 1 stop overbelicht. Vaak ga je bij onder- of overbelichten naar de hele waarden toe op de lichtmeter balk. Bijvoorbeeld bij sneeuw is het vaak nodig om 1 stop over te belichten. Dus je stelt de sluitertijd bij totdat het lichtmeter streepje bij de +1 staat. Er valt dan meer licht van de witte sneeuw op de sensor zodat het wit wit blijft en niet meer naar het neutrale grijs trekt.
Veel fotografen onderbelichten standaard 1/3 stop (eerste streep links van het midden) om er voor te zorgen dat de witte delen net genoeg detail vasthouden en niet overbelicht worden, hoewel er ook mensen zijn die zeggen dat je bij het fotograferen in RAW formaat juist moet overbelichten, omdat het in de nabewerking makkelijker is details uit de lichte delen te halen dan uit de schaduwen.
Stilhouden
Hoe langer de sluitertijd is, hoe meer risico je loopt dat de foto bewogen is. Je moet namelijk de camera stil houden zo lang er licht op de sensor valt. Wordt de sluitertijd te lang, dan wordt de foto onscherp door de beweging in je handen als je de camera niet op een statief hebt staan.
Een ezelsbruggetje, om tot op zekere hoogte een scherpe foto te kunnen garanderen, is dat 1 gedeeld door de focale lengte van de lens de minimum sluitertijd is. Dus, als je met een 70-300mm zoomlens op 200mm fotografeert, dan moet je sluitertijd ruwweg 1/200s zijn om een beeld zonder onbedoelde bewegingsonscherpte te kunnen garanderen. De dichtstbijzijnde sluitertijd is dan 1/250s. Dit geldt zowel voor camera’s met een crop sensor (met een verlengingsfactor van de focale lengte van 1.5x, 1.6x of 2x) als voor camera’s met een full-frame (35mm) sensor.
Tot ongeveer 1/60s-1/30s kun je een lens meestal nog handmatig stil houden (ligt een beetje aan je techniek en hoe jong je bent), daarna is een stabiele ondergrond aan te raden. Met een 12mm lens heb je dus niet gegarandeerd scherpe beelden met een sluitertijd van 1/15s. Het kan wel, ik heb een paar foto’s onder donkere omstandigheden die scherp zijn, maar het is geen standaard gegeven.
Je kunt er voor zorgen dat met een relatief langzame sluitertijd de foto’s toch scherp worden door jezelf of de camera tegen een muur aan te drukken of de camera op een muurtje of een prullenbak te plaatsen. Als je snel drie foto’s achter elkaar neemt door de sluiter ingedrukt te houden is de middelste foto vaak scherp. Zo is onderstaande foto tot stand gekomen:
Vuurwerk met een sluitertijd van 1/13s geschoten, maar toch onbewogen
Zoals je ziet, vooral met zoomlenzen met weinig licht wordt het een lastig verhaal foto’s te nemen met de camera in de hand. Gelukkig hebben camerafabrikanten hiervoor de beeldstabilisatie techniek ontwikkeld. Hulpmiddelen als Image Stabilisation (IS, Canon) of Vibration Reducation (VR, Nikon) op lenzen kunnen helpen om toch iets af te wijken van dit ezelsbruggetje.
Soms is bij gebruik van beeldstabilisatie wel 2 tot 3 licht stops winst te behalen, wat bij 1/250s zou betekenen dat je op 1/250s > 1/125s > 1/60s ook nog scherpte resultaten zou kunnen behalen. Je betaalt er echter wel een prijs voor, de lens is duurder en zwaarder.
Sommige camera’s (alle Sony Alpha camera’s en verschillende Olympus en Pentax camera’s) hebben beeldstabilisatie standaard ingebouwd zitten om zich te onderscheiden van marktleiders Canon en Nikon. Dit betekent dat de genoemde nadelen voor deze camera’s en lenzen niet gelden en dit maakt deze merken voor veel mensen interessant.
Sluitertijd verlengen of verkorten
Afhankelijk van de benodigde sluitertijd – voor een correcte belichting en om onscherpte door beweging tegen te gaan – en je creatieve keuze heb je een snelle(re) of langzame(re) sluitertijd nodig.
De sluitertijd wordt grotendeels bepaald door het aanwezige natuurlijke of kunstmatige (flits) licht. Afhankelijk daarvan kun je aanpassingen doen om tot de gewenste sluitertijd te komen. Als de sluitertijd te lang is om een onbewogen foto te krijgen, dan kun je er bijvoorbeeld voor kiezen de ISO waarde te verhogen of het diafragma verder te openen (lager f-getal, bijvoorbeeld f/4 in plaats van f/5.6) om meer licht op de sensor te laten vallen.
Er was niet veel licht, maar ik heb er toch voor gekozen een dicht diafragma (f/22) in te stellen om een langere sluitertijd te krijgen voor het opnemen van lichtstrepen in het beeld
Is er juist te veel licht – bijvoorbeeld midden op een warme zomerdag – dan kun je er juist voor kiezen om het diafragma verder te sluiten (een hoger f-getal, bijvoorbeeld f/8 in plaats van f/5.6) of indien je dan te veel scherptediepte krijgt een polarisatiefilter of grijsfilter voor de lens te plaatsen om minder licht op de sensor te laten vallen.
Alle instellingen op de camera hebben invloed op elkaar, ze vormen de belichtingsdriehoek.
Wil je je niet bezig hoeven houden met ISO en diafragma, maar wel creatief willen werken met de sluitertijd, dan kun je gebruik maken van de sluitertijdprioriteit stand op de camera (Tv bij Canon of S bij Nikon). Je stelt dan een voorkeur in voor de sluitertijd, de camera zorgt er voor dat het juiste diafragma en eventueel ook de ISO waarde er bij wordt gezocht om deze sluitertijden ook mogelijk te maken.
Beweging
De sluitertijd bepaalt dus in grote mate of een foto bewegingonscherpte te zien geeft. Er zijn echter ook bedoelde effecten van bewegingsonscherpte, bijvoorbeeld het vastleggen van een snelle auto of snel stromend water in een waterval. Je kunt daarmee meer dynamiek in je foto brengen.
Meebewegen met de auto (panning) geeft een onscherpe achtergrond. Kies een sluitertijd rond de 1/100s zodat de autowielen niet stilstaan, maar beweging suggereren.
Bij een snelle auto wil je de auto scherp vastleggen, maar de achtergrond mag best onscherp zijn. Door mee te bewegen met de auto en een relatief langzame sluitertijd te kiezen verandert de achtergrond in strepen die beweging suggereren. Bij een waterval geeft een lange sluitertijd het water een mistachtig effect waardoor de stroming van het water duidelijk in beeld wordt gebracht.
Door een hoog diafragma getal te kiezen (f/22) werd de sluitertijd teruggebracht tot 1.5s,
waardoor het stromend water dynamischer kon worden vastgelegd dan met een snelle sluitertijd.
Ook met stilstaande voorwerpen kun je toch een dynamische foto maken, zoals onderstaande foto waarbij ik tijdens het indrukken van de sluiterknop ook aan de zoomknop draaide. De sluitertijd van 1/15s zorgt er voor dat de beweging wordt vastgelegd.
Met de sluitertijd kun je meer creatieve effecten bereiken. Bijvoorbeeld door er voor te kiezen de sluitertijd te verlengen zoals bij onderstaande foto van een windmolentje:
Een lange sluitertijd toont de snelle beweging van het windmolentje in de wind
Of door er juist bewust voor te kiezen de sluitertijd snel te maken en niet mee te bewegen met een sporter om het sportevenement of een andere manier te laten zien.
Door de sluitertijd niet af te stellen op de sporter, maar juist op het publiek vertel je een verhaal met de foto
Sluitertijd is een enorm belangrijk element in de belichtingsdriehoek voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat van de foto. Een ideale belichting hoeft niet altijd het beste te zijn voor de foto, soms is onderbelichten of overbelichten beter. Aarzel niet om verschillende belichtingen te proberen, bekijk wat het beste resultaat geeft en leer ervan voor toekomstige situaties.
Ik heb iets raars, wanneer ik mijn sluitertijd instel op bv. 400 in de stand tv, kiest mijn 7 d m II toch zelf de sluitertijd. Hoe kan dat?
Hmm. in de tv stand kiest de camera de diafragma zelf de sluitertijd pas jij aan door aan het wieltje te draaien..
Hoe zie jij dat de camera de sluitertijd aanpast door overbelichting of verandering in de belichting??
Want dit kan ook komen doordat de camera zelf de diafragma en de iso aanpast.
Het diafragma past de camera zelf aan in de tv stand.
Je bent al aardig op weg als je zelf de sluitertijd aanpast , waarom kies je niet voor de M stand zodat je alles zelf in kan stellen .
Ten opzichte van de tv stand is dan alleen nog de diafragma en de iso om zelf in te stellen een koud kunstje lijkt me voor jou.
mn foto slijken wel of er een soort mist op ligt vooral bomen met de lucht als achtergrond hebt wat zal dat kunnen zijn heb pas mn hobby gevonden vandaar mvg
R.Snijders
Hallo Rob Snijder ,
Heb je de iso misschien te hoog staan
bij daglicht zou ik beginnen bij iso op 100 en dan met de sluitertijd het aanpassen ,, maar altijd de iso zo laag mogelijk proberen te houden.
ja die staat inmiddels op 200 en dat is inderdaad beter bedankt voor de reactie
Hallo,
Hoef ik met gebruik van de flitser niet zo zeer op een langzame sluiter te letten bijv. 1/30 ,wat zou de maximale sluitertijd hier ongeveer voor moeten zijn ? (gaat om woonkamer)
ps heb mijn flitscompensatie op -1 staan
(sony rx100 compactcamera)
Mvg Henry.
Hallo Henry,
Het is idd zo dat met flitser de sluitertijd anders behandeld moet worden. in een woonkamer met te weinig licht dus. is het toch wel mooier om een statief te gebruiken bij stille beelden..dus niet je kat bv die rond huppelt want dan kan je sluitertijd niet hoger dan 120+- zijn.
Als je de sluitertijd instelt en diafragma dan kan je in de meeste gevallen de knop om de foto te nemen half indrukken en dan maakt de camera een lichtmeting die weergegeven word op de display van de camera, licht en donker. ik probeer altijd een beetje aan de lichte kant, die zijn beter te bewerken nadien, zo kan je mooi een beetje prutsen met de instellingen .
Met flits zal je altijd een wat hogere sluitertijd moeten kiezen anders word de foto te belicht.
Wat mensen ook doen soms is een wit papiertje voor de flitser te houden zodat de flits iet wat gedimd word. of je moet natuurlijk al een flitser hebben die je goed kan instellen.
De sluitertijd is meestal beneden de 120 moeilijk met de hand vast te houden of je moet al een goeie vaste hand hebben.
Ook als je kat loopt bv dan zal je al wat hoger moeten schieten.
hopelijk heb je hier wat aan, gr Edwin
Bedankt Edwin,wat Ik ook bedoelde is dat de flits het zaakje bevriest ,zodat Ik makkelijker uit de hand kan schieten ,bij. Bijv.1/30 Maar in principe is zo’n lange sluitertijd toch Niet nodig omdat er veel Licht vrij Komt met flitsen zoals Jij schreef (120+)
Ik heb op mn camera iets wat ik niet snap. Als ik onder de 1/4 kom, komt er 0″3 of hoger. Wat betekent dit?
Leerzaam artikel tevens net als andere op deze site!
Vraagje: Ik heb een Sony DSC hx400v digitale camera.
Graag zou ik ook een lange sluitertijd (bij dag) willen gebruiken echter zijn dan de foto’s te overbelicht. zodra ik onder de 1/60 kom.
Wil dit dan zeggen dat me diafragma niet toereikend genoeg is?
Hey Nathan,
Als toevoeging op de goede tip van Edwin,
Wanneer je overdag een lange sluitertijd wil gebruiken zal je een zo klein mogelijk diafragma moeten gebruiken (hoog cijfer). Ook zal je de ISO zo laag mogelijk moeten zetten. Deze waarden bepalen hoeveel licht je opneemt in je beeld en hoe fel dit licht is. Hoop dat je er wat mee kan! Succes!
Grtz Jeroen
Je hebt gelijk als het gaat over de foto donkerder maken met Diafragma.. alleen met het instellen van de diafragma ga je je scherptedieptepunt veranderen en dit is dus niet bedoeld om je foto donkerder te maken.
Je ontkomt er niet aan om een ND filter aan te schaffen . er zijn al hele leuke setjes tekoop bij BV bol.com voor 39.95 voor de starters,
https://www.bol.com/nl/p/filter-kit-58-mm-lens-fotografie-fotocamera-filterset-58mmuv-fld-nd2-nd4-nd8-voor-canon-rebel-t4i-t3i-t3-t2i-t1i-xs-xsi-18-58mm-nikon-sony-voor-nog-betere-foto-s-disqounts/9200000060114590/?Referrer=ADVNLGOO002018-G-37743965275-S-271313539615-9200000060114590
Nathan.. je zal dan met nd filters moeten gaan werken.
Hallo,
Voor school moet ik een opdracht doen met de camera. Ik moet namelijk werken met graffiti light. Hiervoor moet ik echter mijn sluitertijd aanpassen. Maar ik heb echt geen idee hoe ik dat moet doen. Ik heb een camera van lumix. Is er iemand die mij dit gedetailleerd kan uitleggen want ik ken niets van die camera.
Alvast bedankt!
hoi,
Je hebt er niet bij geschreven wat voor lumix camera hetis, maar wat ik gelezen heb, is dat je een opnamestand moet kiezen waar je sluiter (na zonsondergang, dus in het donker) moet kunnen blijven openstaan.
zie hier 2 links met meer info:
http://www.fotovideo.nu/light-graffiti-tekenen-met-licht/
https://www.photofacts.nl/fotografie/rubriek/tips_en_truuks/aan_de_slag_met_light_painting.asp
misschien kun je hier iets mee
Hallo Shana,
Er zijn vele camera,s van Lumix en veel verschillen.
Heb je een compact camera of spiegelreflex ,
Je zou even je type camera in moeten typen bij bv youtube of google en op sluitertijd moeten zoeken om achter jou camera instellingen te komen of gewoon even de gebruiksaanwijzing lezen van je camera.
Als je een spiegelreflex hebt zou je de selectie op M kunnen zetten en dan aan het wieltje draaien . als je een compact camera hebt moet dit als het mogelijk is, in de instellingen in het camera menu gebeuren. ook is een statief aan te raden voor het geen wat je wilt gaan doen.
tip voor de volgende keer laat even in je bericht weten welke camera je precies hebt Type en model,
Voor mensen die opzoek zijn naar een leuke techniek fotograferen..
In het donker foto,s maken (donkere ruimte of in de nacht)
Zet je camera op een statief
Als je een afstandsbediening hebt gebruik deze dan
Als je geen afstandsbediening hebt zet dan de ontspanner timer op bv 5sec
Zet je sluitertijd op bv 20sec dit mag ook gerust 1min of langer zijn.
Tijdens het nemen van de foto gedurende de bv 20 sec
Ga je met een zaklamp over het object dat je fotografeert
Zo ga je met licht de foto inkleuren en krijg je super mooie effecten.
Ik vind dit zelf een super leuke techniek om bijzondere foto,s te maken.
bij bv bomen krijg je een heel mooi effect en dit is ook erg leuk om mee te oefenen .
Hopelijk hebben jullie hier wat aan en krijgen jullie inspiratie hierdoor.
Groeten Edwin
Hallo,
Ik heb een Sony dsc hx400v.
Als de camera op A stand staat krijg ik de achtergrond niet wazig 2.8. Ook niet op de portret stand is de achtergrond niet wazig. Is er iets mis met de camera?
Groet, B.
Om de achterkant wazig te krijgen. kan je het beste met de hand scherpstellen.en diafragma van 2.8 is best wel wijd open. ook die zou je dan wat hoger moeten zetten in getal. waardoor de lamellen wat dichter zitten en dus iets minder licht opnemen..en voor de rest is het proberen en nog eens proberen.. succes.
Oké ga ik morgen proberen.
Bedankt
Ik heb vanavond een opdracht bij mensen in hun tuin, het is de bedoeling dat ik foto’s neem van feestende mensen die veel bewegen en waar er weinig licht is, er zal enkel licht zijn van vuurkorven en er zullen ook lasers aanwezig zijn dus dit maakt het misschien ook een moeilijke factor. Wat stel jij voor als instellingen op dit soort evenementen? Mijn doel is om vooral duidelijke silhouetten te fotograferen.
Je hebt je foto’s waarschijnlijk al gemaakt maar voor andere mensen: Kies het laagste diafragma, de langste sluitertijd zonder bewegingsonschertpte en de hoogste ISO zonder te veel ruis. Ik kies dan meestal voor f2.8, 1/100s (als de mensen veel bewegen) en ISO 3200. Hoe hoog je camera kan gaan in ISO zonder teveel ruis hangt ook van de camera en omstandigheden af.