- 10 veel gemaakte fotografie fouten voorkomen
- Licht meetmethodes optimaal toepassen
- Hoe het histogram te gebruiken voor betere foto’s
- Prioriteitstanden, voor creatief gebruik
- Lange sluitertijden gebruiken
- Hoe beweging te fotograferen
- Omgaan met digitale ruis
- Let op de achtergrond van je foto
- Betere resultaten met aandacht voor schietdiscipline
Hoe aantrekkelijk is het om te investeren in een nieuwe lens of zelfs camera, de ‘new camera smell’ is verslavend. Maar haal je wel het beste uit je bestaande apparatuur? Zijn je foto’s gemaakt met aandacht en geduld of hang je de theorie van ‘spray and pray’ aan en hoop je dat er tussen honderden mindere foto’s één of twee briljante foto’s zitten? Als je je apparatuur, handelingen, instellingen en data optimaliseert zul je zien dat de kwaliteit van je foto’s met sprongen vooruit gaat.
Veel fotografen klagen over de tijd die ze moeten besteden aan het nabewerken van foto’s. Er is altijd een zekere noodzaak om foto’s achteraf te verbeteren, maar dit zou beperkt moeten zijn tot het daadwerkelijk verbeteren en niet het corrigeren van fouten op locatie. Door aandacht te besteden aan je apparatuur, instellingen, compositie en bewust te fotograferen krijg je betere resultaten die minder nabewerking vereisen. Het komt aan op schietdiscipline.
Mijn landschapfotografie is er merkbaar op vooruit gegaan nadat ik investeerde in een goed statief en een camera met Liveview. Daarnaast neem ik meer de tijd om de compositie uit te zoeken en ben ik eerder op locatie zodat ik voorbereidingstijd heb. Het aantal foto’s dat ik neem op locatie is daarmee minder geworden, maar de kwaliteit van de foto’s is toegenomen.
Schone apparatuur
Neem voor en na elke sessie 10 minuten de tijd om je apparatuur te controleren en veilig op te bergen zodat je er tijdens het fotograferen zeker van bent dat je de beste resultaten kunt behalen op het moment dat het er op aan komt. Ga je vroeg op pad, doe dit dan de avond ervoor zodat je er zeker van bent dat je niets vergeet en direct bij aankomst kunt fotograferen indien nodig.
Controleer dat de sensor, de lens, de contactpunten van de lens, het LCD scherm, filters, je statiefpoten en balhoofd, batterijen en de zoeker stofvrij en schoon zijn voordat je begint met fotograferen. Stof op je lenzen zorgt er voor dat lichtstralen worden omgebogen en lensflare te zien geven.
Stof op je sensor geeft zwarte/grijze vlekjes op de foto die je in nabewerking weer weg moet halen. Als je de kans hebt, maak je sensor vóór een sessie in plaats van na een sessie schoon, want als de camera nog warm is is de kans groter dat stofvlekjes blijven plakken.
Ik doe dit trouwens niet elke dag. Voordat ik op vakantie ga controleer ik de sensor goed en pas als ik stofjes ontdek bij het inladen van de foto’s ’s avonds kijk ik of een nieuwe schoonmaakactie is vereist. Heb je niet de mogelijkheid de foto’s tijdens de vakantie op een computer te bekijken, maak er dan een gewoonte van de sensor schoon te maken.
Dit wordt belangrijker als je met een dicht diafragma (hoog f-getal fotografeert), stofjes worden beter zichtbaar hoe dichter het diafragma. Voor landschapsfotografen betekent dat vaker controleren dan voor modefotografen die wijd open schieten.
Het is heel verleidelijk om ‘in the heat of the moment’ de lenzen zonder de doppen die het glas en de contactpunten beschermen in je tas te schuiven, maar neem toch de tijd deze er op te doen zodat ze niet onnodig beschadigen. Vieze of beschadigde contactpunten zorgen er voor dat je lens niet op het gewenste moment kan focussen of de juiste informatie aan de camera kan doorgeven.
Hetzelfde geldt voor eventuele filters die je gebruikt. Stop ze niet los terug in een jas- of broekzak, maar berg ze op in de daar voor bestemde plaats, zodat ze niet onnodig beschadigen.
Heeft je lens beeldstabilisatie, zorg er dan voor dat je de camera uitschakelt voordat je de lens verwijdert zodat de bewegende onderdelen van de lens zijn vastgezet en niet beschadigd raken.
Zorg ook voor een goede tas waarin je alle apparatuur comfortabel en veilig kunt opbergen. De tas moet de elementen buiten kunnen houden en voldoende plekjes bieden om al je apparatuur in op te slaan zonder dat je onnodig moet proppen. Misschien heb je ook niet alles nodig voor elke fotoshoot en kun je op die manier meer ruimte in je tas maken.
Als je gaat verplaatsen, stop dan alle apparatuur terug zodat je zonder angst voor je camera en lenzen naar de volgende locatie kunt gaan. Zo heb je ook je handen vrij om ergens op- of af te klimmen en nieuwe invalshoeken te onderzoeken.
Apparatuur die gereed is voor gebruik
Natuurlijk heb je gecontroleerd dat alle batterijen (je neemt toch wel meer dan 1 accu mee?) volledig zijn opgeladen en dat je geheugenkaart leeg is en klaar om te fotograferen. Een lege batterij of volle geheugenkaart zorgen er voor dat je belangrijke foto’s mist!
Veel camera’s bieden de mogelijkheid in te stellen of je wel of niet wilt fotograferen met een geheugenkaart in de camera. Stel in dat de camera direct een melding geeft als er geen geheugenkaart in zit!
Heb je ook gedacht aan reserve geheugenkaarten en heb je een systeem zodat je goed weet welke kaart vol is en welke kaart nog gebruikt kan worden? Ik heb de kaartjes in een doosje, de kaartjes die gebruikt zijn stop ik omgekeerd terug zodat ik niet per ongeluk een volle kaart wis.
Elke keer als ik wijzig van locatie of opstelling controleer ik dat ik de camera instellingen terug zet naar een standaard instelling. Je wilt niet weten hoe vaak het voor komt dat mensen buiten door blijven fotograferen met hoge ISO waarden nadat ze een kerk hebben bezocht.
Canon EOS 5DmkII, 200mm, 1/125s op f/8, ISO 100
Steeds als ik de camera terug stop in de tas of uit de tas haal controleer ik dat mijn ISO terug staat op ISO 100, dat de diafragmavoorkeur stand is ingeschakeld en het diafragma rond f/8 staat en dat van de lenzen die ik heb gebruikt of ga gebruiken de autofocus (weer) is ingeschakeld. Dit is het startpunt voor de volgende sessie.
Controleer ook dat de zoeker diopter instelling juist is (met een draaiwieltje kun je de scherpte van de zoeker instellen, maar die wil nog wel eens verschuiven, vooral als je handmatig scherpstelt is dit van belang).
Zet voordat je op pad gaat alvast de lens die je verwacht te gebruiken op de camera. Soms heb je direct bij aankomst de camera direct nodig en dan wil je niet eerst in je cameratas te hoeven graven (hoewel het beter is eerder op pad te gaan dan precies op het juiste moment aan te komen). Draai ook alvast de filterringen op alle lenzen als je filters gebruikt (gebruik een dop die je over de filterring kunt doen om de lens te beschermen) en plaats alvast de afstandsbediening op de camera.
Gebruik de juiste apparatuur
Maak altijd gebruik van een zonnekap op je lenzen (tenzij je deze door plaatsing van bijvoorbeeld filters niet kunt gebruiken), ook al is er geen zon te bekennen, om je lens te beschermen tegen het per ongeluk stoten, ongewenste lichtinval en om vuil van het voorste lenselement te houden.
Sommige mensen gebruiken hier een UV filter voor, maar dit kan weer extra reflecties geven door weerkaatsend licht tussen het filter en voorste element en het glas dat wordt gebruikt in zo’n filter is inferieur aan het glas in een dure lens.
Zorg voor een solide statief dat het gewicht van je camera met de zwaarste lens aan kan. Zorg er voor dat je alle knoppen goed vast zet. Controleer dit voor zowel de kop van je statief (ik heb de voorkeur voor een balhoofd waarmee je vrij kunt bewegen) en het statief zelf. Als je tegen de voorkant van de lens tikt zou je geen beweging moeten zien door de zoeker van de camera.
Maak ook niet onnodig gebruik van de mogelijkheid je statief extra hoogte te geven door het middelste element te verhogen. In plaats van dat het gewicht over drie poten wordt verdeeld komt een groot deel van het gewicht dan op één element terecht. Verstevig je statief ook door er iets zwaars, bijvoorbeeld je tas, aan te hangen en controleer dat je de poten goed neerzet zodat je een goede verdeling van het gewicht hebt en het statief niet om kan vallen door een windvlaag.
Gebruik een afstandsbediening als je vanaf statief fotografeert om ongewenste trillingen zo veel mogelijk te voorkomen. Beschikt je lens of camera of beeldstabilisatie dan heb je dit natuurlijk ingeschakeld. Maar niet als je vanaf statief fotografeert, een volledig stil statief kan de beeldstabilisatie juist in verwarring brengen.
Ken je camera en lenzen
Om in elke situatie het beste uit de camera te halen is het van belang te weten wat de mogelijkheden en beperkingen van je camera zijn. Kun je blindelings de juiste instelling vinden om een aanpassing te maken aan het diafragma, sluitertijd en ISO waarde (bij voorkeur zonder je oog van de zoeker te halen) of moet je het menu in duiken?
Wat is de maximale ISO waarde waarop de resultaten nog goed zonder ruis worden weergegeven? Houd hierbij ook rekening met wat de maximale ISO waarde is voor jouw camera waarop je nog goede afdrukken kunt maken en hoeveel ruis kun je eventueel in nabewerking nog kunt weghalen.
Canon EOS 5D, 135mm, 1/400s op f/2.5, ISO 400
Op welke diafragma waarden geven jouw lenzen de beste resultaten (vaak verlies je bij een wijd open diafragma en een zo dicht mogelijk diafragma scherpte). In de meeste gevallen zal je lens optimaal werken bij diafragma f/8 of f/11. Maar in veel gevallen dicteert je onderwerp en je creatieve keuze welk diafragma je daadwerkelijk kiest.
Heb je meerdere lenzen die dezelfde brandpuntafstand afdekken (bijvoorbeeld een 24-105mm en 70-200 hebben allebei het 70-105mm bereik), weet dan welke lens een scherper resultaat geeft. Veel lenzen geven niet de maximale scherpte op de uiterste waarden, dus soms is het beter voor 100mm de 70-200 te kiezen dan de 24-105.
Maar weet ook welke lens je de mooiste onscherpte (bokeh) geeft, welke lens op welke waarde donkere randjes (vignettes) geeft en welke lens onscherpe hoeken heeft. Door de mogelijkheden en beperkingen van je lenzen te kennen kun je voor elke compositie de beste lens selecteren. Laat je niet dicteren door de afstand van je onderwerp, vaak kun je door een paar stappen vooruit of achteruit te zetten opeens wel een specifieke brandpuntafstand kiezen en daardoor een beter resultaat krijgen.
Ken ook het effect van de brandpuntafstand op je compositie. Een telelens zorgt dat de elementen in elkaar worden gedrukt, een groothoeklens trekt elementen uit elkaar en laat je meer van de scene zien. Vanaf welk diafragma en bij welke brandpuntafstand geeft je lens de mooiste achtergrondonscherpte?
Hoe vaker je met een specifieke lens fotografeert, hoe meer je al vooraf leert zien met die brandpuntafstand. Probeer eens maar één lens te gebruiken en te ontdekken hoe je die optimaal kunt inzetten. Soms kun je met een paar stappen al een compleet andere foto maken, waar je anders weer je tas in moet duiken om een andere lens te zoeken of lui hem in- of uit te zoomen.
Kies de juiste instellingen
Fotografeer met de optimale instellingen voor de situatie waarin je je bevindt. Fotografie is altijd een compromis, maar zorg er in ieder geval voor dat je de grootste kans hebt de beste data vast te leggen op je geheugenkaart. Dit begint bij het er voor zorgen dat je de hoogste resolutie JPG of RAW bestanden hebt ingesteld, gebruik maakt van het juiste kleurprofiel, dat er geen ongewenste picture styles actief zijn, etc.
Kies voor een sluitertijd die hoog genoeg is voor scherpe resultaten. Beweegt je onderwerp snel dan is een korte sluitertijd vereist om hem juist vast te leggen, maar soms is juist een lange sluitertijd gewenst voor een creatiever en dynamischer resultaat of heb je een langere sluitertijd nodig om voldoende licht op de sensor te laten vallen. Verhoog de ISO waarde of gebruik een flitser als je sluitertijd te langzaam dreigt te worden.
Kies tenzij het echt niet anders kan voor ISO 100 (voor sommige Nikon camera’s is het startpunt ISO 200, kies dan dit startpunt) om de hoeveelheid ruis zo veel mogelijk te beperken. Maar als je sluitertijd te langzaam wordt om deze met de hand te houden, aarzel dan niet de ISO waarde net zo lang te verhogen tot je een acceptabele sluitertijd krijgt. Beter een scherpe foto met ruis dan een bewogen foto zonder ruis.
Natuurlijk moet je proberen instellingen zoals de belichting en witbalans zo goed mogelijk in de camera in te stellen, zeker als je in JPG formaat fotografeert. Controleer bij de eerste foto’s met je histogram dat de belichting juist is en dat de foto’s niet onnodig over- of onderbelicht zijn. Indien de belichting of witbalans niet klopt en je brengt correcties aan (vooral bij het plussen van de belichting) zie je sneller ruis in je foto’s.
Als je in RAW formaat fotografeert heb je iets meer ruimte om in nabewerking nog correcties aan te brengen zonder dat dit direct tot beeldverlies leidt. Ook heb je dan de beste beeldkwaliteit zonder compressie, verscherping en kleurcorrectie die de camera zelf toepast. Maar niet elk onderwerp leent zich tot het investeren van tijd in de nabewerking die een RAW bestand vereist. Let ook op met het beoordelen van het histogram, vaak heb je in RAW meer dynamisch bereik dan de (JPG) preview op het LCD scherm laat zien.
Tijdens het fotograferen
Gebruik het LCD scherm, maar laat je er ook niet te veel door afleiden als je maar kort de kans hebt een vluchtig moment vast te leggen. Het LCD scherm van de camera laat lang niet altijd accuraat zien of je foto echt scherp is, probeer zo veel mogelijk in te zoomen om de scherpte te controleren en neem bij twijfel (bijvoorbeeld als je voelt dat de wind gaat liggen) nog een paar extra foto’s.
Fotografeer je uit de hand, besteed dan aandacht aan hoe je de sluiterknop indrukt. Ram er niet op, maar probeer op een soepele manier de knop in te drukken om zo veel mogelijk ongewenste trillingen te voorkomen. Besteed aandacht aan hoe je de camera vasthoudt, beide handen gebruiken en laat de camera rusten op één hand. Druk je gezicht zo veel mogelijk tegen de zoeker aan en adem rustig in en uit terwijl je de sluiterknop indrukt.
Fotografeer je in het landschap of studio vanaf statief en heb je de tijd om de ideale instelling te zoeken, fotografeer dan met Liveview ingeschakeld als je camera daarover beschikt. Zoom in op het kritieke punt van het onderwerp dat scherp moet zijn en stel handmatig scherp. Heb je geen Liveview en werk je vanaf statief dan is natuurlijk je de spiegel opgeklapt. Gebruik in beide gevallen een afstandsbediening om ongewenste trillingen zo veel mogelijk te vermijden.
De camera warmt op als je Liveview gebruikt, hoe meer warmte hoe groter de kans op digitale ruis. Als je Liveview of de camera even niet nodig hebt, schakel deze dan tijdelijk even uit zodat hij kan afkoelen.
Voordat je de sluiterknop indrukt, ga met je oog door het beeld en controleer dat er geen ongewenste elementen in je compositie zitten. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik een vergeten colablikje of plastic zakje tegen kom of een jogger met een felrode jas in de achtergrond door het beeld rent. Besteed ook aandacht aan elementen die op het 2D plaatje opeens op elkaar zitten, controleer dat er niet een boom of lantaarnpaal uit iemands hoofd groeit.
Mooie lichtomstandigheden of een spannend onderwerp zorgen er voor dat de adrenaline gaat borrelen. Juist dan is het van belang dat je rustig blijft en goed controleert dat je het maximale uit de camera, compositie en omstandigheden haalt. Misschien moet je daarvoor eerst een ‘safety shot’ maken om er zeker van te zijn dat je in ieder geval iets hebt gevangen, zodat je daarna rustiger de compositie kunt verbeteren en eventuele foutjes kunt corrigeren. Natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan als de lucht 30s in vuur en vlam staat!
Als je vanaf statief fotografeert is het verleidelijk de camera neer te planten en op dezelfde plek te blijven staan. Probeer verschillende standpunten en invalshoeken uit en verplaats jezelf.
Maar ga ook niet als een malloot met je statief en camera heen en weer rennen. Soms is het beter deze even te laten staan (als dit veilig kan) en even zonder camera een hoek te onderzoeken. Is die moeilijk bereikbaar, neem dan je camera natuurlijk wel mee, anders moet je twee keer dezelfde toeren uithalen.
Backup, backup, backup
Probeer te voorkomen dat je op locatie foto’s gaat verwijderen. Als je genoeg ruimte hebt op je geheugenkaart of extra lege kaartjes hebt, laat mislukte foto’s dan op de kaart staan, zodat je niet het risico loopt dat je op locatie per ongeluk je hele geheugenkaart formatteert.
Terug bij je computer zorg je er voor dat je zo snel mogelijk een backup maakt van de foto’s die je hebt genomen. Het liefst naar meerdere verschillende harde schijven om te voorkomen dat na het leegmaken van het kaartje (alleen in de camera, nooit op de computer!) er weer maar één locatie is waar een specifiek bestand staat.
Ik kies er trouwens vaak voor niet het geheugenkaartje leeg te maken als de foto’s zijn gekopieerd, zodat ik zo lang ik het kaartje niet gebruik nog een extra backup heb.
Bij het nabewerken probeer ik zo lang mogelijk de maximale resolutie van de foto te behouden en pas bij het publiceren in Lightroom een resolutie te kiezen die geschikt is voor waar ik het ga publiceren. Doordat ik gebruik maak van Lightroom kan ik ook alle bewerkingen achteraf terug draaien of aanpassen.
Door de tijd te nemen voor je compositie, instellingen en cameratechniek zul je betere resultaten krijgen en bewuster fotograferen. Ik heb het hier natuurlijk niet over sport/evenementen-, natuur- of straatfotografie waarbij je soms niet anders kunt doen dan heel veel foto’s nemen in de hoop dat er een goede tussen zit, maar waar je de kans hebt om met meer aandacht en bewuster een compositie, instellingen en focus kunt combineren is het de moeite waard om meer tijd te nemen en bewuster te fotograferen.
Dit betekent er meer op te vertrouwen dat de extra tijdsinvestering de moeite waard is en je apparatuur zo goed te kennen dat op het moment dat het er op aan komt je er klaar voor bent. Dit betekent waarschijnlijk dat je minder foto’s neemt, maar dat de foto’s die je neemt beter van kwaliteit zijn. En misschien besluit je ook eerder een andere invalshoek te proberen, doordat je weet dat je de foto hebt waarvoor je kwam, waardoor de kans weer groter is dan je meer foto’s hebt die het bewaren waard zijn.
heel leuke website met veel practische tips ! bedankt !
Bedenk voortaan eerst hoe je de foto kunt nemen zodat er niets aan hoeft te worden nabehandeld. Dus EERST denken Dan doen.
Het lijkt een waarheid als een koe maar het bespaart je honderden matige foto’s. De oudere generatie heeft er geen problemen mee; die was al zuinig op die 36 foto’s per rolletje !
Goed artikel.
Weer eens duidelijk de puntjes op de i gezet.
Vaak word je nonchalant in de omgang met je apparatuur.
Dan is het goed om zo’n artikel te hebben gelezen.
Beste Kenneth,
Zo te zien vertoon je veel foto’s uit Schotland met het Schots typische weer. Ik weet niet hoe vak je er kom (veel hoop ik) echter de week vakantie nabij Killin enkele weken terug voor ons, was de mist en regen zo dicht dat het resultaat onbevredigend bleef. Zou je eens iets kunnen schrijven over bijzonder slecht weer.
….en nog een tweede vraag. In de redelijk lastige lichtomstandigheden gebruik je ISO 100. Uit het analoge tijdperk weet ik mij nog te herinneren dat in dit soort lichtomstandigheden ook een lage ISO geadviseerd werd en in zonnige een hoge ISO.
De reden van dat advies was dat laag ISO filmmateriaal was dat kleuren beter doortekenden. Onder de weersomstandigheden die ik op de foto’s zie zou ik juist naar ISO 200 zijn gegaan of misschien wel 400. Is er een speciale reden dat je voor een laag ISO kiest.
Adri
Beste Kenneth,
Weer een ontzettend interessant artikel. Ik lees de artikelen allemaal.
Kan je de artikelen ook opslaan als pdf?
Dan kan ik ze bewaren in iBooks.
Aad Vermunt
Beste Kenneth,
Zoals we gewend zijn van jou weer een perfecte uiteenzetting van de valkuilen voor de fotograaf. Vooral het terugzetten naar iso/focus etc. ik betrap me er regelmatig op dat ik het vergeten was, moet een gewoonte worden.
h.gr. Koos
Beste Kenneth,
Bedankt weer voor een leuke artikel met echt fantastische foto’s die voor me bewijzen dat al je tips ook echt werken in de praktijk. Ik zou graag willen beginnen manueel te fotograferen i.p.v AV mode, maar ik weet niet hoe ik dat aan moet pakken. Heb je ook hierover een artikel geschreven?
Wens je een fijne Pasen!
Groetjes, Wilma
Wilma,
Lees de artikelen eens door over Diafragma, sluitertijd en ISO (de belichtingsdriehoek) Dit is de basis van fotografie.
Oefen heel veel met het instellen van je camera met deze instellingen.
De artikelen zijn hier te vinden
http://www.digitalefotografietips.nl/basiscursus/
Met Manual fotograferen ga je niet gelijk betere foto’s maken. Het is juist de balans zien te vinden wanneer manual en wanneer bijvoorbeeld de AV stand. Dit zijn de twee standen die ik erg veel gebruik. Op momenten dat de camera er niet uitkomt dan stap ik over op Manual. 80% van de gevallen schiet ik AV en overige M.
Hallo Kenneth,
Mooi artikel weer, ik lees ze altijd erg graag en steek er iedere keer weer iets van op. Misschien wel het leukste van fotografie, je bent nooit uitgeleerd. Hopelijk laat het Engelse weer het binnenkort toe dat ik met mijn team een buitenshoot kan doen, je tips komen dan zeker van pas! Groeten vanuit Londen en fijne pasen!
Ik vind dit geweldige artikelen. Duidelijk en veel goede tips. Ik vraag me af waarom je aanraadt om foto’s van je kaartje te wissen in de camera en nooit op de computer?