Bij fotografie staat of valt alles met licht en belichting. Per slot van rekening betekent fotograferen ‘schrijven met licht’. Te weinig licht betekent dat je detail verliest (verdwijnt in zwart), te veel licht ook (verdwijnt in wit). De sluitertijd van de camera bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt en dus ook hoeveel detail je in een foto ziet. Maar ook hoe scherp of onscherp de foto er uit komt te zien. Sluitertijd is daarmee één van de belangrijkste elementen in de belichtingsdriehoek.
Foto’s worden gemaakt door het aanwezige licht voor een vooraf bepaalde tijd op een lichtgevoelig oppervlak te laten vallen. Vroeger was dat oppervlak film (de ASA waarde van de film bepaalde hoe lichtgevoelig het oppervlak was), tegenwoordig is dat een sensor waarbij de ISO waarde bepaalt hoe lichtgevoelig het oppervlak is.
Deze opengewerkte camera laat goed zien hoe het licht via de lens en de spiegel naar de zoeker wordt gestuurd. Klapt de spiegel omhoog, dan valt het licht op de sensor.
Hoe lang het licht op dit oppervlak valt wordt bepaald door de sluitertijd. In een spiegelreflexcamera zit, zoals de naam al zegt, een spiegel. In eerste instantie dient deze om het licht dat door de lens valt in de zoeker te laten zien zodat je een compositie kunt maken en de belichting kunt instellen. Op het moment dat de foto zelf gemaakt moet worden wordt de spiegel omgeklapt voor de tijdsduur van de ingestelde sluitertijd, en vervolgens klapt deze weer terug. Dat is het typische klik-klak geluid wat je hoort.
Deze video van James Pearman laat goed zien wat er gebeurd als de sluiterknop wordt ingedrukt. De spiegel klapt op om het licht van de lens op de sensor te kunnen laten vallen, de twee lamellen die de echte sluitertijd bepalen schuiven razendsnel van boven naar beneden.
De sensor is erg lichtgevoelig, de sluitertijd is daarom vaak maar heel kort, fracties van seconden. Sluitertijd wordt uitgedrukt in waarden zoals 1000, 640, 250, 20 etc. Dit betekent eigenlijk 1/640 seconde, 1/250 seconde, etc. Hoe hoger het getal, hoe sneller de sluiter weer dicht gaat en hoe minder licht er op de sensor valt.
Lichtmeter
Er is niet één ‘juiste sluitertijd’, de benodigde sluitertijd – om een goed belichte en niet bewogen foto te krijgen – wordt bepaald door de hoeveelheid aanwezig licht in een scène, de opening van het diafragma en het gewenste effect. De sluitertijd hoef je niet te gokken, daar helpt de ingebouwde lichtmeter van de camera bij.
In bijna elke stand op de camera, behalve de automatische stand, zie je als je de sluiterknop half indrukt (er zit wat weerstand voordat je hem helemaal doordrukt en hij een foto maakt) een balkje met een verticaal streepje eronder (bij spiegelreflex in de lens, bij compact camera’s vaak op het scherm). Dit streepje geeft aan of de lichtmeter van de camera vindt dat de foto precies goed (gemiddeld 18% grijs in het beeld, streepje staat in het midden), onderbelicht (streepje aan de linkerkant van het midden) of overbelicht (aan de rechterkant van het midden) is. Over het algemeen geldt dat hoe duurder de camera is, hoe beter hij dit kan inschatten. Hoewel ook de toppers miskleunen afhankelijk van de omstandigheden en intentie van de fotograaf.
Omdat de camera altijd belicht op gemiddeld 18% grijs in de foto krijg je over het algemeen foto’s die redelijk wat details laten zien in de donkere delen en ook redelijk wat detail laten zien in de lichtere delen van de foto (wel afhankelijk van je onderwerp en het aanwezige contrast). Maar hierdoor loop je ook het risico’s dat de mooie kleuren (bijvoorbeeld bij een zonsondergang) wat onderdrukt worden. Dit betekent dat zwart minder zwart wordt en wit minder wit.
Dit is ook de reden waarom je bij foto’s met sneeuw bij perfecte belichting (volgens de lichtmeter van de camera) vaak ziet dat de sneeuw een beetje grijs wordt weergegeven (en blauw, maar dat is een onderwerp voor een volgende keer).
Oeps, deze foto was onderbelicht waardoor er een blauwe gloed over de foto kwam. Door de belichting +1,75 stop te doen en een wit punt in de foto te selecteren worden de kleuren weer zoals ze er in het echt uitzagen.
Op de automatische stand zal de camera altijd op zoek gaan naar gemiddeld 18% grijs in het beeld. Dit is in de meeste gevallen ook de juiste belichting, de camera heeft een uitgebreide database van voorkomende situaties en schat aan de hand daarvan de juiste belichting in. Maar het kan toch lonen om zelf de belichting in te stellen of bij te stellen om meer controle uit te oefenen over de foto. Dit kan door te kiezen om iets onder te belichten of juist over te belichten afhankelijk van de situatie. Controleer de handleiding van de camera om te zien hoe je dat voor jouw camera kunt doen.
Zelfs hiermee kun je al hele creatieve effecten bereiken. Bijvoorbeeld als je een zonsondergang fotografeert met een boom voor je in het beeld (een tegenlicht situatie) en je mikt eerst op de lucht om het licht te meten, je zorgt er voor dat hierop de sluitertijd wordt afgesteld en vervolgens maak je een compositie met de boom in beeld, dan zul je zien dat de boom sterk wordt onderbelicht (want je hebt de sluitertijd aangepast op fel licht) en krijg je een silhouet van de boom.
Belichting ingesteld op de lucht, zodat het onderwerp als silhouet wordt weergegeven
Onder-/overbelicht
Voor het meten van het licht maakt het dus wel uit waar je de lens op richt. Als je op een donker vlak richt om het licht te meten zal de camera het donkere deel naar het grijze midden willen halen, mik je op een licht stuk dan maakt hij juist het lichte deel neutraler grijs. Dit betekent dat als je een foto neemt waarin een groot donker vlak en een groot licht vlak voorkomt, zowel in de lichte als donkere delen minder details zichtbaar zullen zijn. Een camera kan minder contrastverschil vastleggen dan het menselijk oog kan waarnemen. Het dynamisch bereik is beperkt.
Drie foto’s met verschillende belichtingen
Dit krijg je bijvoorbeeld als je een kerk met een donkere kant in de schaduw en een felblauwe lucht op de foto wilt zetten. Het blauw trekt dan veel meer naar het wit, omdat er veel meer licht op de sensor moet vallen om het donkere deel met genoeg detail weer te geven. Er zit dan te veel verschil tussen donker en licht, dit verschil kan de (digitale) camera niet overbruggen, waar onze ogen dit wel kunnen.
Je kunt er dan voor kiezen om de foto te onder- of overbelichten. Je kiest hiermee dan voor het lichte (onderbelichten) of juist voor het donkere deel (overbelichten). Je kiest er dan voor om het donkere deel donkerder te maken of het lichte deel lichter. Dat is een artistieke keuze. Maar soms kan het ook helpen als je het licht meet op het lichte deel en vervolgens dat iets overbelicht zodat je donkere deel gedetailleerder wordt. Je kunt hiermee proberen om een zo goed mogelijk evenwicht in de foto te krijgen qua belichting.
Tenzij je natuurlijk juist veel contrast wilt hebben, zoals deze foto genomen in Leiden. Hier heb ik het licht gemeten in de lucht en omdat het stadhuis van Leiden vanaf deze kant helemaal in de schaduw lag zag je bijna geen detail meer in de originele foto. Door het contrast in een beeldbewerkingsprogramma nog net iets sterker te maken is zelfs al het detail verdwenen.
Door de belichting in te stellen op de lucht verdwijnt al het detail uit
het stadhuis van Leiden
Onder- of overbelichten wordt uitgedrukt in “stops”. Op de lichtmeter balk staat een -2, -1 0 +1 en +2 waarde. +1 Betekent 1 stop overbelicht. Vaak ga je bij onder- of overbelichten naar de hele waarden toe op de lichtmeter balk. Bijvoorbeeld bij sneeuw is het vaak nodig om 1 stop over te belichten. Dus je stelt de sluitertijd bij totdat het lichtmeter streepje bij de +1 staat. Er valt dan meer licht van de witte sneeuw op de sensor zodat het wit wit blijft en niet meer naar het neutrale grijs trekt.
Veel fotografen onderbelichten standaard 1/3 stop (eerste streep links van het midden) om er voor te zorgen dat de witte delen net genoeg detail vasthouden en niet overbelicht worden, hoewel er ook mensen zijn die zeggen dat je bij het fotograferen in RAW formaat juist moet overbelichten, omdat het in de nabewerking makkelijker is details uit de lichte delen te halen dan uit de schaduwen.
Stilhouden
Hoe langer de sluitertijd is, hoe meer risico je loopt dat de foto bewogen is. Je moet namelijk de camera stil houden zo lang er licht op de sensor valt. Wordt de sluitertijd te lang, dan wordt de foto onscherp door de beweging in je handen als je de camera niet op een statief hebt staan.
Een ezelsbruggetje, om tot op zekere hoogte een scherpe foto te kunnen garanderen, is dat 1 gedeeld door de focale lengte van de lens de minimum sluitertijd is. Dus, als je met een 70-300mm zoomlens op 200mm fotografeert, dan moet je sluitertijd ruwweg 1/200s zijn om een beeld zonder onbedoelde bewegingsonscherpte te kunnen garanderen. De dichtstbijzijnde sluitertijd is dan 1/250s. Dit geldt zowel voor camera’s met een crop sensor (met een verlengingsfactor van de focale lengte van 1.5x, 1.6x of 2x) als voor camera’s met een full-frame (35mm) sensor.
Tot ongeveer 1/60s-1/30s kun je een lens meestal nog handmatig stil houden (ligt een beetje aan je techniek en hoe jong je bent), daarna is een stabiele ondergrond aan te raden. Met een 12mm lens heb je dus niet gegarandeerd scherpe beelden met een sluitertijd van 1/15s. Het kan wel, ik heb een paar foto’s onder donkere omstandigheden die scherp zijn, maar het is geen standaard gegeven.
Je kunt er voor zorgen dat met een relatief langzame sluitertijd de foto’s toch scherp worden door jezelf of de camera tegen een muur aan te drukken of de camera op een muurtje of een prullenbak te plaatsen. Als je snel drie foto’s achter elkaar neemt door de sluiter ingedrukt te houden is de middelste foto vaak scherp. Zo is onderstaande foto tot stand gekomen:
Vuurwerk met een sluitertijd van 1/13s geschoten, maar toch onbewogen
Zoals je ziet, vooral met zoomlenzen met weinig licht wordt het een lastig verhaal foto’s te nemen met de camera in de hand. Gelukkig hebben camerafabrikanten hiervoor de beeldstabilisatie techniek ontwikkeld. Hulpmiddelen als Image Stabilisation (IS, Canon) of Vibration Reducation (VR, Nikon) op lenzen kunnen helpen om toch iets af te wijken van dit ezelsbruggetje.
Soms is bij gebruik van beeldstabilisatie wel 2 tot 3 licht stops winst te behalen, wat bij 1/250s zou betekenen dat je op 1/250s > 1/125s > 1/60s ook nog scherpte resultaten zou kunnen behalen. Je betaalt er echter wel een prijs voor, de lens is duurder en zwaarder.
Sommige camera’s (alle Sony Alpha camera’s en verschillende Olympus en Pentax camera’s) hebben beeldstabilisatie standaard ingebouwd zitten om zich te onderscheiden van marktleiders Canon en Nikon. Dit betekent dat de genoemde nadelen voor deze camera’s en lenzen niet gelden en dit maakt deze merken voor veel mensen interessant.
Sluitertijd verlengen of verkorten
Afhankelijk van de benodigde sluitertijd – voor een correcte belichting en om onscherpte door beweging tegen te gaan – en je creatieve keuze heb je een snelle(re) of langzame(re) sluitertijd nodig.
De sluitertijd wordt grotendeels bepaald door het aanwezige natuurlijke of kunstmatige (flits) licht. Afhankelijk daarvan kun je aanpassingen doen om tot de gewenste sluitertijd te komen. Als de sluitertijd te lang is om een onbewogen foto te krijgen, dan kun je er bijvoorbeeld voor kiezen de ISO waarde te verhogen of het diafragma verder te openen (lager f-getal, bijvoorbeeld f/4 in plaats van f/5.6) om meer licht op de sensor te laten vallen.
Er was niet veel licht, maar ik heb er toch voor gekozen een dicht diafragma (f/22) in te stellen om een langere sluitertijd te krijgen voor het opnemen van lichtstrepen in het beeld
Is er juist te veel licht – bijvoorbeeld midden op een warme zomerdag – dan kun je er juist voor kiezen om het diafragma verder te sluiten (een hoger f-getal, bijvoorbeeld f/8 in plaats van f/5.6) of indien je dan te veel scherptediepte krijgt een polarisatiefilter of grijsfilter voor de lens te plaatsen om minder licht op de sensor te laten vallen.
Alle instellingen op de camera hebben invloed op elkaar, ze vormen de belichtingsdriehoek.
Wil je je niet bezig hoeven houden met ISO en diafragma, maar wel creatief willen werken met de sluitertijd, dan kun je gebruik maken van de sluitertijdprioriteit stand op de camera (Tv bij Canon of S bij Nikon). Je stelt dan een voorkeur in voor de sluitertijd, de camera zorgt er voor dat het juiste diafragma en eventueel ook de ISO waarde er bij wordt gezocht om deze sluitertijden ook mogelijk te maken.
Beweging
De sluitertijd bepaalt dus in grote mate of een foto bewegingonscherpte te zien geeft. Er zijn echter ook bedoelde effecten van bewegingsonscherpte, bijvoorbeeld het vastleggen van een snelle auto of snel stromend water in een waterval. Je kunt daarmee meer dynamiek in je foto brengen.
Meebewegen met de auto (panning) geeft een onscherpe achtergrond. Kies een sluitertijd rond de 1/100s zodat de autowielen niet stilstaan, maar beweging suggereren.
Bij een snelle auto wil je de auto scherp vastleggen, maar de achtergrond mag best onscherp zijn. Door mee te bewegen met de auto en een relatief langzame sluitertijd te kiezen verandert de achtergrond in strepen die beweging suggereren. Bij een waterval geeft een lange sluitertijd het water een mistachtig effect waardoor de stroming van het water duidelijk in beeld wordt gebracht.
Door een hoog diafragma getal te kiezen (f/22) werd de sluitertijd teruggebracht tot 1.5s,
waardoor het stromend water dynamischer kon worden vastgelegd dan met een snelle sluitertijd.
Ook met stilstaande voorwerpen kun je toch een dynamische foto maken, zoals onderstaande foto waarbij ik tijdens het indrukken van de sluiterknop ook aan de zoomknop draaide. De sluitertijd van 1/15s zorgt er voor dat de beweging wordt vastgelegd.
Met de sluitertijd kun je meer creatieve effecten bereiken. Bijvoorbeeld door er voor te kiezen de sluitertijd te verlengen zoals bij onderstaande foto van een windmolentje:
Een lange sluitertijd toont de snelle beweging van het windmolentje in de wind
Of door er juist bewust voor te kiezen de sluitertijd snel te maken en niet mee te bewegen met een sporter om het sportevenement of een andere manier te laten zien.
Door de sluitertijd niet af te stellen op de sporter, maar juist op het publiek vertel je een verhaal met de foto
Sluitertijd is een enorm belangrijk element in de belichtingsdriehoek voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat van de foto. Een ideale belichting hoeft niet altijd het beste te zijn voor de foto, soms is onderbelichten of overbelichten beter. Aarzel niet om verschillende belichtingen te proberen, bekijk wat het beste resultaat geeft en leer ervan voor toekomstige situaties.
Bij paardenfotografie (jumping) en ik wil een scherpe foto moet ik dan een lage of een hoge sluiterstijd hebben?
Lisse,
Om dit zelf goed in te kunnen schatten kun je de volgende oefening doen.
Zet de camera op de sluitertijd modus (T, TV)
Maak een foto van een bewegend onderwerp en maak foto’s met een korte en lange sluitertijd. En oefen hiermee. Je zult merken dat je al heel snel antwoord op je eigen vraag hebt.
Volgende oefening kun je dan doen met scherpte diepte. Zet de camera op de diafragma stand (A)
En maak een foto van een onderwerp met f/2.8 en f/11. Wat valt je op?
Je stond net dicht bij je onderwerp? ga nu eens landschap foto maken met deze instellingen wat valt je nu op.
Vervolgens doe je dit ook met de ISO zet de 100 en daarna op 1600 of hoger. Wat gebeurd er ?
Als je dit veel oefent en voor je zelf beschrijft wat er gebeurt zul je merken dat je vrij snel de basis van fotografie onder de knie krijgt ;-)
Succes met oefenen
Bedankt Daan,
Maar nog een vraagje bij paardenfotografie(jumping) is het veel mooier als de voor en achtergrond scherp is, en toch moet ik snel mijn foto kunnen trekken. Hoe moet ik dit dan doen?
Mvg Lisse
Hier kan men je niet even de beste instellingen voor geven. Advies ga oefenen met de informatie die je is aangereikt.
Instellingen zijn afhankelijk van diverse variable die wij niet kunnen zien bij jou. Beschikbaar licht, snelheid object, etc etc
Als je alles scherp wilt dan kun je kiezen voor f/11 en sluitertijd 1/1000, maar dan is de kans dat je al snel donkere foto’s krijgt. Belangrijk is en blijft dan ook dat je de variabele van de verlichtingsdriehoek onder de knie krijgt.
Kan ik in een nikon d3100 de lichtmeter omdraaien van 2 1 0 -1 -2 naar -2 -1 0 1 2?
Dank je
Beste, ik zit met enkele vragen.
Stel je moet fotos maken op een event, een overdekte plek maar al he geen er rond is open dus langs alle kanten heb je dan licht inval, ik vin dit vervelend als men een wagen bv fotografeert of filmt, dan heeft men echt veel hoogte licht inval rond om op de foto en dus op het object, en de fotos lijken dan ginder goed maar eens thuis zijn ze echt niet mooi, en als men dan nog moet bewerken in lightroom dan kom je met hoogte lichten enz bewerking maar dan verslechtert de foto en word die donker ook ga je dan belichten weer veel korrel enz , hoe los ik dit op met een canon 7D , en wat zou jij gebruiken ook bij avond val, wat niet overdekt is
Denk dat men je hierop geen passend antwoord kan geven. Hiervoor heeft men een voorbeeld foto nodig met volledige EXIF informatie.
Zoek eens op het internet op ” Exposing for the high lights ” Belichten op de hoog lichten. Hierin zul je vast en zeker al genoeg tips gaan vinden ;-)
De juiste instellingen kan men je helaas niet geven. Dit is heel erg afhankelijk van het beschikbare licht etc etc…
Succes
Hoihoi,
Ik maak graag foto’s met mijn canon eos 350D van bewegende dingen oa dieren en auto’s. Nu heb ik het problemen dat al mijn foto’s wazig worden en te donker of te licht. Dit binnen en buiten. Ik heb er iemand uit de foto winkel naar laten kijken en die zou het opgelost hebben maar dit is niet het geval. Op iedere stand van de camera heb ik er last van. Bij de ene is het dan te donker terwijl de iso hoog staat en bij de ander is het wazig. Ik begin het erg vervelend te vinden omdat ik de oplossing niet kan vinden. In het begin heeft de camera het namelijk wel gewoon goed gedaan! ik hoop dat jullie mij verder kunnen helpen!
Groetjes,
Shannen Sibering
Hallo Shannen,
Zo te horen ,is je lichtsensor stuk. of is in de war
Overdag met genoeg licht ,zou je de ISO laag moeten kunnen houden,
Jou camera meet licht op het ,moment dat je de knop half ingedrukt houd , je ziet dan in je kijker . een balkje met een,aanwijzer op de balk ,deze hoort heen en weer te gaan(donker belicht of over belicht.. ,als je bv van de wolken hemel een meting doet ,of van de grond . wat je kan proberen is.
richt de camera op iets donkers overdag buiten.
druk de knop half ingedrukt. de meter zal aan de linkerkant staan.donker dus
Als je vervolgens de wolkenhemel meet /zou de meter aan de rechterkant moeten staan ..als hij dit niet goed doet. is de kans groot dat je sensor kaduuk is .
Tijd voor een nieuwe camera dus.
Maar ik zou dan nog een keer van de winkel willen horen ,wat ze gedaan hebben om het te repareren de vorige keer
en wat hun zagen ,toen die naar hun zeggen goed was.
En opdracht geven het nog een keer te doen
Ook als je iets laat repareren ,en het blijkt niet goed gedaan te zijn.heb je garantie in Nederland..
dus ik zou nog een keer terug gaan. en anders mn geld terug vragen.
Trouwens..,,
Als je de camera op de stand zet ,waar je schrijft dat de belichting wel goed is ,maar de foto wazig is.
Kan je proberen de lens handmatig scherp te stellen.
Iets wat ik zowiezo bijna altijd zelf doe .
Het kan ook zijn dat de servo stuk is . en dan meet hij wazig het licht
Kijk in die winkel ,of je een lens kan testen .of je eigen op een andere camera.
Succes. hopelijk kunnen ze je helpen
Hoi Edwin,
Bedankt voor je snelle reactie! Ik ben ook erg benieuwd wat de winkel eraan gedaan heeft. Maar over die wazige foto dat is met een bewegend voorwerp. Zoals bv paard die aan het draven is in de sneeuw. Ik ga het zo uitproberen en anders inderdaad tijd voor een nieuwe camera deze is ook al best oud.
Hallo,
In principe, zou dan de Sport stand voldoende zijn.
goeie test, ”Sportstand”
Verder is het belangrijk,dat je daar voldoende licht bij hebt.
Anders past hij automatisch je sluitertijd aan .
En soms gaat dat ook niet helemaal zoals jij het wilt.
Als je de camera in de M stand zet.,
Zet dan de Diafragma op 5,6 /,mag iets meer of minder .
En de sluitertijd bij daglicht op 150 ongeveer. dan krijg je als je mee pand ,mooie strepen op de achtergrond .en het object is mooi helder en scherp
als je de achtergrond wat scherper wilt hebben
gooi je de sluitertijd omhoog boven de 200.
En de diafragma . richting 3.5 .+- of lager als je lens dit kan.
Maar op de sport stand regelt de camera dat dus zelf,
In combinatie met de lichtmeter..
Als die dus goed is,en niet kaduuk
De camera is idd iets ouder .
maar alles mee te doen als de dure nieuwe jongens.
op amateuristisch vak.
Hopelijk is het een verkeerde instelling of iets simpels voor je
Toytoy.
Hallo,
Wij hebben een aquarium en net een Nikon D3200 gekocht. Nu wil ik het aquarium mooi op de foto zetten, is de automatische stand hiervoor het beste of kan ik ook hier met sluitertijd iets bereiken? Alvast zeer bedankt.
Hallo Lutske,
Een camera op de auto stand , is eigenlijk ongecontroleerd een foto maken..
Als je bewegende objecten wilt fotograferen is het belangrijk je sluitertijd goed te beheersen . een sluitertijd van 120 is gewenst voor beweging op de foto te zetten bij gemiddelde belichting
Als het licht niet genoeg is zal een camera op de auto stand,
altijd eerst je sluitertijd aanpassen
Dit is niet wat je wilt als je drukke vissen wilt vastleggen.
Want dan blijven er bij goudvissen alleen maar goudkleurige strepen achter
Stel je zou een aansteker met het vuur aan, in de hand houden voor de lens en hier een foto van maken terwijl je met je hand heen en weer gaat
bij een hoog getal sluitertijd zou de foto stil gezet worden en je ziet alles zoals het is.(een mooie foto van een aansteker met vuur die er mooi opstaat )
Bij een laag getal zou je een gele streep zien van het vuur
de lens blijft langer openstaan waardoor je tijdens het nemen van de foto zoveel tijd hebt ,,dat je met je hand met de aansteker 1 keer van links naar rechts kan gaan. of vaker natuurlijk afhankelijk van de sluitertijd.
Ik zou zeggen zet hem op de M stand
Diafragma op de laagste stand rond de 2tot 5 afhankelijk van je lens.
En de sluitertijd rond de 120/150 proberen te houden.
Bij veel licht kan je met de sluitertijd spelen. maar je wilt waarschijnlijk het licht van het aquarium zo mooi mogelijk erop hebben. lijkt mij..
Een laag getal van de sluitertijd betekent dat de lens langer open blijft staan en dus meer licht in zich opneemt
Als je overdag een sluitertijd van 50 zou nemen ,dan zou je niks meer dan een grote witte licht vlek op de foto zetten.
Als je met 50 in de nacht een foto neemt heb je een statief nodig .,de lens staat dan te lang open om de camera met de hand stil te houden. er zijn natuurlijk mensen die daar heel goed in zijn
Jou camera heeft een goeie lichtsensor dat scheelt altijd .
Ik vind het altijd super leuk om in het donker met laag getal sluitertijd foto’s te maken.
Ik heb dan een statief en een remote control
Ik laat de lens dan lang openstaan zo,n 10/15 sec en soms langer.
En ik ga dan met een zaklamp over het object heen schijnen
Lichttekenen is dat , daar krijg je echt sprookjesachtige foto’s van.
Echt een goeie motivatie voor mij en zeer leerzaam .
En oja vissen hebben een hekel aan flitsers Net als wij LOL
Hopelijk heb je wat aan mijn info
succes
Gr Edwin
Beste Edwin,
Super bedankt voor je uitgebreide tips en beschrijving. Je kunt wel merken dat ik onervaren bent, want zonder de automatische stand krijg ik nog geen mooie foto’s:)
Ik heb geprobeerd wat je zei, de sluitertijd op 125, het diafragma wil bij mij dan niet lager dan 4.0. Tevens krijg ik op de M stand de flitser niet uit, wat vervelend is, want dat krijg je immers altijd een witte vlek in de weerspiegeling van het glas. Hoe los ik dit op?
Alvast weer bedankt.
Hallo Lutske,
Bij jou camera moet je in de instellingen in de camera de flitser aan en uit zetten ,, deze staat nu waarschijnlijk op Auto bij jou.
1 Plaats de cursor in het informatiescherm.
Druk op de P-knop indien opname-informatie
niet wordt weergegeven in de monitor.
Druk
opnieuw op de P-knop om de cursor in het
informatiescherm te plaatsen.
2 Geef de opties voor flitsstand weer.
Markeer de huidige flitsstand in het
informatiescherm en druk op J.
3 Kies een flitsstand.
Markeer een stand en druk op J.
Druk de
ontspanknop half in om terug te keren naar de
Hopelijk heb je hier wat aan
mooi dat het steeds beter gaat, dat is het leuke aan fotografie het is een hele kunst om alle settings goed te krijgen..
En je diafragma van 4.0 is prima om zulke foto’s te maken.
Naar mate je met een lens inzoomt gaat je diafragma getal ook omhoog , een hoger getal is een kleinere diafragma.
4.0 is prima om portret mee te maken..dus vissen enzo ;o)
succes en groeten Edwin
Hallo Edwin,
Ik merk iets raars bij mijn camera. Wanneer ik hem instel op Tv (sluitervoorkeuze) 250 wordt de foto toch gemaakt met een lagere sluitertijd………. hoe kan dat? Dat zou toch niet moeten of begrijp ik iets verkeerd?Alvast bedankt voor je reactie.
Hallo Wilhelmien,
Hoe bedoel je hij word wel op een lagere sluitertijd gemaakt?
Geeft de camera dit aan ? of software?
Het gebeurt wel vaker dat een camera een voorkeur instelling heeft
deze kan je bij de meesten instellen in de instellingen van de camera. naast spiegel opklap tijd enzo.
Het is de bedoeling juist van de Tv stand dat jij alleen de sluitertijd kan instellen ,en het diafragma word dan bepaald aan de hand van het automatisch gemeten licht .
De camera doet dan een hoop automatisch en soms zie je dan vreemde dingen gebeuren als alles niet goed ingesteld staat.
Hopelijk heb je er wat aan succes
Gr Edwin
Hoi Edwin, dank voor je snelle reactie, wat ik bedoel is dat ik wil fotograferen met een sluitertijd van 1/250 ingesteld in Tv maar dat de camera bij het indrukken van de ontspanknop toch zelf een sluitertijd kiest en dat is volgens mij toch niet de bedoeling?
ha Edwin,
Je hebt me gedwongen even verder na te denken. Het zit inderdaad onder instellingen bij veiligheidsshift. Weer wat geleerd! Bedankt,
Hallo Edwin
Ik fotografeer net een Nikon D90
wat ik ook probeer met een laag F getal in dit geval f4 en een hoge ISO krijg ik zoveel ruis
Ik ben radeloos hoe dit op te lossen
groet Hopelose fotograaf
Hallo Mischa ,
Als je de Iso omhoog gooit krijg je idd een hoop ruis.
Met F4 moet zou je een goeie foto moeten kunnen krijgen.
Ik zou de sluitertijd en belichting aanpakken
als je met f4 geen goed licht heb, dus je Iso omhoog moet gooien.. ik probeer altijd met de iso zo laag mogelijk te werken om ruis te voorkomen.
Succes, gegroet
Mischa,
Allereerst 1 vraag: staat de camera of M of op A?
Jan.
Hallo Jan
Ik fotografeer het liefst in M
Mischa groet
M-A-Tv-Av- maakt niet uit .
Als iemand vraagt hoe het komt als de ISO hoog staat, er veel ruis komt.. een hoge iso zorgt altijd voor ruis. ongeacht welke stand de camera staat..
En als er aangegeven word dat er met F4 geschoten word.
Weet je al dat de sluitertijd niet goed staat en er te weinig licht is.omdat f4 normaal bij optimaal licht voor goede foto’s moet zorgen.
dus het maakt niet uit Mischa welke stand de camera op staat.
Iso omlaag en compenseren met sluitertijd …
sluitertijd hoger dan 120\100 is een statief meestal gewenst
of je moet al een hele vaste hand hebben.
(sluitertijd =laag getal =hoge sluitertijd) de lens staat langer open. bij een laag getal..
Succes Mischa
Welke DSLR camera gebruikt u zelf?
Ik ben namelijk op zoek naar een goede DSLR camera. Ik wil er goed mee kunnen filmen (spelen met scherp en onscherp in de achtergrond enzo) en goed mee kunnen fotograferen. De foto’s die ik in dit artikel zie vind ik heel mooi. Met welke camera zijn deze gemaakt? Op internet staan zoveel DSLR camera’s en ik weet werkelijk niet waar ik op moet letten…