In Almere wordt al 30 jaar de Holland Triathlon gehouden. Dit jaarlijks terugkerende evenement bestaat uit maximaal 3,8km zwemmen, 180km fietsen en als toetje een marathon van 42,195km met verschillende tussenafstanden. De atleten zijn gemakkelijk 8 a 9 uur in touw.
Dankzij de verschillende onderdelen en het lange tijdschema is een triathlon een ideaal evenement om te oefenen met sportfotografie.
Almere is trouwens niet de enige stad waar je een triathlon kunt bezoeken, je kunt een groot deel van het jaar triathlons bezoeken. Door de uitgestrektheid van met name het fiets- en looponderdeel is het een heel toegankelijk evenement waar je als fotograaf je hobby goed kunt uitoefenen.
Probeer vooraf er achter te komen hoe het parcours in elkaar zit. In Almere heb ik het voordeel van lokale kennis en kan ik zo het parcours combineren met architectuur of eigenschappen van de omgeving om een sfeerfoto te maken. Ken je de omgeving niet dan is Google Maps van onschatbare waarde of kun je vooraf gaan kijken.
Ben je zelf ook een beetje sportief aangelegd dan duurt het evenement ook lang genoeg dat je een wandeling kunt maken langs delen van het parcours en zo geschikte plekjes kunt vinden.
Aangezien het om een buitenevenement gaat moet je altijd rekening houden met de weersomstandigheden. Van de vijf triathlons in Almere waar ik heb gefotografeerd waren er twee waar op enig moment een fikse onweersbui over het parcours kwam. Niet een moment om je camera op te bergen, maar juist een moment om een onderscheidende foto te maken. Met een plastic zak kun je de camera en lens vaak al goed beschermen tegen de regen.
Vergeet niet voldoende geheugenkaartjes mee te nemen. Tijdens het fotograferen wil je niet steeds op het scherm te hoeven kijken om foto’s te beoordelen (als je eenmaal een goede instelling hebt, concentreer je dan op het vastleggen van de momenten) of foto’s te wissen (zo kun je ook niet per ongeluk alles verwijderen). Neem dus voldoende geheugenkaartjes mee en natuurlijk ook reservebatterijen als je hierover beschikt.
Bij het vastleggen van sport is een snelle sluitertijd belangrijk om de actie te kunnen bevriezen, maar maak hem weer niet zo lang dat alle snelheid uit de foto verdwijnt. Een beetje beweging is goed om de dynamiek te tonen, zo lang het belangrijkste maar scherp is. Een goede manier om scherpte te beoordelen achterop de camera is door te kijken of het startnummer scherp is.
Zwemmen
Het zwemonderdeel is het lastigst te fotograferen. Eigenlijk is het beste moment de (vroege) start, dan kun je vanaf de kant de opbouwende spanning en voorbereidingen vastleggen en het moment waarop de grote groep zwemmers zich in beweging zet. Dan zijn er ook de laatste rustige contactmomenten tussen de sporters en de supporters.
Dit jaar was het in Almere mogelijk vanaf de kade het inzwemmen vast te leggen, waardoor ik deze actiefoto kon maken:
Soms heb je het geluk dat je ook langs de kant de zwemmers kunt vastleggen. In dat geval is het mooi om de grote groep zwemmers vast te leggen. Een mooi gezicht zo’n samengepakte groep zwemmers. Het is een kwestie van de sluiterknop langere tijd ingedrukt te houden om achteraf de meest dynamische foto er uit te kunnen pikken.
Verder kun je de zwemmers in de omgeving plaatsen door elementen in de foto op te nemen waarmee je diepte creëert, bijvoorbeeld door rietkragen op te nemen of (jury)boten.
Na het zwemmen rennen de atleten naar de wisselzone waar ze hun zwemkleding omwisselen voor wielrenkleding en op de fiets springen. De eerste plek om de verschillen te zien en proberen wat tijd goed te maken.
Fietsen
Het zwemonderdeel is relatief snel gedaan, maar 180km fietsen kan gemakkelijk 4-6 uur duren. Zo heb je de kans veel verschillende hoeken te proberen en plekken op te zoeken. Er worden meerdere ronden gereden, afhankelijk van de afstand die de atleten afleggen, zo heb je de kans de leiders meerdere keren langs te zien komen.
Buiten het startgebied is het aantal dranghekken beperkt (het is veel te duur om een fietsparcours van 45km volledig af te zetten), waardoor je goed zicht hebt. Maar ook met dranghekken is het niet zo druk dat je geen mooie plaatjes kunt maken, zeker buiten het startterein.
De snelheid van het fietsen is zo hoog dat de sluitertijd de leidende factor is. Een snelle sluitertijd is vereist om de actie volledig stil te zetten, maar met een langzamere sluitertijd kun je de atleten volgen (‘pannen’, zie hieronder) en de achtergrond sterk vereenvoudigen. Welke sluitertijd je kiest ligt aan de compositie en de snelheid van de fietsers.
De juiste sluitertijd is een balans tussen het scherp krijgen van de atleten en toch voldoende snelheid in de foto te krijgen. Welke sluitertijd de juiste is hangt een beetje af van de snelheid van je onderwerp.
De eenvoudigste manier om de snelheid te tonen is door een sluitertijd te kiezen die de spaken in het wiel niet laat zien. Als de spaken niet volledig scherp zijn kan de kijker zien dat het hard gaat. Als je de fietsers recht of schuin van voren fotografeert dan kun je een snelle sluitertijd kiezen om de actie stil te zetten. De wielen zijn dan minder zichtbaar.
Niet alles hoeft scherp te zijn, vaak heb je een hoge sluitertijd nodig om ook de voeten stil te zetten, maar juist die beweging in de schoen voegt nog extra dynamiek toe. Werken met een iets langere sluitertijd is vaak een compromis en vereist wat experimenteren om de juiste instelling voor dat moment te krijgen.
Voor het fotograferen recht van voren kies ik een sluitertijd van rond de 1/160s-1/200s. Ik gebruik hiervoor de sluitertijdvoorkeur stand van mijn camera, maar je kunt dit ook handmatig instellen. Afhankelijk van de omstandigheden is het soms nodig om de ISO waarde te verhogen om deze sluitertijd te kunnen halen.
Kies bij het fotograferen van beweging voor de continuous autofocus (of AI Servo bij Canon) als dit op de camera zit. Je loopt dan ook minder risico dat je onderwerp weer uit het scherpe gedeelte van het beeld is voordat je hebt afgedrukt.
Je moet dan ook alle focuspunten activeren op de camera. De camera probeert dan zelf de beweging te detecteren en te volgen. Zo hoef je niet steeds half de sluiterknop in te drukken om een nieuw focuspunt in te stellen.
Ik maak gebruik van een telelens (ik heb maximaal 200mm op de Canon 70-200mm F4L IS die ik gebruik) zodat ik de atleten van iets verder weg kan vastleggen. Hoe dichter bij de fietser, hoe hoger het optische snelheidsverschil tussen de fietser en de fotograaf.
Daarnaast levert het gebruik van een telelens ook op dat de achtergrond sneller minder scherp wordt weergegeven zodat afleidende elementen verdwijnen in de achtergrond.
Een lange rechte weg is ideaal om groepen fietsers te laten zien of een fietser volledig af te zonderen. Zeker als je een bomenrij in beeld kunt krijgen kun je een rustige compositie maken.
Andere favoriete plekken zijn lagere punten bij bruggen of dijken, zodat je iets naar boven kunt fotograferen om meer lucht te laten zien in de foto en op die manier storende elementen weg te halen.
Een telelens is trouwens geen vereiste, als je bij een bocht gaat staan komen de fietsers langzamer door de bocht en kun je met een normale of groothoeklens ook dynamische plaatjes maken.
Let trouwens op de motoren die over het parcours rijden, de drie heren en dames die voorop liggen krijgen allemaal een motor mee en soms ook een motor met een cameraman. Zo weet je ook aan de kant van de weg, waar er vaak geen commentaar te horen is, wie er op kop liggen en kun je een foto maken van de koplopers op dat moment.
Maar het draait niet alleen om de leiders, er doen allerlei mensen mee, van professionals tot bedrijfsteams en amateurs. En zelfs als je in de 60 of zelfs 70 bent kun je meedoen bleek dit jaar maar weer.
Pannen
Je maakt een extra dynamische foto als je met de fietsers meebeweegt. Is de sluitertijd voldoende traag dan wordt de achtergrond als een rij strepen weergegeven en gaat alle aandacht naar de fietser. Dit meebewegen noemen we ‘pannen’ (Engels uitgesproken als ‘pennen’).
Tijdens het ‘pannen’ is het belangrijk dat je de renner probeert van iets verder weg te volgen, af te drukken op het punt waar je de renner wilt vastleggen en de beweging met de camera daarna nog een tijdje vol te houden tot de renner uit beeld is.
Door niet meteen te stoppen met de beweging na het indrukken van de sluiterknop krijg je een soepelere beweging en heb je een grote kans dat de renner op de juiste plek in het beeld blijft. Belangrijk is om die positie gelijkmatig te houden – zolang de spiegel van de camera is opgeklapt – zodat de renner goed scherp wordt vastgelegd.
Dit klinkt allemaal redelijk eenvoudig, maar is moeilijker dan het lijkt. Bereid je erop voor dat je veel onscherpe foto’s zult weggooien en dat het even duurt voordat je de juiste panningbeweging hebt. De snelheid is zo hoog en de afstand zo klein dat het lastig is om precies te voorspellen waar je moet afdrukken, soms is het een kwestie van gevoel, experimenteren en geluk hebben.
Over het algemeen is een sluitertijd van rond de 1/100s-1/125s voldoende om op snelheid de achtergrond onscherp te maken, zeker als de fietsers relatief dicht langs je komen. Je kunt experimenteren met langzamere sluitertijd, hoe langzamer hoe meer de achtergrond onherkenbaar wordt, maar ook hoe groter de kans dat de fietser zelf onscherp is als je hem tijdens de beweging niet precies op dezelfde locatie in beeld houdt.
Natuurlijk kun je ook achteraf de foto bijsnijden om een krappere compositie te maken, maar het is de moeite waard om zo dicht mogelijk in te zoomen tijdens het fotograferen zodat je zo veel mogelijk details kunt laten zien.
Zoek voor het pannen een rustige achtergrond. er zijn vaak veel verkeersregelaars, linten en pylonen aanwezig met felgekleurde kleuren, probeer een punt te vinden waarin je deze uit de achtergrond kunt houden zodat het oog van de kijker niet naar hen wordt getrokken. Ontkom je er niet aan dit in je achtergrond op te nemen, dan kun je de foto achteraf ook nog zwartwit maken.
Gebruik je een lens met beeldstabilisatie dan kun je vaak op de lens instellen dat je gebruik wilt maken van een andere (sport) beeldstabilisatie dan gebruikelijk.
Lopen
Van het fietsen gaat het naar het ‘lopen’. De atleten komen terug bij de wisselzone om sportschoenen aan te trekken, de helm en bidons weg te gooien en renbidons om te doen.
Bij het lopen gaat het er iets rustiger aan toe dan bij het fietsen, hoewel de snelheid nog steeds niet laag is. Ook is nu het hele lijf in beweging, waardoor er weer kans is op onscherpte. Ik gebruik hier weer een hogere sluitertijd om alle beweging stil te zetten.
Bij het vastleggen van het lopen probeer ik er voor te zorgen dat niet alle voeten van de grond zijn, dit geeft de indruk dat de atleet aan het vliegen is. Met één voet op de grond en de andere in de lucht zie je dat de atleet in beweging is.
Sta je in de buurt van een post waar water wordt uitgedeeld, dan kun je door in te zoomen vastleggen hoe de atleet water over zijn gezicht of lichaam spuit, dit maakt een interessant plaatje.
Publiek
Vergeet ook niet om aandacht te besteden aan de omgeving en de toeschouwers die zijn gekomen om hun helden aan te moedigen.
Door de sporters in de omgeving vast te leggen geef je meer sfeer aan je fotoserie en maak je de foto’s minder inwisselbaar met andere evenementen.
Dit soort evenementen trekt een gemixt publiek van sportliefhebbers, fotografen en andere mensen die op het evenement afkomen.
Deze kun je soms goed in je foto’s verwerken om extra sfeer te geven aan een foto of om een indruk van de drukte en de uitdossingen te geven in een serie foto’s.
Vergeet niet om achteraf je foto ook op internet te zetten, misschien komt een atleet zijn/haar actiefoto wel tegen en kun je hen blij maken met een blijvende herinnering aan deze dag! Je zult merken, hoe meer je oefent, hoe makkelijker je tot mooie resultaten kunt komen.
Hi Kenneth,
Erg leuk artikel en goede informatie voor fotografen bij een triathlon. Er is altijd wel “ergens” een wedstrijd(je) in de buurt dus je kunt je als fotograaf uitleven. Tips voor alle fotografen: stel je van te voren op de hoogte, laat je bijpraten door de organisatie of vrijwilligers. Van te voren aanmelden levert vaak “access almost all areas” op. Belangrijkste tip = loop/zit niet in de weg!
Groet,
Als fotograferende triathleet , prachtig artikel. Nuttig en ook als sporter herkenbare prachtige beelden.