- Macrofotografie: de basis
- Macrofotografie: de volgende stap
- Macrofotografie: de praktijk
- Macrofotografie tips
- Bloemen en planten fotograferen
Gastartikel door Erik Busstra – De afgelopen twee artikelen hebben we de theoretische kant van de macrofotografie behandeld met tekst en voorbeelden. Ik denk echter dat de serie over macrofotografie niet compleet is zonder te laten zien waar je in de praktijk tegenaan kan lopen als je bezig gaat met macrofotografie. Het is dat het helaas niet kan, anders had ik álle lezers uitgenodigd om eens in de praktijk mee te kijken. In dit laatste artikel wil ik jullie meenemen voor een kijkje in de keuken om zo de praktijk te laten zien.
Aan de hand van enkele voorbeelden wil ik laten zien wat voor proces je door gaat om van idee tot realisatie te komen. Ik zal daarbij soms terug verwijzen naar de eerdere artikelen, het kan dus handig zijn als je die eerst gelezen hebt.
Op zoek naar dé foto
Het was een mooie dag in juni en ik had toestemming gekregen om op een prachtig stukje natuur in ontwikkeling te fotograferen. Op aanwijzing van de boswachter liep ik door het veld en genoot ik van de prachtig bloeiende orchideeën en diverse andere planten, libellen, waterjuffers en een ringslang.
Mijn doel van die dag was om de orchidee vast te leggen en toen dat eenmaal gebeurd was, wilde ik nog niet weg. Ik krijg tenslotte niet dagelijks de kans om daar te fotograferen. Ik besloot om verder te fotograferen en op zoek te gaan naar een krachtige foto. Een foto die met weinig elementen een sterk beeld zou vormen.
De zon scheen die dag erg fel, het licht was hard en er was niet extreem veel bewolking aan de lucht. Omdat ik zelf geen fan ben van hard licht, maak ik gebruik van een opvouwbare paraplu om het zonlicht tegen te houden en mijn onderwerp in de schaduw te zetten. Op deze manier zorg ik ervoor dat ik het harde licht ontwijk. Het kan dus erg handig zijn om een simpele paraplu mee te nemen op je tochten, ook handig als het eens mocht gaan regenen.
Ik had alleen nog maar een type foto in gedachten, en daarom moest ik nog op zoek naar vrijwel de hele foto. Omdat ik een simpele maar krachtige foto wilde, ben ik vanuit die omschrijving gaan zoeken naar iets simpels en normaals. Als je namelijk iets zoekt wat alledaags is, en daar een sterk beeld mee weet te maken, komt de eenvoud sterker naar voren.
Als je een concept hebt van de foto die je wilt maken, is vaak in die omschrijving door middel van synoniemen ook al het onderwerp van je foto globaal vast te stellen. Nu liep ik in een mooi veld en er is daar niets zo talrijk aanwezig als gras. De keuze was voor mij dan ook snel gemaakt, ik wilde iets met het gras gaan doen. Iets wat zo normaal was, wilde ik toch bijzonder op de foto zetten.
Als je niet weet wat je precies wilt met je onderwerp en nog geen plaatje in je hoofd hebt, is het zaak om gewoon aan de slag te gaan en niet te blijven denken. Voor de foto die ik wilde maken had ik een rustige achtergrond nodig en ik begon met het experimenteren met de achtergrond.
Zoals in de foto hierboven zichtbaar is, is de achtergrond rustig en vrijwel egaal groen. Een grassprietje zorgt op de achtergrond voor herhaling, wat het gevoel voor diepte vergroot. Doordat ik koos voor een laag standpunt in combinatie met een groot diafragma, kreeg ik een achtergrond die rustig werd.
De foto was echter nog niet zoals ik wilde dat hij zou worden. De basis had ik, de foto had alleen nog niet de kracht die ik wilde. Ik miste nog iets. Wat er miste was een tweede kleur. Eenvoud in kleur is belangrijk, je moet er alleen niet in doorslaan. Het beeld met enkel groen, kan goed werken, maar gaf voor mij nog niet genoeg kracht. Ik ben dus op zoek gegaan naar een andere kleur die ik in de foto kon toevoegen.
Die tweede kleur vond ik in de vorm van graszaden die onvermijdelijk ook in de buurt waren. Zowel het gras, als het graszaad hadden allebei een zachte kleurtoon. Doordat ik in de schaduw werkte, had ik zacht en contrastarm licht op het onderwerp. Het voordeel van zacht licht, is dat de nadruk komt te liggen op de kleur van het onderwerp en de keuze in je compositie.
Zo had ik dus nadat ik goed rond had gekeken twee elementen gevonden die de foto moesten gaan vormen. Het nadeel was dat ik beide elementen in aparte foto’s had gevangen. De volgende opgave die me stond te wachten, was die van het samenvoegen van de elementen in één foto.
Hiervoor was het dus nodig dat ik een grassprietje mét graszaad zocht, waarbij de achtergrond vergelijkbaar werd met de eerste foto die ik liet zien. De truc daarvoor is om te zoeken naar een achtergrond die ongeveer net zo ver weg is en er wel nog wat herhalende elementen in de achtergrond zouden zitten. Dat is een hele zoektocht en in eerste instantie voel je je verloren in de mogelijkheden. Hierboven een van de foto’s die ik tijdens die zoektocht maakte.
Wat is nou de manier om toch de juiste plek te vinden? Gewoon door te zoeken door de camera. Zolang je niet door de camera kijkt, zal je de goede elementen niet snel vinden, je zult simpelweg door de camera moeten kijken naar het effect dat je ziet door de lens.
Natuurlijk helpt het daarbij als je vooraf let op de afstand tot de achtergrond, maar uiteindelijk kun je pas bepalen of de plek potentie heeft door het onderwerp door de camera te bekijken.
Toen ik deze drie grassprieten had gevonden en mijn compositie had bepaald, ben ik gaan zoeken naar het juiste diafragma. Nu is dat tegenwoordig simpel te doen door op meerdere diafragmawaarden de foto te maken. Het is namelijk op het kleine scherm van de camera moeilijk te beoordelen of de scherptediepte precies is zoals je die wilt hebben. Door foto’s op verschillende diafragma’s te maken geef je jezelf de mogelijkheid om dit thuis op een groter scherm uit te zoeken.
Zo kwam ik uiteindelijk op het eindresultaat zoals je dat hierboven ziet, een zoektocht die een beeld opleverde dat aan mijn wens voldeed. Voor mijn gevoel straalt deze foto door zijn eenvoud kracht uit en is de foto sterk in zijn eenvoud.
Houd er dus rekening mee dat je pas tot resultaten komt, als je daadwerkelijk met een bepaald idee aan de slag gaat. Pas als je het idee omzet in een concreet onderwerp en dat onderwerp van alle kanten bekijkt, kun je komen tot die ene foto die aan je wens voldoet.
2 statieven, 1 camera, 1 flitser en een paraplu
Het tweede voorbeeld dat ik wil bespreken is dat van het fotograferen van de gewone salomonszegel. Op een avond fietste ik met mijn broer door het bos en hij liet mij weten dat deze plant met een gewone naam, toch niet heel alledaags is. Een andere fotograaf die er was vond een andere plant meer de moeite waard, omdat die fotogenieker zou zijn. Dit zorgde ervoor dat ik het tegendeel wilde bewijzen en me vastbeet in dit onderwerp.
Een avond later besloot ik de plant eens beter te gaan bekijken, om te zoeken naar de mogelijkheden. Ik had helaas die avond niet zo heel veel tijd en kon dus niet naar de meest ideale compositie en belichting zoeken.
Het kan erg nuttig zijn om je vooraf al wat in je onderwerp te verdiepen. Dit kan er namelijk voor zorgen dat je wat ideeën opdoet. Doordat je rustig eens rond kijkt en wat testfoto’s neemt, kun je later thuis nog eens kijken naar de mogelijkheden. Zo ontdekte ik bij deze plant dat het blad erachter in tegenlicht een mooi patroon gaf, daar wilde ik graag iets mee doen.
Perfectionistisch als ik ben, was ik nog lang niet tevreden met deze eerste foto, het was tenslotte een test foto. De lichtval vond ik niet goed, de compositie was nog niet in orde en de lijnen van het blad op de achtergrond kwamen nog niet mooi en duidelijk genoeg uit. Het idee was er en daarom ging ik de dag daarna in alle rust terug om nu wel de tijd te nemen.
Als ik op pad ga om te fotograferen neem ik natuurlijk altijd mijn camera mee, daarnaast zorg ik ook altijd dat mijn flitser in mijn tas zit. Naast mijn statief dat ik gebruik voor mijn camera, neem ik ook regelmatig een extra statief mee voor mijn flitser. Dit helpt je om in alle rust de flitser op een aparte plek neer te zetten en zelf goed de camera te bedienen. Ik gebruik een oude Nikon flitser die volledig handgestuurd is, door middel van een radiotrigger kan ik de flitser los van de camera gebruiken.
Toen ik eenmaal aan de slag ging ben ik begonnen met het zoeken naar de juiste positie van mijn flitser. Ik kon de lijnen in het blad alleen zichtbaar krijgen door gebruik te maken van tegenlicht. Dat tegenlicht was er niet, dus moest ik dat zelf verzorgen. Door zelf dit licht te controleren, kon ik de optimale hoek en hoeveelheid licht kiezen.
Het kost echter wat tijd voordat je het licht optimaal hebt. Het is lastig om vooraf in te schatten welke hoeveelheid licht je precies nodig hebt en vanuit welke hoek dit moet komen. Het komt er dus op aan dat je een heel aantal testopnames maakt om dit licht goed te plaatsen. Controle hebben is één ding, controle uitoefenen is weer iets anders, dat laatste kost soms wat tijd en moeite.
Na deze poging (linker foto) vielen mij al twee dingen op. Namelijk dat door de beperkte scherptediepte de lijnen niet heel goed zichtbaar werden en dat de flitser veel te sterk stond afgesteld. De tweede foto (rechts) laat dan ook zien dat ik daar een wijziging in heb aangebracht, een kleiner diafragma en de flitskracht wat omlaag bijgesteld. Het werd mij toen duidelijk dat ik nog steeds last had van een reflectie van het licht, maar wel de lijnen sterk zichtbaar had. Een kwestie van uitproberen dus waar je flitser moet staan.
In deze situatie bleek dat ik het beste geen direct flitslicht op de bloem kon hebben, maar wel op het blad. Het werd dus zaak om de flitser zo te positioneren dat de bloem precies in de schaduw van het blad viel. Dat dit ook nog niet het optimale resultaat gaf blijkt uit de eerste foto hieronder, de bloem wordt daar alsnog van achteren belicht, dwars door het blad heen. Dit zorgde voor een hele vreemde en onnatuurlijke lichtval, die echter wel geschikt was voor mijn foto.
Bij de tweede foto heb ik ervoor gezorgd dat de flitser geblokkeerd werd door twee bladeren. Zoals je in de achtergrond ziet, zit er een verloop in. De linkerbovenhoek is wat donkerder, wat komt doordat voor dat stuk van het blad, nog een ander blad zat. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat de belichting op de bloem eindelijk goed zat. En zo was ik een al met al een half uur verder terwijl ik alleen nog bezig was met het plaatsen van mijn camera en flitser.
Toen dat eenmaal zover was werd het zaak om de foto zo scherp mogelijk te krijgen. Daarbij is het van het grootste belang dat de bloem stil hangt. Nu had ik 2 problemen: 1. Een wat lange sluitertijd; 2. Een beetje wind bracht de bloem al snel in beweging. Ik moest dus een van beide problemen oplossen om een scherpe foto te krijgen. De belichting aanpassen deed ik liever niet, die had ik net optimaal ingesteld om een zo hoog mogelijk kwaliteit te behalen.
Gelukkig had ik een andere oplossing voor handen. Bij het vorige voorbeeld (van het gras) vertelde ik al dat ik vaak een paraplu bij me heb om het zonlicht te blokkeren. Behalve als parasol, is een paraplu ook zeer goed in te zetten als windscherm.
Mijn paraplu hield ik over de plant waardoor deze een stuk stiller hing en dus zodra de wind ging liggen snel genoeg weer stil hing. Door vervolgens een serie foto’s achter elkaar te maken vergrootte ik de kans op een scherpe foto. Hoe meer foto’s je maakt, des te groter is de kans dat er een scherpe tussen zit.
Om ervoor te zorgen dat mijn camera stabiel stond maakte ik de foto’s met een draadontspanner, zodat de camera stevig op het statief bleef staan zonder dat er iets of iemand aan zat.
Uiteindelijk was het eindresultaat nog niet klaar. Zoals je op de foto’s hierboven kunt zien, zit er in de hoek linksboven nog een andere plant in het beeld. Ik wilde die niet in beeld hebben, maar ook niet fysiek weg halen. Ik ben niet vies van een beetje tuinieren, maar alleen als ik daarmee geen bijzondere soorten beschadig. Dit komt er op neer dat ik alleen wat gras weg haal en soms een takje, mochten die in de weg zitten. Tijdens het maken van de foto besloot ik om in de nabewerking het plantje weg te klonen en zo beschadiging van de plant te voorkomen.
Het is belangrijk om de tijd te nemen als je voor een mooie foto gaat. Als je de tijd neemt, zul je merken dat je nauwkeuriger gaat werken en dat storende elementen op de foto je al opvallen als je nog bezig bent.
Om het jezelf in de praktijk nou niet onnodig moeilijk te maken, kun je het beste beginnen met een niet bewegend onderwerp. Je zult dan al makkelijker een scherp resultaat behalen. Begin simpel, met weinig middelen, maar breid daarna je uitrusting uit en zet extra hulpmiddelen in.
Je kunt bij dit soort hulpmiddelen denken aan een paraplu, een klein mesje om het gras voorzichtig weg te halen, een vuilniszak om op te zitten of je spullen op te leggen, een zaklamp om je onderwerp extra uit te lichten (in plaats van een flitser), een reflectiescherm… en vul zo maar aan!
Vergeet verder vooral niet een flesje water en een klein beetje vloeibare zeep in een flesje mee te nemen zodat je na dat gewroet in de modder je handen kunt wassen, wel zo prettig als je nog een eind terug moet of wat wilt eten!
Als je eenmaal een goede basistechniek ontwikkeld hebt, kun je vervolgens alle kennis die je hebt snel en vlot inzetten. Er staat je dan weinig, tot niets, meer in de weg om met mooie resultaten thuis te komen en je foto’s naar een hoger niveau te tillen.
Erik Busstra is student en amateurfotograaf, zijn specialiteit is landschaps- en macrofotografie. In een serie gastartikelen deelt hij zijn kennis. Bekijk ook zijn site voor nog veel meer artikelen en voorbeelden.
Bedankt voor deze interessante serie artikelen over een aspect van de fotografie dat ik nog niet onder de knie heb maar waar ik mij wel in wil gaan verdiepen.
leuk artikel met duidelijke uitleg. Wat ik wel mis in het eerste gedeelte is een vraagstelling waar je het scherptepunt gaat neerleggen; vooraan of iets verder, zodat je ogen de foto ingetrokken worden.
Bedankt voor de reacties :)
Ton, goed punt! Scherptepunt ligt hier bewust (en deels noodzakelijk) vooraan. Dit heb ik zo gedaan omdat als je die verder weg had gelegd, de scherpte niet meer goed op de zaden lag, en die dus zouden wegvallen. De zaden vormen uiteindelijk toch het onderwerp en dienen dan ook scherp te zijn. Had je de scherpte verder naar achteren gehad, dan hadden de onscherpe zaden afgeleid.
In principe leg je de scherpte altijd op je onderwerp. Is dat een levend beest, dan leg je de scherpte op de ogen. Bij een plant meestal op de stamper (als die zichtbaar is) en anders op de bloem.
Overige onderwerpen ligt het eraan waar je de nadruk en de aandacht naartoe wilt laten gaan.
Als ik er zo over nadenk zou je er bijna nog een heel apart stuk aan kunnen wijden over waar de scherpte gelegd moet worden, niet alleen in macrofotografie, maar bij het hele fotograferen..
Die laatste opmerkin gvan je in je reactie naar Ton vind ik een hele goeie, moet je gewoon doen! En ga vooral gewoon door; bedankt voor jullie fijne en leerzame artikelen! Gr. Jan.
Erik, ontzettend bedankt voor je artikelen. Je bezit het vermogen de lezer echt je verhaal in te zuigen. Je beschrijft het op een bijzonder plezierige manier.
Ik was laatst op een workshop en kreeg daar te horen dat ik veel te veel foto’s maakte voordat ik de uiteindelijk foto had waarover ik (behoorlijk) tevreden was. “Ik moest mijn camera beter leren kennen”. Nu heb ik toevallig vorig jaar een fotocursus van een week gedaan, waarbij mij geleerd is in trapjes te schieten (moest ook nog eens in JPG :p). Dus beginnen met een nulmeting en dan aan gaan passen op die manier dat de foto wordt zoals jij het wil.
Ik was erg sceptisch over die opmerking van die docent en het doet me deugd om van jou te lezen dat je eigenlijk ook ruw weg zo’n methode volgt (met mooie resultaten).
Natuurlijk zijn er omstandigheden waarbij je soms snel moet handelen en dan probeert met één of twee foto’s het optimale eruit te halen. Dit gold toen niet, we zaten in een bos, padjes e.d. te schieten. Die liepen niet weg :D.
Wat ik jammer vind is in je eerste voorbeeld dat je tot dat resultaat komt door drie foto’s samen te voegen. Niet dat je dat niet met veel beleid en zorg doet, maar toch…. Ik probeer altijd om het in één foto te vangen wat ik wil (maar mijn resultaten zijn dan ook minder LOL).
Bij je tweede foto vroeg ik me af of je niet een mooier resultaat kunt bereiken door gebruik te maken van een gobo. Je foto’s zijn niet genummerd, dat maakt het wat lastig, maar de foto op 1/20, waarbij je nog last hebt van direct licht op je bloem, vind ik wel de mooiste achtergrond hebben. Door het dubbele blad gaat dat toch een beetje verloren. Ik bestudeer momenteel het boek “Light, Science & Magic” van (o.a.) Fil Hunter (een erg mooi en goed boek, dat ik iedereen die bewust met licht wil werken aan kan raden). In dat boek is het gebruik van een gobo vaker regel dan uitzondering. Wellicht heb je je redenen om daar niet voor te kiezen. Wellicht dat je dat nog even toe wil lichten.
Eén ding is me duidelijk geworden, ik moet nog meer tijd in macrofotografie/foto stoppen (en iedereen vindt al dat ik er zo lang over doe :) ).
Nogmaals dank en ik hoop dat je volgende artikel(en) er ook gaan komen, mij tref je dan in ieder geval als lezer aan.
Pierre
Bedankt voor je uitgebreidde reactie Pjerry! :)
Het eerste voorbeeld is geen samengevoegde foto, dat berust dan op een misverstand. Wat ik bedoel te zeggen is dat ik een aantal afzonderlijke foto’s maakte om te testen wat bepaalde instellingen/standpunten voor effect hadden. Dit deed ik om te kijken of ik bepaalde achtergronden/scherpte wel kon behalen in mijn eindresultaat. Vervolgens heb ik uit die ervaring een standpunt en instellingen gekozen die dit effect ook benaderden en daarmee dus één foto gemaakt, en niet meerdere samengevoegd ;) Uiteindelijk vang ik het dus wel in één foto, maar wel met de ervaring die ik in de daarvoor gemaakte foto’s opdeed in mijn achterhoofd ;)
De foto op 1/20 (ik zal volgende keer de foto’s nummeren ;)) vond ik persoonlijk een te scherpe tekening hebben in de achtergrond, die leidde me af van de bloem zelf, vandaar dat ik dus niet verder ben gegaan met die achtergrond maar voor een andere positie gekozen heb. Daarvoor heb ik dus een dubbel blad ‘gebruikt’ om het licht wat zachter te maken.
Daarnaast wil ik de foto’s die ik maak zoveel mogelijk met natuurlijke elementen maken, dat vind ik leuker dan met andere hulpmiddelen. Het liefst had ik ook natuurlijk tegenlicht gehad, maar dat licht is niet te controleren en komt niet op het juiste moment op de plant te staan. Vandaar dus dat ik geen GOBO gebruikt heb.
Uiteindelijk zal iedereen zijn eigen manier gebruiken en dat vind ik ook altijd leuk om te lezen en te zien. Het resultaat wordt daardoor ook anders en dat is dan ook precies het stukje dat de fotograaf zelf in de foto stopt. De paar keer dat Kenneth en ik samen gefotografeerd hebben op dezelfde locatie met dezelfde onderwerpen, kwamen we met een andere benadering allebei met totaal verschillende foto’s terug. Ieder dus zo zijn eigen werkwijze ;)
Als je nog meer vragen hebt laat je het maar weten! :)
Erik
Bedankt Eric.
Dan helemaal een diepe buiging, als je op die manier tot je eerste foto bent gekomen. Dat gaat een groot aandachtspunt voor mij worden, maar het zal nog wel even duren voordat ik tot dat resultaat kom.
En wat die GOBO betreft. Duidelijk, zeker met de uitleg waarom je wat gekozen hebt. Nog wat relativerends: een paraplu is soms ook een “halve GOBO” hè. LOL.
Het gaat je goed (maar dat gaat volgens mij wel lukken).
Een geweldig en inspirerende serie artikelen! Dank je wel daarvoor Eric!! Veel fotografen laten alleen hun mooiste foto’s zien maar doordat jij ook laat zien hoe het ‘niet’ moet en wat de verschillen zijn neem je de lezer helemaal mee in het artikel en inspireer je o.a. mij om het gewoon te gaan proberen en uit te testen wat het beste werkt! Het is soms ook fijn om te zien hoe anderen tot het resultaat zijn gekomen en vooral wat er aan vooraf is gegaan! Dank je wel! Mijn macrolens gaat de cameratas weer uit :-) Groet Marloes
Een macrolens gekocht en al veel geleerd uit je artikel, zo kan ik aan de slag met mijn eerste foto’s.
Zijn interessante en duidelijke artikels. Bedankt!