- Tips voor landschapsfotografie
- 12 Veelgemaakte fouten in landschapsfotografie
- Photographer’s Ephemeris, plan het beste moment
- Praktijkshoot: Composities in het zand
- Landschap? Wolkenschap!
- Praktijkshoot: Winterlandschap
- Molens fotograferen
- Bergen fotograferen
- Praktijkshoot: Loch Affric
- Watervallen fotograferen
- Fotograferen in mistige omstandigheden
- Van idee tot realisatie: Heide in bloei fotograferen
Naast portretfotografie is landschapsfotografie één van de populairste vormen van fotografie. Een mooi landschap aan de muur scoort altijd goed. Als je er eenmaal oog voor hebt barst het van de mooie plekjes op de wereld om vast te leggen. Onderstaand alvast wat tips om je op weg te helpen.
Eén van de belangrijkste factoren bij een landschapsfoto is het licht, een groot onderdeel van het landschap. Deze kan de foto maken, maar zeker ook breken. Je kunt nog zo’n goede plek hebben gevonden, als het juiste licht ontbreekt heb je niet de top foto waar je naar op zoek bent. Een goede eigenschap van een landschapsfotograaf is dan ook het hebben van geduld. Het geduld om te wachten tot de omstandigheden precies goed zijn, maar ook het geduld om meerdere keren naar dezelfde locatie terug te keren. En dat kan ook betekenen meerdere keren om vier uur opstaan om naar een fotolocatie te gaan!
Van mensen tijdens de zonsondergang op de onderstaande locatie hoorden we dat dit de beste omstandigheden waren van de afgelopen zeven foto excursies die zij hadden ondernomen. En wij liepen er zo tegenaan bij de eerste poging!
Heerlijk zachte kleuren bij Elgol op het Isle of Skye. Door de lange sluitertijd is de beweging van het water in een soort mist veranderd.
Zo vroeg? Ja, want het licht is op zijn best een korte periode tijdens de zonsopkomst en een korte periode tijdens de zonsondergang, het zogenaamde gouden uurtje. Het licht heeft dan een mooie warme gloed (die ’s avonds vaak sterker is dan ’s ochtends door de hoeveelheid stof in de atmosfeer) die het landschap mooi kan accentueren. Dit zijn ook vaak de best scorende landschappen. Dat betekent wel vroeg opstaan of laat gaan slapen, zeker in de zomer.
Doordat in de zomer de zon al zo snel hoog aan de hemel staat en erg fel is verlies je na tien a elf uur ’s ochtends en voor een uur of drie a vier heel veel contrast in je foto. De zon staat dan recht van boven en maakt oppervlakken vlakker dan als je zonlicht hebt dat onder een hoek binnen komt. Probeer in de zomer iets vroeger op pad te gaan naar een locatie om foto’s te maken met zonlicht onder een hoek en dan op het heetst van de dag de camera even op te bergen en/of juist de foto’s te maken van de onderwerpen en locaties die je nooit meer tegen komt.
Zonsondergang, het perfecte moment. Het evenwicht tussen het kunstlicht en het licht van de ondergaande zon is perfect in balans waardoor er nog voldoende detail zichtbaar is.
In de herfst, winter en lente is dit makkelijker, de zon komt later op en op het hoogtepunt van de winter bereikt de zon al rond half één zijn hoogste punt. Dit betekent dat het mooie licht rond drie uur al weer te vinden is en tegen vijven is de zon al weer onder. De kans op ochtendmist is in die periode ook groter, vaak een sfeerverhogend element in een foto.
Het vraagt dus wat doorzettingsvermogen, zeker als je bedenkt dat de weersomstandigheden lang niet altijd ideaal zijn en dat er ook net een wolk voor de zon kan schuiven als je op je locatie aankomt. Maarja, moet je dan maar alleen op pad gaan tijdens schitterende zonnige dagen? Nee, absoluut niet, juist tijdens stormachtige omstandigheden is de kwaliteit van het licht op zijn best, het landschap op zijn meest dramatisch. Het dit jaar zeker niet de laatste keer zijn geweest dat ik nog net even bovenop een heuvel het laatste zonnestraaltje mee probeer te pakken als de donkere regenwolken binnen komen en dat de hemelsluizen zich vervolgens openen.
Onderstaand twee resultaten van recente vakanties in Ierland en Schotland waar dit gebeurde:
Voorbereiding
Hoe vind je nu dat schitterende landschap? Vaak zijn foto’s op sites als Flickr voor mij aanleiding om in een bepaald gebied te gaan kijken. Een bepaald landschap spreekt mij aan. Vervolgens ga ik op zoek naar meer foto’s in dat gebied en open ik Google Maps. Daarmee kun je al een snelle indruk van het landschap krijgen, hoewel dunbevolkte gebieden niet altijd zo gedetailleerd op de satellietbeelden staan. Een ander handig hulpmiddel is Google Earth, deze laat de positie van de zonsopkomst en -ondergang zien, met een schuifbalk kun je verschillende momenten van de dag tonen. Vooral handig om uit te zoeken aan welke kant je de zon kunt verwachten. Veel landschappen zijn op hun best een deel van de dag, zelden de hele dag.
Google Earth is ideaal om te bekijken waar en wanneer de zonsondergang zal plaatsvinden en wat het effect op de omgeving kan zijn (mits te omstandigheden goed zijn)
Zeker als ik een langere periode in een gebied ben probeer ik een kaart te pakken te krijgen met een behoorlijk detailniveau. Hierop kun je potentiële riviertjes, vijvertjes, watervallen, heuvels, wandelroutes in beeld krijgen. Boekjes met wandelroutes helpen ook, die gaan vaak langs mooie gebieden. Tussen het fotograferen in de ochtend en de avond, probeer ik de boel te verkennen. Het licht is vaak minder aansprekend midden op de dag en dit biedt mooie de gelegenheid nieuwe locaties te bekijken en te beoordelen op het potentieel. Niets is zo ergerlijk als tijdens de zonsondergang nog naar een plek op weg moeten gaan en dan te ontdekken dat je aan de verkeerde kant staat of dat een andere hoek een beter idee was.
Ga je vroeg op stap, pak dan alle spullen de avond daarvoor al bij elkaar. Zorg dat al je batterijen zijn opgeladen, je lenzen schoon zijn, draai alvast de ‘quick release plate’ van je statief in je camera, controleer dat de ISO stand weer op 100 staat en zorg er voor dat al je geheugenkaartjes leeg zijn.
Lenzen
Landschappen zijn vaak groots en meeslepend, daar hoort een wijde blik op de wereld bij en wat beter dan gebruik te maken van een groothoeklens. Een groothoek lens is in de 35mm definitie een lens die 24mm en korter is. Omgerekend naar digitale camera’s met een ‘cropfactor’ van 1,5-1,6x betekent dit dat je bij ongeveer 16mm spreekt over groothoek. Er zijn ook lenzen die starten bij 11-12mm, we spreken dan van ultragroothoek.
Een voordeel van een groothoek lens is dat ze vaak erg scherp zijn en een grote scherptediepte hebben. Als landschapsfotograaf ben je bijna altijd op zoek naar maximale scherpte voor een scene om zoveel mogelijk detail van het landschap te tonen. Blijf niet op afstand van het landschap, maar duik er in. Met een groothoeklens kun je heel dicht op stenen en rotsen komen, deze scherp in beeld hebben en ook nog een groot deel van het landschap tonen.
Hier was ik een kleine 30cm van de waterval verwijderd, net genoeg om niet
de camera nat te laten worden. Door heel dicht bij de komen
voegt het behoorlijk wat dramatiek toe aan de foto.
Maar vergeet ook de telelens niet, soms werkt een landschap niet goed in de breedte, maar met de telelens kan wel net dat mooi detailbeeld van een eenzame boom worden gefotografeerd. Ook kun je gebruik maken van de compressie van het beeld die een telelens geeft. Hierdoor lijken de elementen uit de scene dichter op elkaar te staan. Ook werkt een tele- of macrolens erg goed om de sfeer van een plek vast te leggen, net die kleine details die de plek bijzonder of interessant maken. Hierdoor bied je de kijker een totaalbeeld van een plek.
De werkwijze die ik vaak verkies is om eerst het grote beeld vast te leggen en daarna steeds meer in te zoomen (met de lens of – vaker – door te lopen). Hierdoor kun je een hele scene doorwerken en op vele verschillende manieren benutten.
Belichting
Voor het fotograferen van landschap werk ik vaak met de AV stand, deze geeft de diafragma voorkeur aan de camera door en zoekt daar een geschikte sluitertijd bij. Aan de hand van het histogram bepaald ik of onderbelichting of juist overbelichting nodig is met behulp van de -2 tot +2 sluitertijd compensatie. Is meer compensatie nodig, dan schakel ik over naar de manuele stand voor complete controle.
Het histogram geeft een goede indicatie over een bepaalde delen van de foto overbelicht zijn of niet. Witte delen (waarin geen detail meer is te zien) worden met door middel van knipperende rode vlekken weergegeven op het LCD scherm. In de meeste gevallen kun je beter iets onderbelichten en dan door middel van software correcties detail uit de schaduwen terug halen dan dat je detail verliest in de witte delen. Bij digitale fotografie zijn die niet meer te redden.
Compositie
Het zou echter wel heel makkelijk zijn als je gewoon met je groothoeklens kon komen opdagen, op de wijdste stand een foto nemen en klaar. Maar zo makkelijk is het niet. Zeker met een groothoek is het erg belangrijk dat de foto interessant is om te bekijken, anders kun je beter elementen weglaten. Doordat je heel ver weg kunt kijken is het belangrijk om te zorgen dat zowel op de voorgrond als in het middendeel als achterin de foto iets van interesse is te zien. Het oog moet als het ware door het landschap kunnen navigeren.
Maak daarom gebruik van paden, muurtjes en riviertjes die zich in het landschap bevinden en die het oog verder het beeld in kunnen leiden. Ook bomen en rotsen kunnen heel goed dienen om extra interesse toe te voegen.
Van een foto op zichzelf is het voor de kijker soms heel lastig te beoordelen hoe groots het landschap is waarin je je hebt bevonden. Een goede manier om de schaal duidelijk te maken is door iets in de foto te plaatsen waarmee de kijker de verhoudingen kan herleiden. Bijvoorbeeld een auto, een huis of een persoon.
Zoals gezegd speelt ook licht een grote rol. Waar je staat ten opzichte van het licht bepaalt voor een groot deel wat je kunt fotograferen. Valt het licht schuin het landschap binnen, dan worden vooral de patronen duidelijk. Glooiende heuvels, relief in muurtjes etc. Ook met tegenlicht kun je prima een landschap fotograferen. Als je de belichting instelt op de lucht krijg je al snel een silhouet. Dit stelt hogere eisen aan je compositie. Je oog richt zich op kleur (eerst lichte kleuren en dan donkere kleuren), maar in dit geval ontbreekt de kleur in het onderwerp.
Silhouet van een molen bij Kinderdijk
Is er een mooie lucht te zien, kies er dan voor om zoveel mogelijk van de lucht in beeld te brengen. 2/3 lucht en 1/3 grond is dan een mooie verhouding. Hiermee leg je extra nadruk op de lucht, de grond is minder belangrijk geworden. Belangrijk is dat de horizon absoluut recht staat, maar niet in het midden van de foto staat. Is de lucht juist saai (wit of geen wolkjes te zien), neem dan juist meer grond op in de foto. Staan er vuurtorens of molens in het landschap, dan lenen deze zich vaak voor fotograferen in de portretstand. Hierdoor past het gebouw er ruimer op dan als je een horizontale compositie zoekt en deze manier van fotograferen voelt in dat geval ook natuurlijker aan.
Meer over compositie is ook te vinden in dit artikel.
Focus
Een lastig punt bij landschapsfotografie is het bepalen van de focus. Eerder gaf ik aan dat het belangrijk is dat er zowel in de voorgrond als in de achtergrond iets te zien is. Het is ook belangrijk dat alle onderdelen zo scherp mogelijk zijn, zeker als een foto groot wordt afgedrukt. Aangezien de afstand tussen de voor- en achtergrond in landschappen vaak over tientallen of honderen meters gaat betekent dit dat een grote scherptediepte nodig is (vandaar het dichtgeknepen diafragma, de hoge f-waarden).
De combinatie diafragma, brandpuntafstand en afstand van het onderwerp tot de camera leveren een specifieke focusdiepte op. De focusdiepte bestaat uit een aantal onderdelen. Allereerst de minimale focusafstand (focus dichtbij), het begin van de scherptediepte. Vervolgens is er de afstand van scherpte tot het onderwerp (1/3 van de totale scherptediepte) en de afstand van het onderwerp tot een onscherpe achtergrond (2/3 van de totale scherptediepte). Deze afstanden bij elkaar opgeteld vormen de verre focus, het einde van de scherptediepte.
Dit kunnen we gebruiken om het focuspunt te bepalen. Aangezien een kleiner deel van de voorgrond scherp is dan van de achtergrond, moet de focus in ieder geval richting de voorgrond liggen. Hier komt de ‘regel’ vandaan dat het het beste is om de focus op het onderste deel van het frame te leggen, op ongeveer 2/3 hoogte van de bovenkant. Dit is soms waar de horizon ligt (als je gebruik maakt van de regel van derden), maar kan ook de locatie van een rots of een boom zijn. Op deze manier garandeer je de maximale scherptediepte in een foto.
Op de DOFMaster site kun je bekijken wat het effect van de brandpuntafstand van de lens en de afstand tot het onderwerp is op de focusafstand voor dichtbij en veraf. Geef het aantal mm van de lens in en selecteer je camera uit de lijst. Vervolgens wordt er een lijst weergegeven met verticaal de afstanden tot het onderwerp en horizontaal de diafragma waarde. Met Near wordt aangegeven vanaf welke afstand de voorgrond scherp is, met Far wordt aangegeven tot welke afstand de achtergrond scherp is. vanaf een bepaald punt is de achtergrond scherp tot in het oneindige (infinity). Onderaan staat ook de Hyperfocal Distance (hyperfocale afstand) vermeld, als je op dit punt scherpstelt krijg je de maximale scherptediepte voor die diafragma & brandpuntafstand combinatie.
De grafiek geeft aan wat de dichtstbijzijnde afstand is waarop het onderwerp scherp is (Near) en wat de verstgelegen afstand is waarop het onderwerp scherp is (Far) bij een specifiek diafragma en afstand tot het onderwerp.
Filters
Ondanks dat je tegenwoordig met Photoshop een heel eind komt, sommige filters kun je digitaal toch nog niet vervangen. Ik ga geen moment op stap zonder dat ik een aantal polarisatie– en gradueel dichtheidsfilters bij me heb. Vooral die laatste zijn enorm handig tijdens het fotograferen van landschappen. Dit filter, dat je voor de lens plaatst, begint bovenaan (of onderaan, afhankelijk van hoe je hem plaatst) heel donker en loopt dan langzaam over naar het onderste deel dat volledig doorzichtig is. Het donkere deel zorgt er voor dat er minder licht op dat deel van de sensor kan vallen waardoor het contrastverschil tussen de lucht (licht) en het landschap (donker) minder wordt. Ze komen in verschillende sterkten, afhankelijk van de omstandigheden, en zorgen er voor dat de lucht niet wit uitgebeten raakt bij een goede belichting van het landschap, maar nog voldoende detail laat zien.
Met een polarisatiefilter zorg ik er voor dat reflecties worden tegengegaan in water, maar ook dat makkelijker is om een langere sluitertijd te kiezen (zonder over te belichten) zodat de beweging van stromend water in de foto naar voren komt.
Statief
Landschapsfotografen zweren bij een goed (stevig, licht) statief. Voldoende scherpte is van absoluut belang bij een landschapsfoto, wat betekent dat er met een klein diafragma (een hoge f-waarde) wordt gewerkt en dat sluitertijden al snel te lang worden om de camera met de hand vast te houden. Zeker als de hoeveelheid beschikbaar licht tijdens een zonsopkomst- of ondergang beperkt is. Een statief dwingt je ook om meer bedachtzaam te werk te gaan, meerdere composities te onderzoeken en heel precies te werk te gaan. Ondanks dat het meeslepen van een statief vaak als een hindernis wordt ervaren is het toch altijd de moeite waard.
Zorg er voor dat je statief stabiel staat zodat je camera niet kan omvallen en de wind er geen vat op heeft. Vooral in open landschappen kan er erg veel wind waaien en dat zie je meteen in de resultaten, zeker bij langere sluitertijden. Verhoog desnoods de ISO waarden om de sluitertijden zo snel mogelijk te maken. Je kunt ook nog je tas aan het statief hangen, de meeste statieven hebben daar een haakje voor. Maak ook gebruik van een draadontspanner, als je met je vinger de sluiterknop indrukt gaat er toch nog altijd een kleine trilling door de camera.
Het goed fotograferen van een landschap komt neer op een goede voorbereiding, een goede compositie en een hele flinke dosis geluk. Hoe meer ervaring je hebt, hoe makkelijker het wordt om dit geluk af te dwingen. Hoe moeilijker het is om een landschap te vatten, hoe groter het gevoel van voldoening is als dit uiteindelijk lukt.
Mooi duidelijk artikel, landschappen niet echt m’n sterkste kant, weet nu waar goed op te letten.
vr.gr. ruud
Goed, helder en informatief artikel! Erg mooie foto’s ook om te verduidelijken! Ben zelf ook in Schotland en de buiten-Hebriden op vakantie geweest en als je wilt oefenen in landschapsfotografie is er weinig beters te bedenken! (Wel regenjas meenemen! :-) )
Groeten,
Frank
Kleine tip/toevoeging:
Mocht je nou geen afstandsbediening hebt gebruik dan de “selftimer ontspanning” om bewegingsonscherpte te voorkomen
Jaaa, die landschappen liegen er niet om.
Dat ligt aan de fotograaf (meer dan fantastisch werk!) maar ook aan het landschap.
Heb je ook tips voor ‘saaie’ landschappen, zonder relief, zonder dat er echt dingen op voor- en achtergrond gebeuren die het plaatje spannend maken?
Dankjewel!
gr. ruth
Kenneth, ik had nog een vraag over de hyperfocale afstand. Hoe moet je precies scherp stellen. Ik heb begrijpen dat je handmatig scherp moet stellen. Dan de gegevens in de tabel gebruiken maar de cijfers zijn hoger dan die ik kan instellen op mijn meter van mijn objectief. Hoe zit dit precies.
Even voor de duidelijkheid ik wil weten hoe je kan scherpstellen op dat punt wat in de tabel staat vermeld. Zodat een aantal meters op de voorgrond tot het oneindige scherp is.
Ik heb een Minolta – AF 50 F1.7 RS ter voorbeeld want als ik het principe snap dan ik later het voor anderen objectieven gebruiken.
Alvast Bedankt voor het goede artikel. Ik hoop dat er nog vele volgen.
Ik heb even de tabel uitgeprint voor mijn camera Sony A200. Moet ik de hele tabel gebruiken of heb ik alleen de “Hyperfocal Distance” nodig? En deze cijfers zeggen mij niet zo veel bijvoorbeeld:
Ik wil een foto maken met f/8 en de “Hyperfocal Distance” is 15.7 meter. Waar of hoe moet ik scherpstellen? Is dan 7,85 met tot oneindig scherp?
Alvast bedankt
Hoi Maarten,
De afstand verschilt afhankelijk van het aantal ingestelde mm van de lens, de tabel is dus voor elke mm instelling iets anders. Op 40mm is de hyperfocale afstand anders dan op 60mm of op 200mm.
De hyperfocale afstand kies je als je tot oneindig scherp wilt stellen. Je hebt dan te maken met een punt waar vanaf de scherpte begint (de helft van de hyperfocale afstand) tot oneindig.
De Near en Far waarden kun je gebruiken om te bepalen of je het gekozen onderwerp scherp in beeld krijgt en hoeveel van de voorgrond en achtergrond dan nog scherp zullen zijn. Je ziet bijvoorbeeld dat als je heel dicht op je onderwerp focust, dat het scherpe deel erg klein is.
Als je op de hyperfocal distance scherpstelt, dan is de helft van de afstand tot oneindig scherp, dus inderdaad 15.7/2 = 7,85m. Dit hoef je niet precies te kiezen, als je 9 of 10 meter instelt dan heb je in ieder geval niet te maken met het minder scherpe deel voor 7,85m. Door het diafragma nog een stop te verkleinen (hoger getal) geef je jezelf extra marge.
Veel lenzen hebben tegenwoordig geen indicatie meer voor de afstanden, het komt vaak neer op inschatten door te leren wat de afstanden ongeveer zijn. Bijvoorbeeld de lengte van een auto, de lengte van een huis, een half voetbalveld, etc, en daar een inschatting van te maken in het veld.
Op deze site wordt het met plaatjes uit de doeken gedaan, je kunt verschillende waarden ingeven en het effect voor de scherptediepte voor zowel hyperfocal als near and far zien.
Je hoeft trouwens niet handmatig scherp te stellen, autofocus kun je gewoon gebruiken. Je moet er alleen voor zorgen dat je ongeveer op het juiste deel van het beeld mikt, over het algemeen op 1/3 van de diepte van de scène die je wilt vastleggen.
Mooie artikelen over LR, ga het programma steeds beter leren kennen. Toch iets wat ik lastig vind, nl. nadat een foto geexporteerd is, blijft hij op het scherm staan. Kan ik de foto ook “closen” , zoals bij CS4 en Elements ?
Nogmaals dank voor je speciale week !!!
gr.
Henk
Dankjewel Henk!
Ik hoop dat ik je vraag goed begrijp. Je kunt weer terug naar het foto (Grid) overzicht met de sneltoets G. Je hoeft de foto trouwens niet groot weer te geven om hem te exporteren, je kunt één of meerdere foto’s in Library selecteren (als ze klein worden weergegeven) en op dezelfde manier exporteren.
Of doel je erop dat je de foto uit het overzicht wilt weg laten als je hem hebt geëxporteerd? Lightroom is niet alleen een beeldbewerkingsprogramma, maar ook een organisatieprogramma. Je importeert de foto en zo bouw je een fotobibliotheek op, het is dus eigenlijk de bedoeling dat foto’s in Lightroom blijven staan.
Kenneth,
met de sneltoets G ben ik al weer wat verder…..
Zo kan ik binnen de dezelfde map sneller switchen; maar er blijft altijd iets in het grote overzicht wat staan, of de map of de grote foto.
Helemaal leeg dus niet ? Ben dit gewend in de andere programma’s.
Maar het is geen wereldprobleem…..
gr.
Henk
Je kunt eventueel ook filteren. Bovenaan het grid overzicht van de Library zit een balk “metadata” je kunt daarin aangeven dat een foto geen label mag hebben (als Label er niet staat kun je deze uit de lijst kiezen en vervolgens selecteer je None). Door een foto met de rechtermuisknop een Color Label toe te wijzen verdwijnt hij uit de gefilterde lijst.
Misschien dat dit artikel je ook verder helpt.
Hartstikke bedankt voor reactie ik heb alleen nog een vraag:
Ik wilde scherpstellen met de ring op mijn lens maar het bereik loop van 0.45 tot en met 5 meter en oneindig dus ik kan niet tot 7 meter scherpstellen. Wat doe ik fout?
Hoi,
Wat een geweldige foto’s.
Ik ben op zoek naar een spiegelreflex camera rond de 400euro.
Graag 1 met lens en flits zodat ik deze er niet apart bij hoef te kopen.
Ik fotografeer graag landschappen en close ups.
Welk fototoestel kan ik het beste kopen?
Mijn voorkeur gaat uit naar een canon.
Wat raden jullie mij aan, welk merk van de canon?
Groetjes en alvast bedankt
Kenneth, bedankt voor dit artikel :) Heb ‘em al vaak gelezen en veel geoefend met landschappen maar gister was het dan eindelijk goed raak en had ik behalve de goede dieptewerking in het landschap ook de omstandigheden mee.
Combinatie van mist en zonsopkomst (behoorlijk vroeg :P) gaven een paar schitterende platen.
Erg informatief voor mijn sectorwerkstuk!
Mooie site, scherpe beelden.
zou u ook mijn site willen bezoeken, en gelieve iets achter te laten in het questbook, tips of reacties zijn altijd welkom!
Ik moet er nog van leren.
m.v.g Sofie
hallo,
hele mooie omschrijving ik ben zelf nu ongeveer een half jaar bezig met foto’s en probeer er ook veel over te lezen,
ik heb deze site gelezen omdat hij duidelijk en goed ingedeeld is hier kun je iets van leren zonder te denken wat bedoelen ze nu.
heel erg bedankt dat je dit op internet hebt gezet.
met vriendelijke groet:
corné spiertz
Hallo Kenneth,
Begrijp ik nu goed dat je een Grad ND en Polarisatie filter tegelijk gebruikt?
Groeten
Martin.
Hoi Martin,
Heel soms door een polafilter op de lens te schroeven en het ND Grad filter voor de lens te houden (met statief natuurlijk). Mijn Lee 100mm filterhouder heb ik niet uitgerust met de optionele polafilterhouder, een polafilter op dat formaat is me te duur.
Ik heb problemen met het vinden van een goed ND of ND Grad filter voor mijn 16-85mm lens. Ik denk dat ik voor landschappen uiteindelijke alleen een ND 4x filter van Hoya ga kopen (omdat deze direct op mijn Nikon lens past).
Hoi Martin,
Je zou eens kunnen kijken naar Cokin filters. Je hebt daarvoor een houder nodig, en kan daar dan verschillende filters in doen. Een vierkant verloop filter in een houder is beter dan een opschroef filter. Bij een vierkant filter kan je namelijk het verloop hoger of lager zetten ;)
Verder kan je ook nog filters combineren (al kan je dan wel een kleurzweem krijgen maar die valt er in photoshop prima uit te halen).
Voor de 16-85mm kan je volgens mij prima de P-houder gebruiken.
Enige nadeel is dat de levertijden bij Cokin wat langer zijn. Hopelijk is dat beter sinds de overname, maar dat weet ik niet zeker.
Groeten,
Erik
Hoi Erik
Bedankt voor je reactie. Ik zal er eens naar kijken. Ik zat zelf op dit moment gewoon een standaard grijs te kopen (geen verloop), maar ik ben er nog niet helemaal uit.
Groeten.
Ik wil graag mijn camera leren kennen, ik heb een Canon 400D En ik ga binnen kort op vakantie en wil daar in Spanje natuuropnames maken, en dan is het wel zo makkelijk als je iets afweet van wat voor instellingen ik kan gebruiken.
Wat heb ik al een hoop van jouw site geleerd. Heel hartelijk dank daarvoor.
Ik heb een vraag: Waarom missen mijn landschapsfoto’s toch altijd die loeischerpe scherpte? Welke voorwaarden zijn onontbeerlijk als het om scherpe foto’s gaat?
Alvast bedankt.
Hoi Alice,
Belangrijk is dat je een diafragma kiest die voldoende scherptediepte oplevert, maar die ook de meest scherpe resultaten oplevert voor jouw lens. Vaak zal dit rond f/8-11 zijn.
Daarnaast is het belangrijk dat je op ongeveer 1/3e in de diepte scherpstelt zodat zowel voorgrond als achtergrond scherp zijn.
Ook is een statief voor landschappen eigenlijk onontbeerlijk, dit levert altijd scherpere resultaten op dan uit de hand. Het is dan ook goed de mirror lockup in te schakelen. Bij de eerste keer indrukken klapt de spiegel omhoog, wacht dan een paar seconden voordat je afdrukt zodat de laatste trillingen uit de camera gaan.
Kenneth, heel erg bedankt voor je reactie. Daar kan ik verder mee!
Succes, Alice.
hallo,
Ik heb pas een sony 5 bkn gekocht, maar wil er graag een telelens bij kopen wat zou je me aanraden?
Deze telelens wil ik dan graag gebruiken om landschapsfoto’s te maken.
Eigenlijk meer om vogels te fotograferen
wij rijden vaak passen in de bergen
hoe kan ik vanuit een rijdende auto het beste scherpe foto’s maken
Kenneth,
Wat een verhelderende info. Ik wil mijn eerste pogingen gaan wagen op landschapsfotografie gebied. Sinds ik overgestapt ben naar digitaal beschik ik alleen over een kitlens met een 18mm groothoek zonder afstandschaal. Moet ik dan scherpstellen op het onderste 1/3 van het frame? Mijn oude filmtoestel en 20mm objectiefje stelde ik altijd in op 1m en f22. Vanuit een laag standpunt was dan alles scherp, van onder tot boven in het frame maar dat lukt nu niet meer. Is diffractie een groter probleem met digitale camera’s?
Hoi Sven, inderdaad in digitale fotografie is de afstandschaal vaak van de lenzen verdwenen. Richtlijn is dan om de focus op 1/3e te leggen van de totale afstand die je scherp wilt fotograferen, dat komt vaak neer op 1/3e van het onderste deel van het frame. Maar die 1/3e is een richtlijn, afhankelijk van het aantal mm en het diafragma kan deze afstand toch verschillen. Ook is het afhankelijk van hoe dicht je camera op het voorgrond onderwerp zit. Op http://www.dofmaster.com/doftable.html zie je als je met de instellingen speelt hoe diep je in het beeld de focus moet leggen.
Hoe meer je fotografeert, hoe minder je je bezig hoeft te houden met de absolute waarden. Het voordeel met digitale fotografie is ook dat je op het scherm goed kunt controleren door in te zoomen of zowel de voorgrond als achtergrond scherp is. Heeft je camera Liveview dan kun je dit nog beter controleren door over het beeld te navigeren.
Diffractie wordt bepaald door hoe de lens met het licht omgaat, of dit licht op film of een sensor terecht komt maakt niet uit, maar je ziet het in digitale fotografie beter doordat digitaal een scherper resultaat levert dan (35mm) film en de resolutie van digitale camera’s zoveel hoger is, zeker als de pixels van de sensor dicht op elkaar zijn geplakt. Het is dus zeker iets waar je je van bewust moet zijn in digitale fotografie, f/11 of f/16 is vaak voldoende voor genoeg scherptediepte als je je focus op de goede plaats legt. Maar er kunnen ook omstandigheden zijn dat je toch een dichter diafragma als bijvoorbeeld f/22 kiest, om meer scherptediepte te krijgen als je voorgrond heel dicht op de camera zit en de achtergrond heel ver weg is. Dan weegt het scherp hebben van de elementen zwaarder dan enig verlies dat diffractie oplevert. Welk effect het diafragma heeft hangt ook af van de lens, diffractie treedt sneller in bij een telelens dan een groothoeklens en groothoeklenzen hebben ook meer scherptediepte bij lagere diafragma’s.